Belangrijke Nederlandse bijdrage binnen Amerikaans zenuwcentrum

Terwijl tientallen Nederlandse F-35’s al jaren operationeel zijn, draait in Washington D.C. het hart van het internationale F-35-programma nog altijd op volle toeren. Vanuit het Joint Program Office (JPO) wordt de wereldwijde vloot van ruim duizend toestellen inzetbaar gehouden. Een team van dertien COMMIT- en luchtmachtcollega’s bewaakt vanuit de Amerikaanse hoofdstad de Nederlandse belangen.

x
Leestijd: 6 minuten

Tekst: Luitenant ter zee 2OC (SD) Djenna Perreijn | Foto: sergeant Sjoerd Hilckmann | Foto boven: sergeant-majoor Jan Dijkstra

Eén van hen is luitenant-kolonel Mark. Zijn werk draait niet om bouten of raketten, maar om nullen en enen. Binnen het JPO is hij verantwoordelijk voor Combat Data Systems (CDS). “Die zorgen ervoor dat alle sensoren optimaal samenwerken om dreigingen op te sporen en te bestrijden.” Zijn team ontwikkelt en verbetert de zogenoemde mission data files: databestanden die zichtbaar maken wat er in de lucht allemaal te zien is. “Hoe beter die data, hoe veiliger de vlieger kan opereren”, legt hij uit. “We willen dat de kist dreigingen sneller herkent dan de tegenstander kan reageren.”

Luitenant-kolonel Mark terwijl hij met een lachend gezicht praat.
Luitenant-kolonel Mark is binnen JPO verantwoordelijk voor Combat Data Systems.
Nederlandse badge Joint Program Office met een afbeelding van een F-35 en een Nederlandse vlag.
Nederlandse badge van het Joint Program Office.

Voelbare invloed

De F-35-gemeenschap op het JPO bestaat uit collega’s uit Australië, Canada, Denemarken, Italië, Nederland, Noorwegen, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten. De samenwerking tussen de landen is cruciaal, benadrukt Mark. “De Nederlandse toestellen vormen een paar procent van het totaal. We betalen dus ook maar een paar procent van de doorontwikkelkosten. Toch moet onze invloed voelbaar blijven. Formeel wegen de Amerikaanse stemmen zwaarder, maar bij nieuwe Nederlandse initiatieven proberen we steeds duidelijk te maken wat ook zíj eruit kunnen halen. Door elkaar te overtuigen, bouwen we coalities op.”

‘Volwaardig partner; niet alleen ja-knikken en krabbelen bij het kruisje’

Zo stelde Nederland preservatieprocedures voor, onderhoudsmaatregelen voor toestellen die langer stilstaan: olie vervangen, banden laten rollen, batterij opladen. “Anders gaat het vliegtuig kapot. Wij namen het voortouw en werkten een plan uit dat alle JPO-landen overnamen. Nu staat het in elk onderhoudsboekwerk. De F-35 mag dan voor een groot deel Amerikaans zijn, wij zijn volwaardig partner. Niet één die alleen maar ja-knikt en krabbelt bij het kruisje.”

Close-up van de voorkant van de F-35’s tijdens de internationale oefening Red Flag op Nellis AFB nabij Las Vegas.
Nederlandse F-35’s namen vorig jaar deel aan de internationale oefening Red Flag op Nellis AFB nabij Las Vegas. Foto: sergeant-majoor Jan Dijkstra

Geweldige kans

Mark werkt sinds een jaar op het JPO. Vanuit zijn kantoor kijkt hij uit over het Pentagon en het Capitool. “Ik vind het een geweldige plek. Het was een grote wens, ook van mijn vrouw en dertienjarige dochter, om eens in Amerika te wonen. Toen de kans voorbij kwam, heb ik ‘m met beide handen aangegrepen, ondanks het veranderende politieke klimaat.” Ten tijde van het interview zitten de VS al een recordtijd ‘op slot’ vanwege een 'shutdown'. Daarbij gaan niet-essentiële overheidsdiensten tijdelijk dicht omdat de twee politieke partijen in het land geen overeenstemming hebben over de federale begroting. Burgercollega’s van het JPO worden daarom ook met onbetaald verlof gestuurd. “Een aantal Amerikaanse collega’s koos ervoor het JPO te verlaten, in ruil voor een vergoeding die de regering instelde om de overheid te laten krimpen. Zij werken nu in de industrie en wij huren ze vervolgens weer in, omdat ze onmisbare, specialistische kennis hebben.”

Amerikanen willen toch vooral graag samenwerken

De Amerikaanse vlag bij het Washington Monument.

Toch merkt Mark vooral dat Amerikanen graag willen samenwerken. “Ondanks beperkingen die ze van hogerhand opgelegd krijgen, zijn ze nog steeds trots op hun Defensie en willen ze het werkbaar maken. Ongeacht iemands politieke voorkeur werken we goed samen, want we hebben een gezamenlijk doel: het beste product voor de warfighter leveren.”

Luitenant-kolonel Mark loopt al pratend samen met een Amerikaanse collega in vliegersoverall door de gangen van het JPO.
De F-35-gemeenschap op het JPO bestaat uit collega’s uit acht landen. Samenwerking tussen de F-35-partners is volgens Mark cruciaal.

Werk urgenter

47 Nederlandse F-35’s geleden zag de geopolitieke situatie in de wereld er heel anders uit. “Dat heeft ons werk urgenter gemaakt. Als we vroeger tegen hindernissen aanliepen in samenwerkingen, leken zaken soms niet te slechten. Nu is het al snel: ‘Los het op. Linksom of rechtsom’.” Het belang van interoperabiliteit – het kunnen samenwerken, communiceren en uitwisselen van informatie tussen verschillende partijen, (wapen-)systemen en landen – is de laatste jaren bij iedereen doorgedrongen. “Als een Deense vlieger boven de Noordzee moet uitwijken omdat het toestel kuren heeft, dan moet die kunnen landen op Vliegbasis Leeuwarden en geholpen worden door onze techneuten. Niet eindeloos hoeven wachten op toestemming om überhaupt in elkaars onderhoudsboekwerken te mogen kijken. Of erger: wachten op een onderhoudsteam uit het eigen land om de problemen op te lossen.” 

F-35’s tijdens oefening Red Flag in de Verenigde Staten, vorig jaar.
F-35’s tijdens oefening Red Flag in de Verenigde Staten, vorig jaar. Foto: sergeant-majoor Jan Dijkstra

‘Dat is de toekomst van de NAVO-luchtmachten’

Ultiem doel

De eerste belangrijke stappen in die interoperabiliteit zijn gezet. Zo vliegen bij de Weapon Instructors Course Noren en Nederlanders al in elkaars kisten. Mark: “Iedereen werkt met dezelfde dreigingen, dus waarom zouden we alles zelf doen? We standaardiseren steeds meer: bestandsnamen, formats, procedures. Dat lijkt saai, maar het maakt een enorm verschil voor een vlieger als data van alle partners duidelijk zijn en zo bijdragen aan een beter beeld van de Area of Responsibility (AOR). Het ultieme doel is om te kunnen sleutelen aan elkaars toestellen en in elkaars kisten te vliegen. Dat is de toekomst van de NAVO-luchtmachten.”

Een Noorse (Iinks) en Nederlandse militair (rechts) staan voor een F-35, in het midden op de achtergrond.
Tijdens Vigilant Lightning, de recente F-35-missie in Polen, sleutelden voor het eerst Noorse monteurs aan Nederlandse toestellen en andersom. “Dat is echt uniek”, gaf chief of staff majoor Dennis aan, op de foto met zijn Noorse evenknie majoor Lux. Foto: sergeant-majoor Cristian Schrik

Loyal wingman

Die toekomst ligt volgens hem niet alleen in software, maar ook in samenwerking tussen mens en machine. “Over tien jaar vliegt de F-35 waarschijnlijk met Unmanned Combat Aerial Vehicles (UCAV’s) als de Loyal Wingman. Die nemen risico’s over, voeren aanvallen uit of verzamelen informatie op een plek waar je liever geen vlieger inzet. Liever een drone kwijt dan een straaljager met vlieger.” 

‘Support the warfighter’

Twee keer per jaar komt Mark samen met collega’s van alle partnerlanden tijdens de Mission Data Working Group om nieuwe dreigingen te bespreken, technische lessen te delen en plannen te maken om sneller en slimmer data te verwerken. “Steeds vaker met behulp van kunstmatige intelligentie. De hoeveelheid data die de F-35 ophaalt is enorm. Dat kun je met mensenhanden niet meer bijbenen. Artificial Intelligence helpt ons om die data razendsnel om te zetten in bruikbare informatie.”

Portretfoto van luitenant-kolonel Mark.
Luitenant-kolonel Mark is drie jaar geplaatst in Washington.

Missie volbracht

Ondanks het complexe technische werk, blijft Mark zijn missie eenvoudig samenvatten: “Alles wat we doen, is om de vlieger veilig te laten opereren. Dat drong laatst nog eens extra goed door, toen we tijdens de Mission Data Working Group een lezing kregen van een Oekraïense vlieger. Hij vloog weliswaar met een MiG, een heel ander toestel, maar nam ons mee in zijn ervaring boven vijandelijk gebied. We zijn zoveel met nullen en enen bezig, maar of het nu gaat om software of onderhoud, uiteindelijk draait het om die ene vlieger die altijd een stap voor moet blijven op de dreiging. Vandaar onze taak: ‘Support the warfighter’.”