Tekst ELNT Wouter Helders
Foto John van Helvert
Leiding geef je in de 21ste eeuw
“Leider, vakman, manager en coach. De moderne krijgsmacht heeft moderne leidinggevenden nodig. Als je uit het juiste hout gesneden bent, moet je al die petten kunnen ophebben.” LTKOLMARNS Jos Schooneman en LTZ2OC Michael van Alderwegen onderbreken hun verhaal en kijken rond. Elf paar ogen staren terug.
Rechts vooraan in de klas gaat een arm de lucht in. “Met de term manager heb ik echt helemaal niets. Een manager is toch geenleidinggevende bij defensie?” Vraagt eerste luitenant der mariniers Danny. Schooneman denkt even na voor hij antwoordt: “Ik snap wat je bedoelt, maar jouw associatie met het woord manager is anders dan de visie uitdraagt.. Een goede leidinggevende managed wel degelijk. Hij zorgt ervoor dat zijn mensen de middelen en randvoorwaarden hebben om hun werk te doen.”
Schooneman wijst op de vier papieren vellen op de wand achter hem. Het is de oogst van de dag. Na een presentatie, uitleg en groepsopdrachten staan de vier rollen puntsgewijs gedefiniëerd. Hij vat samen: “De leider heeft visie of geeft richting, inspireert en is besluitvaardig. De vakman kent de organisatie en is kundig en professioneel in zijn vak. De manager schept de randvoorwaarden en kaders om tot de beste resultaten te komen en de coach stimuleert en begeleidt de ontwikkeling van medewerkers.”
Een missie, meer rollen
“Een voorbeeld ter illustratie”, gaat Schooneman verder, “je bent met je peloton op missie. Net voor hij op wacht moet, geeft een van je mannen aan het niet te kunnen opbrengen. Hij is moe en gespannen. Wat doe je? Als leider neem je een besluit. Je kunt directief zijn en hem toch laten wachtlopen of je laat de man naar zijn tent teruggaan om te rusten. Kies je voor het laatste, dan los je als manager het probleem op; je laat een ander wacht lopen. Vervolgens ga je als coach na afloop naar de uitgevallen man toe en gaat met hem in gesprek..”
Vallend kwartje
“Het punt is dat deze vier rollen wel te onderscheiden zijn, maar nooit te scheiden. Ze zijn complementair,” vult collega trainer van Alderwegen aan, erop doelend dat een leidinggevende bij confrontatie met een situatie naar gelang het doel elk van de rollen toe kan passen om de situatie naar je hand te zetten. In de zaal begint het kwartje te vallen. Sergeant-majoor Wolf de Wilde: “Ik vind het als vakman briljant om een enthousiaste beginneling naar een ongestuurde professional te coachen. Maar als leider vind ik het soms lastig om conflicten echt aan te gaan.”
Navigeren en op koers blijven
Collega-docent van Alderwegen knikt: “Iedereen heeft zijn eigen voorkeursstijl en –rol. Bewustwording van jouw eigen sterke en minder ontwikkelde kwaliteiten helpen je een betere leider te worden.” Het leiderschapskompas (zie inzet) kan hierbij helpen. Leidinggevenden die worstelen met een keuze kunnen deze visie als ‘tool’ gebruiken.
Niet sexy
“Je kwetsbaar opstellen en laten coachen is niet sexy. Althans niet binnen de krijgsmacht. So be it,” Schooneman glimlacht. “Maar als je je wil blijven ontwikkelen is het wel noodzakelijk. De moderne leidinggevende verkiest inspireren boven controleren, luisteren boven zenden en verbinden boven overtuigen. Hij kent zijn eigen voorkeursstijl en de beperkingen daarvan en wil blijven leren.”
Jeugdige ambassadeur
Danny, als jonge luitenant een van de leiders van de toekomst, is overtuigd: “Deze visie is eenvoudig en uitdagend tegelijk. Je hebt niet alleen de rol als leider, je mensen hebben je ook nodig als coach en manager. Als vakman heb je bovendien een voorbeeldfunctie. Ik weet nu beter wat de organisatie van mij als leidinggevende verwacht.”