Tekst Ingmar Kooman
Foto SMJR Gerben van Es | Video: AJD Richard Frigge
Maritiem multitasken tijdens Bold Alligator
Wie niet groot is, moet slim zijn. Dat gezegde gaat ook op voor amfibisch optreden. In haar operaties vanuit zee werkt de Koninklijke Marine steevast nauw samen met haar bondgenoten. Tijdens de oefening Bold Alligator voor de oostkust van de Verenigde Staten gaven vloot en mariniers het zogeheten combined optreden een extra dimensie.
Twee Harrier-jachtvliegtuigen gieren langs Combat Town. Een duo CH-53 Super Stallion transporthelikopters vliegt laag over de boomtoppen. De terroristen-voor-een-dag roeren zich. Eentje rent nog snel de straat over, zoekend naar dekking. Een ander tuurt, gewapend met opplakbaard en AK-47 naar de bosrand. Waar blijven ze?
De eerste salvo’s klinken. De kakofonie van kleinkaliberwapens vanuit het oefendorp krijgt repliek uit de bosrand. Zware machinegeweren bestoken de terroristische posities. Twee Nederlandse Mercedes Benz terreinwagens nemen positie in aan de rand van het dorp. Mariniers stijgen uit en openen het vuur. Terwijl zich rondom de MB een berg .50-hulzen vormt, stormen Britse mariniers en Canadese en Noorse landmachtmilitairen naar voren.
Breed scala
De inzetten tijdens Bold Alligator zijn afzonderlijk niet nieuw. Amfibische landingen en snelle aanvallen. Schepen escorteren en enteren. Burgers in nood evacueren. Maar wat als kleine en grote crises gelijktijdig spelen en 19 landen hun militaire middelen moeten samenbrengen om die het hoofd te bieden? Dat is de grote uitdaging tijdens de oefening. Bold Alligator brengt begin november zo’n 18 schepen en 8.000 militairen samen voor en op de oostkust van de Verenigde Staten.
Blauw en groen
Commandeur Rob Kramer leidt 1 van de 3 amfibische taakgroepen. Vanaf Zr.Ms. Johan de Witt stuurt zijn NLMARFOR-staf Amerikaanse, Britse, Canadese Noorse, Spaanse en Nederlandse eenheden aan. Voor het eerst werken die nauw met elkaar samen. Niet alleen binnen de staf, maar ook op verschillende uitvoerende niveaus.
Een stap voor blijven
“De staf werkt volledig geïntegreerd samen”, vertelt Kramer. “We stemmen alle operaties goed op elkaar af om een maximaal effect te bereiken, zowel op zee als op land.” Majoor der mariniers Ron Schepel ziet dat vanuit zijn rol als evaluator van de oefening ook terug. “‘Blauw’ (de vloot –red.) en ‘groen’ (de mariniers –red.) zijn in het planningsproces in elkaar geschoven”, legt hij uit. “Daardoor kun je sneller de verschillende stappen in een militaire operatie doorlopen: plan, do, check, act. Het is net als boksen: je moet altijd je tegenstander een stap voor zien te blijven. Als hij knippert, kun jij toeslaan.”
Simpel
“Samen kijk je naar de operaties op zee, vanuit zee en op land”, vertelt Kramer. “Amfibisch opereren is al zo complex: je bent in de lucht, op zee, onder de zee en op land bezig en doet dat ook nog eens internationaal. Juist dan is het goed dat je unity of command hebt. In mijn optiek maakt dit het simpeler.”
Zuiveren
“De planners hangen letterlijk met z’n tweeën boven de kaart”, geeft Schepel aan. “En dat doen ze ook op de grond: een Canadees trapt de deur open, een Nederlandse marinier stapt naar binnen.” Zo evacueren Canadezen en Nederlanders samen ambassadepersoneel uit een onveilig gebied. Later in de oefening zuiveren 5 ‘smaken’ mariniers en landmachters samen een dorp van terroristen.
Lessen
Bold Alligator was niet zonder weeffouten, erkent Kramer na afloop. “We zijn goed in het plannen van operaties”, concludeert hij. “Maar we moeten ook nog stappen zetten in de controle van het daadwerkelijk uitvoeren van de operaties. Dan kunnen we sneller bijsturen.”
Minder is meer
Informatie is cruciaal, maar daar zijn ook grenzen aan, waarschuwt de commandeur. “Dankzij alle moderne middelen zijn de informatiestromen enorm toegenomen. Korte, duidelijke orders vormen nog steeds de kern van effectieve commandovoering. Soms gaan we mee in die massaliteit van informatie, terwijl we het juist simpel moeten houden.”
“Minder is echt meer”, onderstreept de commandeur. “Deze oefening draait om snelle interventies, snelle acties. Daar moeten we ook onze logistiek op afstellen: snelle interventie, snelle actie. Je moet in staat blijven om daar met lichte infanterie-eenheden, zoals de mariniers, invulling aan te geven.”
Klaar staan
Die lessen gaan mee in het verdere opwerkprogramma van NLMARFOR. In 2016 krijgt Nederland de leiding over de amfibische taakgroep binnen de NATO Response Force (zie fotocaroussel –red.). “We garanderen met dit soort oefeningen dat we er straks klaar voor zijn. Vloot, de mariniers, het vuursteuncommando, helikopters, het role 2 veldhospitaal; we hebben ze allemaal op elkaar weten te binden en gemeenschappelijk onze taken uitgeoefend. Ik ben ervan overtuigd dat iemand in 2016 op de knop ‘amfibisch’ drukt en dat Nederland dan klaar staat.”