F-35-missie in Polen ten einde: een terugblik
Teameffort, indrukwekkend en een prestatie. Het zijn de eerste woorden die chief of staff majoor Dennis te binnenschieten als hij denkt aan de missie van de Nederlandse F-35’s in Polen. Bijna twee maanden is er een detachement met twee tot vier kisten in het land om te helpen bij het beschermen van het NAVO-grondgebied. Inmiddels zijn die weer thuis, en is Noorwegen in de lead. Een land waarmee op een unieke manier is samengewerkt tijdens Vigilant Lightning. Een terugblik.
Tekst: kapitein Kirsten de Vries | Foto’s: sergeant Jasper Verolme
Het is 1 september als het Nederlandse F-35 detachement het stokje krijgt overgedragen. Veel tijd om te acclimatiseren is er niet; acht dagen later halen de gevechtsvliegtuigen meerdere Russische Shahed-drones neer die het Poolse luchtruim binnendringen. “Het was voor ons eigenlijk gelijk raak”, zo vertelt majoor Dennis. “We hadden al een paar scrambles gehad omdat vliegende objecten de grens naderden, dus we wisten dat het een kwestie van tijd was voordat er echt iets kon gebeuren. Ook die bewuste nacht waren er meerdere scrambles. Ik ben gewoon naar bed gegaan, maar dan komt toch dat belletje dat het menens is. En opeens sta je er middenin.”
Met ‘een mannetje of zeven’ werken ze de hele nacht door. Het is bij uitstek een moment waarop de drie keywords van de chief of staff samenkomen: teameffort, indrukwekkend en prestatie. “Als die kisten terugkomen en er hangt niks meer onder, dan weet je dat het serieus is. We hadden nog nooit een inzet met missiles gehad. Maar als er op de zoemer gedrukt wordt, blijkt maar weer dat iedereen weet wat er van ze verwacht wordt en de schouders eronder zet. Dan is het mooi om te zien dat op zo’n moment alles loopt.”
‘De Polen zijn ons enorm dankbaar voor wat wij hier gedaan hebben’
Poolse medaille
Voor de inzet van die nacht krijgen majoor Dennis en tweeëntwintig collega’s de Polish Army Medal uitgereikt. Een hele eer dat het land op deze manier hun waardering uitspreekt, benadrukt hij. “Ze zijn ons enorm dankbaar voor wat wij hier hebben gedaan. Voor de F-35 is het ook echt uniek. De F-16 heeft in Afghanistan bijvoorbeeld best wat wapeninzetten gehad. Maar dit is de eerste keer dat je dit nu met de F-35 boven NAVO-grondgebied meemaakt. Dat maakt het echt bijzonder en historisch.” Dennis denkt dat met het neerhalen een duidelijke boodschap is afgegeven aan de Russen: “Zij zoeken de grenzen steeds meer op. Maar wij hebben duidelijk gemaakt: tot hier en niet verder.”
Na deze ene nacht volgen nog wel enkele scrambles, maar die leiden niet tot een wapeninzet. Voorafgaand aan de missie is het sowieso voor de majoor en zijn mensen moeilijk inschatten hoe vaak de F-35’s in actie gaan komen. Uiteindelijk zijn er in zo’n twee maanden tijd een kleine dertig scrambles, waarbij de kisten wel de lucht ingaan maar hun wapens niet gebruiken. “Van tevoren dachten wij dat we niet zo vaak ingezet zouden worden. Maar zeker de eerste paar weken moesten we er wel twee tot vier keer per week uit.”
‘Ik zie de Noren als Brothers in Arms’
Samenwerking met Noorwegen
Naast het beschermen van het NAVO-grondgebied, ligt er nog een belangrijke taak in Polen: de samenwerking met de Noren verder uitbreiden. Voor maintenance is het tijdens Vigilant Lightning de eerste keer dat Noorse monteurs aan Nederlandse toestellen sleutelen en andersom. “Dat is echt uniek”, geeft Dennis aan. “Ik zie hen als Brothers in Arms. Het is essentieel dat we die samenwerking opzoeken, ook qua kennis. Zo kun je bijvoorbeeld bij elkaar checken: ‘zien jullie hetzelfde beeld qua trends en defecten?' Maar ook op het gebied van logistiek kan die samenwerking er zijn. Wij hebben hier ook onderdelen aan de Noren uitgeleverd. Samen staan we sterk.”
Vertrouwen winnen
Een van die vliegers die meedoet aan de ‘uitruil’ met de Noren is de Nederlandse kapitein ‘Buzzer’. Hij is in Polen om ervoor te zorgen dat de overdracht tussen de twee landen zo soepel mogelijk verloopt. Op het gebied van maintenance ligt de grootste uitdaging. “Als een Noor met Nederlandse spullen op pad gaat, hoe zorgen we ervoor dat ze dan niet in de knoop zitten met hun eigen procedures? Maar het is ook het vertrouwen van elkaar winnen, vooral als je onbekende gezichten tegenover je hebt. Daarom is het goed en belangrijk dat we samen oefenen. Dan kun je bijvoorbeeld het hoofd van de Noorse logistiek aan tafel zetten met zijn Nederlandse counterpart. Zo kunnen zij elkaar uitleggen waarom ze dingen op een bepaalde manier doen en hoe het voor iedereen het makkelijkst is, zonder dat het impact heeft op de regelgeving aan beide kanten.”
Regelgeving
Want die regelgeving gooit nog wel eens roet in het eten. “Informatie die niet op een server gezet mag worden, terwijl dat wel wenselijk is”, schetst de kapitein een van de dilemma’s. “Dan werken we vervolgens met twee systemen, waarbij ik niet in het Noorse kan.” Maar ook op juridisch gebied zijn er nog een aantal plooien glad te strijken: “Wat gebeurt er als we een probleem hebben met een vliegtuig? Wiens verantwoordelijkheid is dat dan: een Nederlands vliegtuig dus van Nederland of: het is een Noorse vlieger dus van Noorwegen?”
Niet alleen voor maintenance ontstaat een nieuwe werksituatie in Polen, ook voor de vliegers is dit het geval. Het is namelijk voor het eerst dat ze in missiegebied in elkaars F-35’s vliegen. Het gaat ze zonder al te grote problemen af. “Wij hebben allemaal dezelfde opleiding gedaan in Amerika. Natuurlijk hebben we met onze squadrons onze eigen procedures en regelgeving maar op tactisch gebied hebben we dezelfde boekwerken. Hier in Polen is het dan alleen even kijken of we hetzelfde bedoelen in bepaalde situaties, maar dat kost een oefenvlucht en dan is het gaan. Dat is ook belangrijk want als er een artikel 4 of 5 wordt uitgesproken; dan is het belangrijk dat je in elk land in een F-35 kunt stappen en dat je niet afhankelijk bent van je eigen spullen.”
‘Ik heb hier echt gezien dat ik op andere landen kan leunen’
Scenario’s
Naast de verbinding met de Noren zoeken, oefenen Buzzer en zijn collega-vliegers zelf ook volop in Polen. Deze trainingen zijn gericht op het neerhalen van drones of kruisvluchtwapens. Door voor elkaar scenario’s te bedenken, worden ze voor onverwachte situaties geplaatst. “Onze computers zijn zo geprogrammeerd dat je daarin tracks kunt creëren: het profiel van bijvoorbeeld een drone kunnen wij repliceren in het vliegtuig. Dan doorlopen we vervolgens de hele procedure totdat de controller zegt: ‘friendly’ of ‘clear to engage’. Daar stopt het en dan zetten we weer een nieuwe situatie op. Hier zijn we eigenlijk alleen maar bezig met de dronescenario’s, omdat dat de dreiging van nu is en daarmee moeten we bekend worden. Maar ik denk dat we met de nacht van 9 op 10 september al hebben laten zien dat we dit kunnen. En als het moet, dan kunnen we er nu op af. Want ik heb hier echt gezien dat ik kan leunen op andere landen als het erop aankomt.”