Achtste Luva-reünie vindt plaats in Kumpulan op Bronbeek

x
Leestijd: 8 minuten

Met een opkomst van zo’n honderdvijftig dames was de achtste reünie van de Luchtmacht Vrouwenafdeling (Luva) een succesvolle bijeenkomst. Sinds deze editie horen daar de gewezen vrouwelijke militairen van de Koninklijke Luchtmacht bij. Dat zijn de vrouwen die vanaf 1978 het luchtmachtblauw hebben gedragen. ‘Zij staan op de schouders van het pionierswerk dat de Luva’s hebben verricht.’

Tekst: Arno Marchand | Foto’s: Phil Nijhuis

Onderonsjes van voormalig luchtmachtvrouwen tijdens de reünie.

‘Ik ben nog steeds trots en dankbaar dat ik de Luva-tijd heb mogen meemaken’

Overste b.d. Christa Oppers-Beumer leest voor uit een ingezonden brief.
Christa Oppers-Beumer spreekt de aanwezigen toe.

Voorzitter van het organiserend comité luitenant-kolonel b.d. Christa Oppers-Beumer leest in haar openingsspeech voor uit een ingezonden brief van een van de eerste luchtmachtvrouwen. Bij het noemen van de lichting, 55-3, gonzen de ohh’s door de grote zaal van de Kumpulan op Bronbeek. ‘We kwamen zoals alle Luva’s op op Kamp Zeist. In die tijd móest je bij de luchtmacht in ieder geval één keer gevlogen hebben. Dat was met een Dakota, vanaf Soesterberg. Ik was net 18 jaar, dus mijn ouders moesten er nog wel toestemming voor geven… Ik ben nog steeds trots en dankbaar dat ik de Luva-tijd heb mogen meemaken en ik heb er ook goede herinneringen aan.’

Een klas Luva's op Kamp Zeist in 1955. Foto: uit collectie Nederlands Instituut voor Militaire Historie

“Die trots en dankbaarheid wordt door ons allemaal gevoeld”, vervolgt Oppers-Beumer. Zij treedt in 1978 als één van de drie eerste vrouwen op de Koninklijke Militaire Academie aan. In 1982 behaalt ze als eerste en dan nog enige vrouw de officiersbul. “Het besef dat je een niet alledaagse baan hebt die er echt toe doet. Dat was zo toen de eerste vrouwen bij de luchtmacht in dienst kwamen en dat is het vandaag de dag nog steeds. De bijzondere werkgever, de Koninklijke Luchtmacht, is wat ons bindt en wat ons vandaag voor de achtste keer bij elkaar brengt, dit jaar voor het eerst met collega’s van na het Luva-tijdperk. We vinden het belangrijk de doelgroep van de reünie uit te breiden naar álle gewezen vrouwelijke militairen van de luchtmacht. Wij, van na 1978, staan op de schouders van alle Luva’s.”

Zwart-witfoto’s uit de dienststijd van Pamela.
Pamela toont een aantal foto’s van haar uit de Luva-tijd, onder andere van haar tijd op AOCS Nieuw Milligen.
Kapitein b.d. Pamela Kuntz-Bosch.

‘Een vrouw bij de vliegdienst was toen nog verre van gebruikelijk’

Geen Marva, wel Luva

Kapitein b.d. Pamela Kuntz-Bosch (77) komt als Luva op in november 1964. Dat ligt niet voor de hand, want ze solliciteert met haar 17 jaar, na haar HBS, eerder al als Marva bij de marine. “Daar kon je meteen officier worden, maar ik werd niet aangenomen; ik was te jong.” Later dat jaar probeert ze haar geluk bij de Luva waar ze wel in dienst komt. “Als telexist, en achteraf was ik daar heel blij mee. Ik heb alle rangen doorlopen. Daardoor leerde ik heel veel en kende ik ook veel mensen uit ‘all ranks’.” Ze wordt onder andere geplaatst als luitenant-adjudant bij de Chef Vliegdienst op Vliegbasis Soesterberg. “Daar vlogen de Hunters van 325 Squadron; wat een prachtige vliegtuigen waren dat. Maar ook de Alouettes, Friendships en T-33’s waren daar gebaseerd. Alle vliegers kwamen bij ons langs en die keken in het begin best een beetje op. Een vrouw bij de vliegdienst was toen nog verre van gebruikelijk.”

‘Als VIP afgeleverd op Nieuw Milligen – ik kon me meteen melden bij de commandant’

“Ik vond het vliegbedrijf zó leuk! Ik wilde best verkeersleiding doen en vroeg daarom een dienstvakverandering aan. Zo werd ik officier verkeersleiding én, weer op Soesterberg geplaatst!” Na het sluiten van Ypenburg als vliegbasis worden luchtverkeersleiders ervan herplaatst. Daardoor is er op Soesterberg geen plek meer voor Pamela. “Ik moest naar Nieuw Milligen. Na het uitdrinken op Soesterberg zei een van de vliegers ‘ik breng je wel even, met de heli’. En zo werd ik als VIP afgeleverd op Nieuw Milligen. Ik kon me meteen melden bij de commandant.” Naast diverse andere functies, geeft ze in de jaren zeventig voorlichting op scholen en aan aspirant Luva’s. “Omdat ik door de rangen was gegroeid, kon ik goed uit de praktijk vertellen wat ze zouden meemaken.” In mei 1980 zwaait Pamela af op haar laatste functie op Gilze-Rijen. “De luchtmacht was de beste tijd van mijn leven.” Daarna voerde Pamela meer dan twintig jaar het secretariaat van het Comité Reünie Luva. “Zo bleef het contact met de luchtmacht bestaan. Met een paar woorden begreep je elkaar al.”

Commodore Ellen Meeuwsen-Scholten houdt een toespraak.
Commodore Ellen Meeuwsen-Scholten: “Respect voor het pionierswerk dat u deed voor de luchtmachtvrouwen van nu.”

Verschillend

Directeur Personeel en Bedrijfsvoering commodore Ellen Meeuwsen-Scholten vertegenwoordigt als vrouw en opperofficier de luchtmachtstaf op deze bijeenkomst. Desgevraagd door de aanwezigen, toont ze haar nieuwe DT-jurk, één van de veranderingen van Defensie die het werken voor vrouwen steeds toegankelijker maken. “Dat is nodig,” geeft ze aan”, want er zit wel wat progressie in het aantal vrouwen bij de luchtmacht, maar nog niet genoeg. Daarom luisteren we goed naar hun wensen. We zijn niet hetzelfde als mannen. We zijn verschillend en dat is prachtig.”

Een kleuren- en zwart-witfoto uit de dienststijd van Margaret.
Margaret laat haar aanstellingsfoto zien en een foto van de vierdaagse, toen ze als reservist haar uniform weer aan mocht.
Sergeant 1 b.d. Margaret Massop-Korevaar.
Sergeant 1 b.d. Margaret Massop-Korevaar.

‘De luchtmacht is een vrij kleine club, en meer menselijk denk ik’

Lucht in mijn aderen

Een van de gewezen vrouwelijke luchtmachtmilitairen op de reünie is sergeant 1 b.d. Margaret Massop-Korevaar (58). Ze is eind jaren 80 onder andere wachtcommandant bij de Luchtmachtbewaking (LB) op de Luchtmachtstaf in Den Haag. “Mijn moeder had al marinevrouw willen worden, maar daarvoor kreeg ze thuis de handen niet op elkaar. ‘Jij bent een buitenkind, altijd op pad; is het leger niets voor jou’, zei ze. Dat leek me wel wat. Met elkaar iets neerzetten. Voor volk en vaderland. Die saamhorigheid vond ik mooi.

Bij sollicitatie gaven ze aan dat bewaking wel wat voor mij was. ‘Is dat niet heel erg een mannending’, vroeg ik? Maar met nog acht van de tien vrouwen van mijn lichting 86-3, zetten we de stap. Bij de LB was het vaak fijn dat er ook een vrouw was, zoals voor jonge dienstplichtigen. Na een paar weken vakantie hoorde ik ‘goed dat je er weer bent. De sfeer is dan tóch anders.’ De luchtmacht is een vrij kleine club en meer menselijk denk ik. Natuurlijk zijn er rangen en standen, maar er wordt iets verder gekeken, naar de mens.”

‘Je lijkt op een gewone moeder, maar dat ben je niet’

In 1990 verlaat Margaret de luchtmacht voor driekwart jaar en wordt tandartsassistent. “Maar ik had zo’n heimwee naar de saamhorigheid van de luchtmacht. Ik was er nog wel bij betrokken door mijn man Peter. Daardoor voelde het alsof ik niet weggeweest ben.”

Terug als burgerambtenaar op de Binckhorst kan ze al snel aan de slag als tandartsassistent. “Maar ik had toch wel heimwee naar het militaire. Gelukkig kon ik in ‘93 reservist worden en het pak weer aantrekken. Zo heb ik de luchtmacht toch nog een keer kunnen voelen. Het heeft me gemaakt tot wie ik ben en het beste in me naar boven gehaald. Je kan als militair echt het verschil maken in de wereld. Mijn dochter zei ooit tegen mij op het schoolplein: ‘je lijkt op een gewone moeder, maar dat ben je niet.’ Ik zou het zo weer doen. De luchtmacht blijft een deel van je leven. Ik heb lucht in mijn aderen zitten.”

Een foto van een overleden luchtmachtcollega in een lijstje en drie vrouwen die in fotoalbums kijken.
Vriendinnen van Ditte Dirksen herdenken haar met een foto en halen herinneringen op met fotoalbums.

Kaarsje

Aan één tafel zit niet alleen een aantal dames gezellig bij elkaar. De hen ontvallen vriendin Ditte Dirksen is aanwezig op een foto. Er brandt een kaarsje bij ter gedachtenis aan haar. “Ze is afgelopen december overleden”, vertelt een van haar vriendinnen. “Ze was onder andere assistent ops op Vliegbasis Twenthe en heeft zo maar liefst 21 keer met een NF-5 meegevlogen. Op de vorige reünie was ze er nog bij, en nu op deze manier ook een beetje.”

Aan de aangrenzende tafel zitten Ingrid, Paula en José van lichting 78-2, precies uit de overgang van Luva naar reguliere luchtmacht. ‘Bij de vorige reünie hebben we elkaar weer ontmoet’, geven ze aan. Ieder heeft zo haar eigen verhaal. De begrippen hecht en saamhorigheid voeren daarin de boventoon. En unaniem zeggen ze: ‘ik zou het zo weer doen.’

Drie voormalig luchtmachtvrouwen poseren naast elkaar.
Ingrid, Paula en José van lichting 78-2.

Volgende reünie

Het Comité Reünie Luva en gewezen vrouwelijke militairen van de Koninklijke Luchtmacht is aangesloten bij en wordt vertegenwoordigd door de Milu. Dat is de belangenvereniging van alle veteranen- en postactievenverenigingen gekoppeld aan de Koninklijke Luchtmacht (zie daarvoor dit artikel in de vorige Vliegende Hollander).

Omdat nog niet alle voormalige luchtmachtvrouwen geregistreerd staan bij het comité, het volgende verzoek: Ben je vrouwelijke militair geweest bij de Koninklijke Luchtmacht en heb je zin om met je lichting-, klas-, jaargeno(o)t(en) op de volgende reünie op 7 november 2026 in Bronbeek te komen? Geef je (e-mail)adres nu door op info@luvareunie.nl en de organisatie houdt je op de hoogte.