03

Dit artikel hoort bij: de Vliegende Hollander 11 | 2025

Meer hoofdtaak 1 in Caribisch gebied

NH90-bemanning: marinemensen van de luchtmacht

Het patrouilleschip Zr.Ms. Groningen vaart sinds september 2025 voor de kust van Curaçao. De focus ligt op Hoofdtaak 1 en daarvoor is een belangrijke rol weggelegd voor het NH90-helikopterteam. Marinemensen in dienst van de luchtmacht. De Vliegende Hollander ging mee aan boord.

‘Door de hitte vier dagen op onze buik gelegen om alles weer werkend te krijgen’

Tekst: Michael Simon | Foto’s: sergeant-majoor Hille Hillinga | Foto boven: Defensie Caribisch Gebied

Het is heet deze oktoberdag op Curaçao. Het kwik schommelt rond de 35 graden Celsius en de luchtvochtigheid is hoog. Op het dek van Zr.Ms. Groningen is het ook drukkend warm, alhoewel de wind die hier over de baai richting marinebasis Parera en het schip waait, enige verfrissing biedt. De technische dienst van de NH90, die op het schip dienst doet als boordhelikopter, heeft de nadelige effecten van het Caribisch klimaat aan den lijve ondervonden, geeft sergeant-majoor Mark aan, chef van de club.

Een luchtfoto van Zr.Ms. Groningen, met de helikopter op het achterdek.
Vijf maanden lang is Zr.Ms. Groningen de thuishaven voor een NH90-team van 860 Squadron. Foto: sergeant-majoor Jan Dijkstra
Portretfoto van sergeant-majoor Mark, chef van de technische dienst.
Sergeant-majoor Mark: “Op Curaçao zijn we met de kist vaak op vliegveld Hato, omdat het daar nu eenmaal makkelijker werken is dan aan boord.”

Klein team

“In het begin hadden we veel problemen met de kist. Storingen, problemen met computers, onderdelen die stuk gingen. Mijn jongens hebben vier dagen op hun buik in de hitte moeten liggen om het allemaal weer werkend te krijgen.” De hitte in het Caribisch gebied is een uitdaging voor zowel mens als machine. “De IFF-transponder werd zo heet dat hij een storing kreeg. Als dat ding niet werkt, mag je niet vliegen. Om dat op te lossen hebben we die er elke keer uitgehaald en in de werkplaats gelegd waar het koeler is. Vervolgens zetten we het weer terug vlak voordat er gevlogen werd.”

Door de beperkte ruimte aan boord is het team van 860 Squadron dat meegaat een stuk kleiner in vergelijking met wanneer andere DHC-squadrons op pad gaan. Mark: “Vanuit de Marineluchtvaartdienst zijn we gewend met een veel kleiner team de kisten te onderhouden. Daardoor hebben we ook meer bevoegdheden per functie.” Dat heeft niet alleen invloed op het aantal mensen dat de technische dienst meeneemt. Niet al het werk kan aan boord worden gedaan. “Takelen gaat bijvoorbeeld niet”, aldus Mark. “Als dat nodig is, zoeken we een locatie op de wal.”

Een NH90 nadert het achterdek van Zr.Ms. Groningen. Op de achtergrond de bergen van Curaçao. Foto: Defensie Caribisch Gebied
Portretfoto van luitenant ter zee 1 klasse Harm.
Harm: “We dragen een donkerblauw marinepak, maar voor mijn functie staat gewoon CLRS.”

Marinemensen bij de luchtmacht

Luitenant ter Zee 1 Harm is één van de bemanningsleden voor wie Mark en z’n collega’s de helikopter onderhouden. Harm zelf is tactical coördinator, TACCO. Naast hem bestaat de bemanning uit een vlieger, een redder/schutter en een sensor-operator. Daaromheen bevindt zich nog de technische club van sergeant-majoor Mark. “Een vliegdekofficier, een sergeant-majoor van de mariniers, completeert de club”, vertelt Harm. “Dat is degene die met de bekende bordjes staat te wapperen achterop op het dek.” In totaal bestaat het team, de vluchteenheid, uit elf personen.

Het behoeft meestal even wat toelichting. Het NH90-team bestaat uit marinemensen die geplaatst zijn bij de luchtmacht. Harm: “In de basis is 860 Squadron, waaronder onze club valt, gevuld met marinepersoneel. We dragen dus een donkerblauw pak, we zijn onderdeel van het Defensie Helikopter Commando. En dus staat er ook Commando Lucht- en Ruimtestrijdkrachten voor mijn functie.”

Een NH90 hangt boven het achterdek van een schip terwijl een militair met bordjes in zijn handen aanwijzingen aan de vlieger geeft.
De vliegdekofficier loodst de NH90 veilig boven het achterdek zodat de helikopter daar kan landen. Foto: Defensie Caribisch Gebied

Zowel de crew als de heli zelf zijn integraal onderdeel van het schip

Uitgeleend worden

Nederland heeft standaard een stationsschip in de West en daarvoor draaien diverse schepen een rotatiedienst. Begin september 2025 vertrekt Zr.Ms. Groningen hiervoor uit Den Helder, waar de NH90-eenheid aansluit. Niet als vast onderdeel van het schip dus. Harm: “Maar vaak weten we al een jaar van tevoren op welke reizen we meegaan. Als het zover is en we bij vertrek in Den Helder op het schip landen, nemen we even afscheid van de luchtmacht en gaan we als samengestelde eenheid onder marineleiding door.”
Dat telkens ‘uitlenen’ aan een ander schip bevalt eigenlijk best wel goed, vertelt Harm. “Zoals wij iedere keer van schip wisselen, krijgen schepen natuurlijk ook telkens andere aircrews mee.” Maar ondanks die wisselende samenstellingen zijn zowel de bemanning als de helikopter zelf integraal onderdeel van het schip. “De helikopter is een wapen- en sensorplatform, net zoals de radar en het kanon van het schip dat zijn.” Over zijn rol als TACCO vertelt Harm: “Daarvoor ben ik initieel opgekomen als marineofficier. Na verschillende varende functies heb ik de opleiding tot commandocentrale-officier gevolgd. Na een keuringstraject volgde ik aanvullend de TACCO-opleiding om ook de NH90 in dit complexe geheel in te kunnen zetten.”

Behalve het uitvoeren van operaties, wordt er ook veel getraind en geoefend met de boordhelikopter.

‘In het Caribisch gebied is het in principe ieder voor zich’

Counterdrugs-operaties

En wat de NH90-bemanning precies doet? Harm: “Sinds deze zomer vooral Hoofdtaak 1, het verdedigen van het eigen grondgebied. En ‘eigen’ heeft in dit geval een nog zwaardere betekenis dan in Nederland, omdat ons gebied in het Caribische deel van het koninkrijk niet onder het NAVO-verdrag valt. Er is dus geen Artikel 5, waarbij een aanval op ons een aanval op ons allen is. Natuurlijk zijn er goede contacten met de Fransen, de Britten en de Amerikanen. Maar in principe is het ieder voor zich hier.”

Een van de trainingen is het hoisten van personen.

Dan zijn er nog de counterdrugs-operaties. Harm: “Er is een grote rol weggelegd voor de helikopter om de stroom bootjes vanuit Venezuela en Colombia richting het noorden tegen te houden. De zee is groot, de boten klein en met vliegende eenheden kun je een groot watergebied efficiënt afzoeken. Als we een bootje spotten, kon besloten worden aan boord te gaan. We lieten dan duidelijk weten via optische signalen en over de radio: ik zie jou en ik wil je inspecteren. Meestal gingen ze er vandoor. Daarna volgden, mits de toestemming geregeld was, waarschuwingsschoten voor de boeg vanuit de helikoper. Als dat niet hielp, volgden precisieschoten op de buitenboordmotor om de boot stil te leggen voor inspectie.”

Een luchtfoto van Zr.Ms. Groningen, met de helikopter op het dek en een kleine motorboot die ernaast vaart.
“Wij zijn niet betrokken bij de huidige, nationale operatie van de VS.” Foto: sergeant-majoor Jan Dijkstra

Onrust in de West

“Onze counterdrugs-operaties zijn gericht op bewijs verzamelen, personen aanhouden, berechten en grote hoeveelheden drugs van de markt halen”, geeft Harm aan. Dat gebeurde in goede samenwerking met de Amerikaanse kustwacht, dat ook teams aan boord had van Nederlandse schepen en zorgdroeg voor de berechting van de bemanning. De Verenigde Staten kondigden half augustus aan hun militaire operaties ten aanzien van drugsbestrijding in het Caribisch gebied te intensiveren. De gespannen situatie heeft direct invloed op de Nederlandse operaties in het gebied. Harm: “Bij de huidige, nationale operatie van de VS zijn wij niet betrokken. We houden de zee in de gaten of er geen gekke dingen gebeuren.”

We houden de zee in de gaten of er ‘geen gekke dingen gebeuren’. Foto: Defensie Caribisch Gebied

Lang van huis

De eenheid is dus op wisselende schepen actief, maar binnen de technische dienst is het streven wel om de chef met zijn eigen personeel op pad te laten gaan. “Dat proberen we in ieder geval”, aldus sergeant-majoor Mark. “Maar ook wij hebben onze personeelsproblemen en ook onze medewerkers gaan trouwen, worden vader of moeder, kopen een huis… Bij dat soort gebeurtenissen moeten we toch schuiven en wisselen, want je bent niet een paar dagen op reis. In deze functie ben ik bijvoorbeeld nu ieder jaar één keer drie tot vier maanden weg.” De huidige reis, van september 2025 tot en met januari 2026 is niet uitzonderlijk, maar enigszins aan de lange kant. Daarom vindt halverwege de reis een bemanningswissel plaats. Harm: “De technische dienst blijft de hele reis, de vliegende club, met uitzondering van de vlieger is halverwege vervangen.”

‘Lang en ver van huis zijn wordt niet makkelijker zo met de feestdagen in aantocht’

Natuurlijk weet je dat reizen een flink onderdeel van je werkzaamheden behelst als je bij de marine gaat. Mark: “Ik heb voor mezelf een soort psychologische grens. Drie maanden of minder per jaar is prima. Alles wat langer is, vind ik minder leuk.” Momenteel is het even pittig, omdat Mark de volledige missie draait en door omstandigheden langer van huis is dan normaal. “In anderhalf jaar tijd zo’n negen maanden. Ik kan wel zeggen dat ik het een beetje zat ben en dat het me zwaar valt. En dan komen de feestdagen daar ook straks overheen… Ja, op z’n zachtst gezegd jammer dat ik dan niet thuis ben.”

Deze sortie zit erop. Bemanningsleden van de NH90 lopen vanaf het vliegdek naar hangar. Foto: Defensie Caribisch Gebied
C-ZMCARIB commandeur Walter Hansen

“We zouden graag meer weten over Amerikaanse acties”

“De huidige ontwikkelingen geven aanleiding tot zorg, aangezien de Aruba, Bonaire en Curaçao precies tussen de toegenomen Amerikaanse militaire aanwezigheid en Venezuela liggen”, aldus C-ZMCARIB Walter Hansen eind oktober. De commandeur ziet de VS nog altijd als een waardevolle partner. “Al sinds de Tweede Wereldoorlog trekken we samen internationaal op, maar het land voert nu een nationale operatie uit, daar is ons koninkrijk níet bij betrokken.”

Dat een bevriende natie zo unilateraal optreedt, maakt de situatie ‘complex’, aldus Hansen. “Het is natuurlijk niet de eerste keer dat ze dat doen, maar wel de eerste keer dat wij er direct mee te maken hebben. Het zou mooi zijn als we iets meer zouden weten, maar dat is niet zo en met dat gegeven moeten we leven. We zullen zodoende vooral naar onszelf moeten kijken en onze verantwoordelijkheid nemen waar het de bescherming van dit deel van het koninkrijk behelst.”