Tekst André Twigt
Foto SGT Jasper Verolme, SM Christian Schrik, SM Aaron Zwaal
Ernstmissie in Polen is er een van gewicht
De luchtverdedigers zijn er klaar voor. De uitrusting is gepakt, de voertuigen en wapensystemen gecheckt. Nu is het wachten op het moment van vertrek tot de grootste inzet van het Defensie Grondgebonden Luchtverdedigings Commando (DGLC) van start gaat. Zo’n 300 mannen en vrouwen gaan voor een half jaar naar Polen voor een missie die niet zonder gevaar is. Maar op zeker een goede zaak dient.
De Air Missile Defence Taskforce (NL-AMDTF) levert binnenkort luchtverdediging aan een van de 3 logistieke knooppunten van de NATO Security Assistance and Training for Ukraine (NSATU). Deze organisatie coördineert de militaire steun aan Oekraïne, variërend van training geven tot het verschaffen van logistieke steun, afkomstig van donorlanden. De luchtverdedigers uit Vredepeel beschermen tegen aanvallen met ballistische raketten, vliegtuigen, helikopters én drones.
Laatstgenoemde komen voor rekening van 11 Luchtverdedigingsbatterij (Luverdbt), die hiervoor is uitgerust met verscheidene counter-drone systemen. De collega’s van ‘12’ komen met het NASAMS-luchtverdedigingssysteem voor de middellange afstand op de mat. De Taskforce PATRIOT – bestaande uit het 800 en 802 Squadron – verschijnt met het welbekende Patriot-systeem voor de lange afstand ten tonele. Samen leveren de 3 eenheden een complete geïntegreerde luchtverdediging. “We kunnen de grootste raket tot de kleinste drone afvangen”, slaat majoor Jeroen de spijker op de kop.
‘Wij nemen het stokje over van de Duitsers’
Keihard gewerkt
De commandant van 12 Luchtverdedigingsbatterij doet voorkomen alsof het doodnormaal is dat zijn eenheid gereed staat voor de aftrap. Maar de hoogste baas weet al te goed dat daarvoor keihard is gewerkt. 12 Luverdbt bestaat pas een goed jaar. Om dan samen met de andere land- en luchtmachtcollega’s een complete object luchtverdediging over te nemen, is zachtjes uitgedrukt geen geringe opgave. “Het gros van de landen voor ons voerden deze opdracht gezamenlijk uit. Wij nemen als Nederland het stokje over van de Duitsers, maar in het verleden stonden er ook Noorse en Amerikaanse luchtverdedigers”, vertelt majoor Jeroen.
Dat de eerste inzet van de NL-AMDTF in het buitenland er eentje is van gewicht, maakt de majoor best trots. Om de maandenlange voorbereiding over te zien gaan in een ernstmissie is volgens hem ‘eigenlijk zoals het hoort’. “Kijk je naar de gedragingen van de Russen in de afgelopen jaren, dan zie je de noodzaak voor lucht- en raketverdediging alleen maar verder toenemen.”
Zelf opgeleid
Jeroen vertelt dat de 3 eenheden in de laatste fase verkeren. Er wordt nu niet meer geoefend en de opleidingen voor hen die als laatsten de eenheid kwamen versterken, zijn afgerond. “We hebben bepaald niet stilgezeten”, vindt sensoroperator wachtmeester Linde. Om snel over meer geschoold personeel te beschikken, lanceerden ze bij het DGLC een opmerkelijk initiatief. Dat resulteerde erin dat Linde nu samenwerkt met collega’s, die haar zelf hebben opgeleid.
Dat deden ze onder leiding van het Opleidings- en Trainingscentrum Grondgebonden Lucht- en Raketverdediging. “Zo leidden we naast sensoroperators ook vuurleiders en lanceerpersoneel op”, vult Jeroen aan. “Voor de wachtmeesters is dit tevens een mooie gelegenheid om boven de materie te komen staan.”
Operationele status waarmaken
Samen met een collega-korporaal bedient Linde bij toerbeurt het TRML-radarsysteem. Gezeten in een container onder de radar zijn ze alert op alles wat hun sector invliegt. Dit werk gaat 24/7 door in een shiftsysteem. Verslappen achter het beeldscherm is uit den boze. Dit is waarschijnlijk de moeilijkste opgave waarvoor het personeel van de Task Force zich ziet geplaatst.
“Iedere dag moeten we onze operationele status waarmaken, wat beheersing en discipline vergt”, becommentarieert Jeroen. Laat naar bed gaan, is er voor de luchtverdedigers volgens Linde de komende tijd dan ook niet bij. “We hebben concentratieoefeningen gekregen en ook voedingsadviezen”, gaat ranggenoot Reinier verder. “Energydrank drinken voor het slapen gaan, is geen goed idee en ook letten we op onze voeding.”
In de zesde versnelling
“Ik heb nog geen drukker jaar dan 2025 meegemaakt”, roept commandant majoor Ruud uit. Zijn 11 Luverdbt heeft recent veel nieuwe systemen in gebruik genomen en ook de bijbehorende training vergde veel tijd. Net als bij ‘12’ wordt personeel ook bij deze eenheid voor een groot gedeelte zelf opgeleid. “Dat moest wel, want onze opleidings- en trainingstak heeft niet de capaciteit om dat allemaal zelf te doen. Zo belandden we van de ene sprint in de andere.” Ruud vertelt dat de gedachte was om na deelname aan de NAVO-top in juni van dit jaar rustig iedereen op te leiden en de eenheid langzaam op te bouwen.
Het tegendeel was het geval. “Door de instroom van veel personeel en de in juni aangekondigde uitzending naar Polen moesten we na een korte onderbreking voor het zomerverlof in de zesde versnelling doorgaan. Doordat we in Polen een net iets andere manier van ontplooien hebben, moest iedereen daarvoor ook nog eens een aanvullende training krijgen. Nog nooit had ik het gevoel dat de tijd zo snel ging.”
Iedereen in paniek
Luchtverdediger Ruud vertelt dat zijn specialisten ernaar uitkijken op missie te gaan. Vijandelijke drones bestrijden, met in het achterhoofd de schade en ook onrust die die dingen zaaien, vormen de uitdaging voor de luchtverdedigers hun werk goed te doen. “We bewaken het luchtruim boven en rondom een vliegveld”, vertelt kanonnier-1 Wesley. “Daarbij gaan we ervan uit dat de kans dat we een UAV (Unmanned Aerial Vehicle) tegenkomen groot is. Onlangs vlogen die apparaten nog boven Denemarken, Zweden en in Polen. Paniek alom.”
“In ieder geval is het fijn dat we ons geen zorgen hoeven te maken over de bestaanszekerheid”, besluit hij verder. “5 jaar geleden hing de vlag er nog anders bij. Zo heeft ieder nadeel weer zijn voordeel.”