Stoom komt uit de monden van de marinemensen op het helikopterdek. De gevoelstemperatuur is ongeveer min 7 graden wanneer Henk Suurveld, commandant van de dan nog Zr. Ms. Amsterdam, donderdag 4 december het woord neemt bij de overdracht van ‘zijn’ schip aan de Peruaanse marine.
Suurveld heeft 'gemengde gevoelens'. Enerzijds blij dat de Amsterdam een nieuw thuis vindt, anderzijds bedroefd om het afscheid van zo'n veelzijdig schip. Hij staat stil bij twee bemanningsleden die in 2006 om het leven kwamen bij een auto-ongeluk in Djibouti. “In een hechte gemeenschap als de bemanning van een schip, aan het einde van een missie, sloeg dit in als een bom.”
Trots
De Amsterdam werd naast haar bevoorradingsrol vaker alleen op pad gestuurd. In 2006 voer zij bij het Arabische schiereiland voor Enduring Freedom. In 2010 deed ze mee aan de antipiraterijmissie bij Somalië. Later vertrok ze enkele keren naar de West om drugssmokkelaars op te sporen.
Maar daaraan is nu een einde gekomen. Na de ceremonie wappert fier het rood-wit van Peru op de achtersteven. Haar nieuwe naam is Tacna, een stad in het zuiden van Peru. Woensdag 10 december verlaat ze de Nederlandse wateren. “Bemanning van de Zr. Ms. Amsterdam, ik ben er trots op uw commandant te zijn geweest”, besluit Suurveld. “Ik heb ervan genoten, dank.”
‘Meer dan een bonk staal’
Na bijna 20 jaar en duizenden bevoorradingsacties is het einde verhaal voor de ‘tanker’ Zr. Ms. Amsterdam. Het Fast Combat Support Ship is verkocht aan Peru. Vier Nederlandse bemanningsleden kijken terug op een bijzonder schip.
Jeroen Melkert
47 jaar
Luitenant ter zee 1, hoofd Logistieke Dienst
3 jaar op de Amsterdam
“Het was mijn wens ooit hoofd Logistieke Dienst te zijn op de Amsterdam. Het was een bijzonder schip, de laatste echte tanker bij de marine. Aan boord heerste een ‘can do’-mentaliteit, de bemanning bestond uit harde werkers en dat paste bij mij.
Wat ik nooit zal vergeten, is het ongeluk in 2006 in de haven van Djibouti. Vijf bemanningsleden zaten in een taxi die verongelukte. Hierbij kwamen twee directe collega’s om te het leven. Dat hakt er wel in.
Maar er zijn uiteraard ook mooie herinneringen, zoals de reizen die we hebben gemaakt. Het liefst was ik nog een jaar doorgevaren. Maar misschien moet ik kijken naar wat ik had in plaats van wat ik mis. Hierna ga ik naar het KPU-kledingbedrijf van Defensie in Soesterberg. De Amsterdam is 166 meter staal, dat is materiaal en dat mis ik niet zo snel. De mensen en sfeer onderling daarentegen wel.”
Dorine Schagen
25 jaar
Matroos 1 Logistieke Dienst Verzorging (bottelier)
3 jaar op de Amsterdam
“De saamhorigheid aan boord was heel groot. In mijn beleving groter dan op andere schepen. Ondanks haar flinke afmetingen was het toch gezellig. Daar staan tankers bij de marine om bekend.
Die teamspirit is lastig te omschrijven, maar het kwam er op neer dat je allemaal voor elkaar klaarstond. Laatst waren we een hele nacht bezig met de bevoorrading van de Van Speyk. Dan help je je collega’s zonder te klagen. Tussen het werk door was er ook genoeg tijd voor ontspanning. Soms rolden we de slangen uit en deden we spuitvoetbal op het helikopterdek.
Het is jammer dat de Amsterdam weggaat. Het was de laatste bevoorrader in haar soort. Natuurlijk is er nu de Karel Doorman, maar die heeft naast bevoorrading nog veel meer andere taken.
Na mijn verlof word ik hofmeester op de Rotterdam. Tafels dekken en afwassen, dat soort werk. Het zal wel wennen worden, ook vanwege alle nieuwe mensen.”
Martin Toet
50 jaar
Stafadjudant, chef Technische Dienst
10 jaar op de Amsterdam
“De Amsterdam was een prachtig ‘jacht’. Het was meer dan een bonk staal, maar gelukkig is ze verkocht. De bevoorrader Zuiderkruis is op een strand gevaren voor de sloop. Dat zou pas echt pijn doen.
De kracht van de Amsterdam was dat iedere opstapper zich hier welkom voelde. Het maakte niet uit of die persoon een dag meevoer of enkele maanden. Daarnaast was het een mooi opleidingsschip. Op fregatten is het werk veel hectischer. Wij voeren van A naar B en tussendoor bevoorraadden we andere schepen. In de tussentijd was het relatief rustig. Die tijd konden we prima gebruiken om jonge marinemensen op te kweken.
Als techneut vaar ik straks met enkele collega’s mee naar Peru, de allerlaatste reis met Nederlandse marinemensen. Daarna ga ik aan de lag als chef d’équipage op de Rotterdam. Ik wil varen en met mensen werken. Op dat schip staan zo’n 600 bedjes, met alle bedjes bezet is dat toch weer een nieuwe uitdaging.”
Cynthia Vermeeren
22 jaar
Matroos 1 Operationele Dienst Nautische Dienst
2 jaar op de Amsterdam
“Ik baalde toen ik hoorde dat de Amsterdam werd verkocht. ‘Daar gaan we weer’, dacht ik nog. Hiervoor heb ik namelijk op de Zuiderkruis gezeten, dat schip is gesloopt. Maar gelukkig vaart de Amsterdam door. Ik zal haar wel missen, want de bemanning was een grote familie waarin ik meteen werd opgenomen.
Onze laatste reis naar de West, zal ik me blijven herinneren. Ik zat destijds in een boarding team wat inhield dat we patrouilles uitvoerden en bootjes controleerden. We hebben toen veel drugs gevangen, rond de 3500 kilo als ik het me goed herinner.
Het was duidelijk te merken dat mensen op het einde meer keken naar hun vervolgplaatsing. Zelf ga ik straks naar een LCF-fregat. Ik wil alle soorten schepen proberen. Ik ben blij dat ik op de Amsterdam heb mogen varen, niet iedereen heeft daar zin in. Maar wie niet op een bevoorrader heeft gevaren, heeft in mijn ogen echt wat gemist.”