Data Science Cell beleeft primeur met oefening Athena.EXE
Tijdens oefening Athena.EXE begaf een mix van militairen en burgers zich eind oktober in een ‘snelkookpan voor digitalisering in oorlogstijd’. Binnen een tijdsbestek van slechts drie dagen voorzagen de deelnemers 298 Squadron van digitale producten en oplossingen. Maar, Athena.EXE was om nog een andere reden bijzonder voor de collega’s van de Data Science Cell: de afdeling organiseert eigenlijk nooit oefeningen. “Het zijn niet alleen gevechtstroepen die zich nu voorbereiden op een Hoofdtaak 1-scenario. Ook wij doen dat.”
Tekst: kapitein Nico Schinkelshoek | Foto’s: sergeant Gregory Fréni
Wat is de Data Science Cell?
De Data Science Cell (DSC) is een relatief nieuwe luchtmachtafdeling. De tientallen militairen en burgers die er werken verzamelen en verwerken enorme hoeveelheden aan data (gegevens) en zetten die om in bruikbare middelen. Die kunnen het werk van collega’s vergemakkelijken of automatiseren. Denk bijvoorbeeld aan applicaties (app’s) of visualisaties. In conflictgebieden kunnen de collega’s van de DSC direct bijdragen aan het identificeren en oplossen van pijnpunten in de (oorlogs)bedrijfsvoering.
‘Een scenario opgezet voor 298 Squadron in een grote oorlog'
‘Niet snel genoeg'
Dat deze gemixte club luchtmachters de oefening nu voor de eerste keer organiseert, is niet zonder reden. De DSC zoekt actief naar de rol die de cel zal vervullen bij een aanval op het eigen grondgebied of dat van bondgenoten. Deze oefening helpt de IT-ontwikkelaars, product owners, business-analisten en scrummasters bij die zoektocht. “We hebben een scenario opgezet waarbinnen 298 Squadron in een grote oorlog strijdt tegen de vijand”, legt oefenleider kapitein Dylan van der Beek uit. “Alleen het missieplanningsproces loopt daarbij niet snel genoeg, dus daarom klopt het squadron bij ons aan.”
In een van de hangaars op Vliegbasis Gilze-Rijen kijken zo’n veertig deelnemers aandachtig naar computerschermen. Daarop zijn verschillende softwarecodes, kaarten en mappen te zien. De militairen en burgers werken daar in kleine teams aan echte casussen van de Chinook-eenheid. Denk aan de wens van het vliegend personeel om landingszones automatisch te laten bepalen door bijvoorbeeld artificiële intelligentie (AI). Volgens het scenario is het belangrijk dat er snel oplossingen komen voor deze vraagstukken, zodat zij hun werk in deze ‘oorlog’ beter kunnen doen.
Operationele bewustwording vergroten
“Deze specifieke casussen wil je normaal gesproken vooraf regelen”, beaamt de kapitein. “Dit zijn hier vooral middelen om de hoofddoelen van de oefening te behalen. Naast het verkennen van onze mogelijke rollen als DSC binnen een Hoofdtaak 1-scenario, is dat het verhogen van de operationele bewustwording van de militairen en burgers binnen het digitale domein.” Het meegeven van deze oefenervaring is daarom belangrijk. “We zullen niet met z’n allen aanklikken bij een eenheid en dicht tegen het front gaan zitten, maar het is ook niet werkbaar als we met z’n allen warm in ons kantoor in Breda blijven.”
‘Ik hoop stiekem dat we hiermee verder kunnen gaan’
Product met potentie
In een hoek achterin de hangaar is eerste luitenant Piene Claessen met haar groepje bezig met de afronding van hun product: een automatische routeplanner voor de Chinooks. In de huidige situatie voeren vliegers handmatig coördinaten in op het moment dat ze hun route onderweg wijzigen. Deze nieuwe visuele kaart genereert zelfstandig een nieuwe route van punt A naar B en houdt daarbij rekening met onder meer afstand, hoogtes, de aanwezigheid van steden en mogelijke dreigingen. Druk voert het team de laatste gegevens in voordat ze over enkele uren hun resultaat presenteren. “Je merkt dat het krap is om zoiets in drie dagen te maken. Maar, ik hoop stiekem dat we hiermee verder kunnen gaan”, zegt data scientist Claessen enthousiast. “Dit is écht iets dat het squadron kan gebruiken.”
Geen idee
Voor de luitenant is het bovendien haar eerste oefening na de afronding van haar militaire opleiding. “Als IT’er kom je niet zo snel in het veld, maar het is juist waardevol om dat mee te krijgen”, vindt ze. “Dit heb ik gemist.” Toch weet ze wel wat ze kan verwachten van het reilen en zeilen in een militaire setting. Dat in tegenstelling tot groepsgenoot Juliëtte Walraven-van den Berg, die als business analist aansluit als externe consultant. “Ik had geen idee hoe zo’n oefening in elkaar zit. Ik wist überhaupt niet wat bijvoorbeeld een detachementsbriefing inhoudt. Het was best spannend om hieraan mee te doen, omdat ik me niet kon voorstellen hoe het is om met z’n allen samen te komen op zo’n locatie en drie dagen in een bunker aan een product te bouwen”, zegt ze met een lach.
‘Ik merk echt de urgentie om bij te dragen’
Innerlijk vuur
Hoewel Walraven-van den Berg in eerste instantie sceptisch was over de bijdrage die ze kon leveren tussen alle ‘slimme collega’s’, kwam ze al snel achter haar meerwaarde voor het team. ”Ik merk bijvoorbeeld dat ik vanuit mijn rol goed kan helpen om een probleem in kaart te brengen. We moeten iets bouwen dat morgen gebruikt kan worden. Niet alles kan erin zitten. Die focus kan ik in het team aanbrengen.”
De deelnemers komen ondertussen steeds dichter bij hun deadline. Van het herfstachtige weer is binnen weinig te merken. Daar heerst een serene rust. Zo nu en dan wordt die onderbroken door het geluid van overvliegende helikopters, die het scenario nog echter doen voelen. “De eerste dag was aftasten, spannend”, blikt Walraven-van den Berg terug. “Nu op de derde dag willen we niet stoppen. Er is een soort innerlijk vuur ontbrand en ik merk echt dat de urgentie om bij te dragen wordt gevoeld. Dat vind ik bijzonder om mee te maken. Het is echt wel één van de vetste dingen die ik in m’n carrière heb mogen doen. En de samenwerking met militairen gaat heel natuurlijk. We voelen ons hier allemaal onderdeel van de luchtmacht.”
Zeker niet de laatste editie
Voor de DSC is de oefening een primeur. “Ons voornemen is om dit minimaal jaarlijks te doen. Mijn ultieme doel zou zijn om tijdens een oefening van een operationele eenheid aan te sluiten en daarbij echte vragen te beantwoorden”, aldus kapitein Van der Beek. Volgens de oefenleider is er op dit moment nog een gat tussen de IT’ers en de operationele eenheden. “Wij weten heel goed wat we kunnen op het gebied van software development, data science en AI, maar weten niet precies wat het operationele domein nodig heeft. Andersom is daarbinnen niet bekend wat wij allemaal kunnen. We hopen dat we hiermee een stapje naar elkaar zetten.”