Defensie- en luchtmachtnieuws
Tekst: Jopke Rozenberg-van Lisdonk
Leestijd: 10 minuten
Luchtverdedigingsmissie Patriot bijna van start
De luchtverdedigers zijn er klaar voor. De uitrusting is gepakt, de voertuigen en wapensystemen gecheckt. Begin december vertrekken zo’n driehonderd mannen en vrouwen voor een half jaar naar Polen voor de Air Missile Defence Task Force (NL-AMDTF). Het is de grootste inzet van het Defensie Grondgebonden Luchtverdedigings Commando (DGLC) ooit.
De NL-AMDTF levert vanaf begin december luchtverdediging voor een van de drie logistieke knooppunten van de NATO Security Assistance and Training for Ukraine (NSATU). Deze organisatie coördineert de militaire steun aan Oekraïne, variërend van training geven tot het verschaffen van logistieke steun, afkomstig van donorlanden. De luchtverdedigers uit Vredepeel beschermen tegen aanvallen met ballistische raketten, vliegtuigen, helikopters én drones.
Laatstgenoemde komen voor rekening van 11 Luchtverdedigingsbatterij, die hiervoor is uitgerust met verscheidene counter-drone systemen. De collega’s van ‘12’ komen met het NASAMS-luchtverdedigingssysteem voor de middellange afstand op de mat. De Taskforce PATRIOT – bestaande uit het 800 en 802 Squadron – ondersteunen de missie met het Patriot-systeem voor de lange afstand. Samen leveren de drie eenheden een complete geïntegreerde luchtverdediging. Dat een NAVO-land dit in zijn geheel voor zijn rekening neemt, is voor het eerst. Voorheen werden de verschillende facetten van luchtverdediging door meerdere landen opgepakt.
Lees ook het artikel in het recent verschenen magazine Landmacht over de voorbereidingen van het detachement op deze missie. Foto: Peter Geurts
Zij aan zij met civiele partners bij oefening Wolkbreuk
Aan de boorden van het Amsterdam-Rijnkanaal, ter hoogte van het Utrechtse Schalkwijk, cirkelde op de eerste woensdag van november plots een Chinook boven flink wat hectaren weiland. De transporthelikopter leverde luchtsteun en pendelde twee dagen lang tussen het ‘pick-up point’ en de ‘drop-off locatie’ met zogenaamde ‘bigbags’ en ‘blockbags’. Dit was vanwege het fictieve oefenscenario ‘Wolkbreuk’, waarbij een dijk zogenaamd bezweken was onder aanhoudend noodweer.
Aan de grootschalige vierdaagse crisisoefening in de regio Utrecht en een deel van Zuid-Holland deden zo’n zevenhonderd deelnemers mee. Niet alleen de Koninklijke Luchtmacht zette zich in om de overstroming het hoofd te bieden, ook de Koninklijke Landmacht, het waterschap Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden, Rijkswaterstaat en het Rode Kruis deden mee.
Binnen de luchtmacht was een belangrijke rol toebedeeld aan het Mobile Air Operations Team (MAOT), dat de schakel tussen grond en de lucht vormt. Doordat de Chinook in Schalkwijk nergens kon landen vanwege de overstroming, hingen medewerkers van het MAOT de noodzakelijke middelen onder het toestel. Ondertussen sloten landmachtmilitairen en waterbeheerders elders sluizen en weteringen af met speciale big bags, legden zandzakken, plaatsten noodpompen en testten waterbergingen.
Dit fictieve scenario is niet langer ondenkbaar in Nederland, gezien de stijgende zeespiegel. Ook extreme buien worden steeds waarschijnlijker door klimaatverandering. Met name langs de grote rivieren in laaggelegen polders en in Limburg, evenals regionale rivieren en beken, is er gevaar voor overstroming. Mocht een scenario als dit werkelijkheid worden dan treedt voor Defensie Hoofdtaak 3 in werking. Daarbij ondersteunt de organisatie civiele partijen en levert bijstand bij rampen en crisis. En die worden met de dag waarschijnlijker. Foto: sergeant Gregory Fréni
Operationele Gezondheidszorg leidt op voor Hoofdtaak 1
Medisch grond- en luchtoptreden gebeurt binnen de krijgsmacht onder de meest uitdagende omstandigheden. Personeel van de Operationele Gezondheidszorg (OGZ) volgde hiervoor in oktober een intensieve praktijkopleiding op Fort Hood in de Verenigde Staten (VS).
Een deel van het personeel volgde de Operational Rotary Aeromedevac Course (ORAC), het andere deel de opleiding tot Gewondenhelper (officieel: Combattant Geneeskundige Neventaak, CGN). Na een theorieweek bij de grondschool op Vliegbasis Gilze-Rijen eind augustus, volgde vanaf 6 oktober de drieweekse praktijktraining bij 302 Squadron in Texas (VS). De cursisten oefenden dagelijks realistische scenario’s. Dat gebeurde onder begeleiding van het Defensie Gezondheidszorg Opleidings- en Trainingscentrum (DGOTC).
De artsen en verpleegkundigen van de ORAC-cursus werden opgeleid in het inrichten van een veilige medische werkplek aan boord van een Chinook tot het uitvoeren van levensreddende handelingen bij dag- en nachtvluchten onder tactische omstandigheden. Daarbij werden ze ondersteund door Chinook-bemanningen van 298 Squadron.
De CGN-cursisten van 930 Squadron leerden juist hoe zij levensreddende handelingen kunnen verrichten in het veld. Deze kennis is cruciaal voor situaties waarin gespecialiseerde medische hulp nog niet ter plaatse is.
Doordat de opleidingen voor medisch grond- en luchtpersoneel tegelijkertijd plaatsvonden, kon er optimaal geoefend worden met realistische scenario’s. OGZ-personeel is daarmee beter voorbereid op Hoofdtaak 1-scenario’s. Foto: DGOTC
Luchtmacht blijft vliegen vanaf Groningen Airport Eelde
De luchtmacht blijft gebruik maken van Groningen Airport Eelde. Het aantal vliegtuigbewegingen neemt zelfs iets toe tot circa 790 per jaar. Dat is vastgelegd in de ‘Regeling militair luchthavenluchtverkeer op overige burgerluchthavens van nationale betekenis’. Deze trad 1 november in werking.
De regeling is opgesteld door de ministeries van Infrastructuur en Waterstaat en Defensie. Hierbij is rekening gehouden met 110 reacties op de internetconsultatie die in de zomer plaatsvond.
Het merendeel van de reacties betrof het verzoek om meer uitleg over de regeling. Verder maakten omwonenden kenbaar zorgen te hebben over hun leefomgevingskwaliteit wanneer Defensie meer gaat vliegen. Eerder was namelijk sprake van maximaal 400 bewegingen. Er waren ook positieve reacties. Omwonenden lieten daarbij weten het belang te zien dat Defensie moet kunnen vliegen en oefenen.
De aanleiding voor de regeling is het nieuwe Luchthavenbesluit voor het Groningse vliegveld. Volgens de Wet luchtvaart moet er een aparte regeling komen voor militair medegebruik. Dat moet aan de grenswaarden en andere regels in het Luchthavenbesluit voldoen, zoals openingstijden en geluidbelasting. Deze regeling staat los van het Nationaal Programma Ruimte voor Defensie (NPRD).
Het gebruik van militaire jachtvliegtuigen valt niet onder de regelgeving, behalve in geval van nood- of voorzorglandingen. Ook oefen- en lesvluchten met toestellen zwaarder dan 6.000 kilo zijn niet toegestaan. Dat geldt ook voor oefen- en lesvluchten met straalvliegtuigen.
Foto: Hans Roggen
Formele overdracht F-16’s aan Roemenië een feit
De achttien Nederlandse F-16’s die dienst doen in Roemenië zijn op 3 november formeel aan dat land overgedragen. De overdrachtspapieren werden in Boekarest getekend door de commandant van de Roemeense Defensie Materieelorganisatie brigadegeneraal Ion Cornel Plesa en de directeur Domeinen Roerende Zaken van het ministerie van Financiën Linda Ruseler. Met de F-16’s worden onder meer Roemeense en Oekraïense F-16-vliegers opgeleid.
De eerste vijf voormalige jachtvliegtuigen van de Koninklijke Luchtmacht zijn al sinds november 2023 in gebruik bij het Europese F-16-trainingscentrum (EFTC) in Roemenië. De laatste twee leverde de luchtmacht eind november vorig jaar af. Tot 3 november was Nederland nog eigenaar van de jachtvliegtuigen. Naast de achttien toestellen voor het EATC doneerde Nederland er ook 24 aan Oekraïne. Deze worden momenteel al volop door het land ingezet om Russische luchtaanvallen te pareren. Foto: sergeant-majoor Cristian Schrik
AWACS-partners zoeken alternatief voor vlootvervanging
Nederland ziet samen met een aantal partnerlanden af van de verwerving van zes Boeing E-7 Wedgetails. Ze waren in beeld als opvolger van de Boeings E-3A, die nu als AWACS-radarobservatietoestellen worden gebruikt. Deze geavanceerde vliegtuigen bewaken onder meer vanuit het Duitse Geilenkirchen het Europese luchtruim.
Nederland nam oorspronkelijk met zeven partners, waaronder de Verenigde Staten (VS), deel aan het vervangingsprogramma van de AWACS (Airborne Warning And Control Systems)-vloot. De VS besloot echter afgelopen juli uit dit programma te stappen, waardoor zowel de strategische als financiële basis wegvielen. Daarom staken nu ook de resterende landen de verwerving van de E-7. Zij verkennen nu alternatieven voor de vervanging van de vloot en kijken naar nieuwe partners voor hun Support Partnership Committee.
“De inzet blijft om voor 2035 andere, stillere toestellen operationeel te hebben”, zegt staatssecretaris Gijs Tuinman. In dat jaar bereiken de vliegtuigen namelijk het einde van hun levensduur. “De terugtrekking van de VS laat bovendien het belang zien om zoveel mogelijk te investeren in de Europese industrie.” Foto: Phil Nijhuis
Nederland gaat mogelijk Amerikaanse luchtverdedigingsmunitie produceren
Nederland laat volgend jaar de mogelijkheid onderzoeken om Amerikaanse luchtverdedigingsmunitie te produceren. De Amerikaanse overheid heeft eind oktober akkoord gegeven op een zogenoemde haalbaarheidsstudie.
Daarmee wordt bekeken hoe de Nederlandse industrie kan bijdragen aan de productie, assemblage en het onderhoud van de AIM-120 Advanced Medium-Range Air-to-Air Missiles (AMRAAM).
De AMRAAM is een geavanceerd luchtverdedigingswapen. Het is bedoeld voor de bestrijding van luchtdreigingen op middellange afstand, zoals bemande en onbemande vliegtuigen en kruisraketten. De raketten wordt onder meer ingezet voor de zelfverdediging van de F-35 en binnen de grondgebonden lucht- en raketverdediging, zoals de NASAMS van de landmacht (zie eerste bericht).
De strategische bilaterale samenwerking is een eerste stap in de AMRAAM-co-productie met een Europese NAVO-partner. Hiermee wordt de integratie van de trans-Atlantische industriële defensiesamenwerking verdiept. Ook leidt het tot aanpak van productietekorten. Het opschalen van productie is van belang om de steun aan Oekraïne voort te zetten en voor de verdediging van het NAVO-verdragsgebied. Een pro-actieve internationale inzet op co-productie past bij de Defensie Strategie voor Industrie en Innovatie.
Defensie hoopt op deze manier bij te dragen aan de productie en versnelde levering van AMRAAM’s. De Amerikaanse AMRAAM-fabrikant Raytheon voert het onderzoek uit. Foto: Master Sergeant Michael Jackson
Defensie vraagt hulp bij bescherming tegen drones
Defensie roept de industrie op om met oplossingen te komen die bescherming bieden tegen drones. Bedrijven met een goed idee of bruikbaar product kunnen zich inschrijven voor de zogeheten Counter Strikedrone Challenge.
De voorstellen van de bedrijven moeten passen bij een duidelijk omschreven operationeel doel. Bijvoorbeeld nieuwe manieren om drones te zien, te identificeren of uit te schakelen. Dat laatste wil Defensie zo mogelijk al kunnen doen wanneer de drone zich nog in vijandelijk gebied bevindt. Er wordt dan dus niet gewacht tot zo’n drone boven bondgenootschappelijk grondgebied komt.
De challenge moet helpen bestaande oplossingen in de markt sneller te vinden en in te zetten. Bedrijven met een goed plan kunnen rekenen op een langdurige samenwerking met Defensie. Op deze manier bouwt de organisatie met de bedrijven aan een duurzaam partnerschap om gezamenlijk verder te blijven ontwikkelen.
Het initiatief voor de challenge kwam tot stand in samenwerking met Defport, een publiek-privaat platform van de ministeries van Defensie en Economische Zaken. Binnen Defport werken overheid, industrie, financiële instellingen en kennisinstituten intensief samen. Zij bespreken onder meer hoe innovatieve producten sneller zijn te ontwikkelen en financieren.
Inschrijven? Dat kan via de website www.tenderned.nl/aankondigingen. Gebruik de zoekterm: Counter Strikedrone Challenge. De inschrijving sluit op 26 november om 12.00 uur. Foto: sergeant-majoor Jan Dijkstra
Belgen kopen ook Pilatus PC-7 MKX
Na Frankrijk en Nederland kiest ook België voor de Pilatus PC-7 MKX. De zuiderburen kopen achttien van deze trainingsvliegtuigen. Dat maakte het Belgische kabinet op 7 november bekend. De eenmotorige turboprop vervangt de Marchetti SF-260, die al 55 jaar in dienst van de Belgische luchtmacht vliegt.
Het aankoopcontract omvat naast de vliegtuigen ook vluchtsimulatoren, nieuwe infrastructuur op Vliegbasis Beauvechain en twintig jaar operationele ondersteuning van Pilatus. De laatste Marchetti’s worden in 2027 uitgefaseerd. De vliegeropleiding op de nieuwe toestellen begint naar verwachting in 2028. Foto: Pilatus
Berging Britse bommenwerper uit Tweede Wereldoorlog
De joint bergingsdienst van Defensie (land- en luchtmacht) startte op 3 november met het bergen van een Britse Avro Lancaster bommenwerper. Delen van dit toestel uit de Tweede Wereldoorlog werden vorig jaar aangetroffen in een bos in Dronten, Flevoland. De berging duurt tot 21 november.
De bergingsdienst hoopt te achterhalen om welk toestel het precies gaat. In de omgeving zijn destijds namelijk meerdere toestellen van dit type gecrasht. Mochten er stoffelijke resten worden gevonden, dan onderzoekt de Bergings- en Identificatiedienst van de landmacht deze. Dat gebeurt in de hoop de identiteit van de bemanning te achterhalen.
De berging maakt deel uit van het Nationaal Programma voor vliegtuigwrakken met nog vermiste vliegers. Tijdens de Tweede Wereldoorlog gingen meer dan 5.500 vliegtuigen in Nederland verloren. Van een groot deel liggen er nog restanten in de bodem. Het nationaal programma ondersteunt gemeenten bij de kosten van een vliegtuigberging. Foto: uit collectie NIMH
Nederlandse fly-by op Amerikaanse Grand Prix
Drie Nederlandse Apaches en twee Chinooks van het 302 Squadron voerden op 19 oktober traditiegetrouw een fly-by uit tijdens de Grand Prix in Austin (Texas, Verenigde Staten). De formatie vloog perfect getimed over het Circuit of the Americas tijdens het slot van het (Amerikaanse) volkslied, een vast onderdeel van de Formule 1-openingsceremonie.
Het squadron, dat gestationeerd is op Fort Hood in Texas, verzorgt deze vlucht al jaren als gebaar van vriendschap richting de Verenigde Staten. Toeschouwers en organisatie ervaren de fly-by elk jaar als indrukkend feel good-moment. De krachtige aanwezigheid van de helikopters benadrukt niet alleen de nauwe samenwerking tussen Nederland en de Verenigde Staten, maar ook de professionaliteit van het Nederlandse 302 Squadron dat met precisie en discipline een herkenbare bijdrage levert aan dit internationale evenement. Foto: 302 Squadron