.
Tekst: Jopke Rozenberg-van Lisdonk
Leestijd: 10 minuten
Prestigieuze vredesprijs voor Nederlandse krijgsmacht
De Nederlandse krijgsmacht krijgt de Carnegie Wateler Vredesprijs, de een-na-oudste vredesprijs ter wereld. Landmacht, luchtmacht, marechaussee en marine worden daarmee geëerd voor hun inzet in meer dan tachtig vredesmissies.
Volgens de jury speelt de Nederlandse krijgsmacht een essentiële rol bij de bevordering van de internationale vrede en veiligheid. Sinds 1945 deed ons land mee aan meer dan tachtig vredesmissies onder zowel de vlag van de Verenigde Naties als de Europese Unie. Daarbij leverde Nederland ondersteuning en assisteerde bij civiele hulp.
De eerste Nederlandse vredesmissie was in 1913 in Albanië. “Dit toont aan dat Nederland al meer dan honderd jaar geleden besefte dat vredesopbouw vele dimensies kent. Met deze prijs willen wij alle Nederlandse militairen danken die dagelijks hun eigen grenzen verleggen om de grenzen van anderen te beschermen”, schrijft de jury.
Commandant der Strijdkrachten generaal Onno Eichelsheim neemt de prijs op 26 november namens de krijgsmacht in ontvangst in het Vredespaleis in Den Haag. Foto’s: Wikimedia en BuZa, Aad Meijer
Invulling gereedstelling voor Hoofdtaak 1
De versnelling binnen Defensie komt op stoom om beter gereed te zijn voor de bescherming van ons grondgebied en dat van onze bondgenoten, onze eerste hoofdtaak. Op dit moment heeft Defensie bijvoorbeeld 650 militairen meer in dienst dan op 1 januari. En dit jaar geven we vijf miljard meer uit aan de versterking van Defensie dan in 2023.
Alle geledingen van Defensie moeten zich voorbereiden op hun rol in een conflict. De Bestuursraad (BR) en de Krijgsmachtraad (KMR) hebben in juni besloten dat de gereedstelling voor Hoofdtaak 1 onze belangrijkste prioriteit is. De secretaris-generaal en Commandant der Strijdkrachten gaven defensiepersoneel de opdracht inzichtelijk te maken welke taak of rol ieders onderdeel/directie heeft in Hoofdtaak 1 en wat er nodig is om beter gereed te zijn. De antwoorden daarop leverden 42 strategische analyses op, die onlangs in de BR/KMR zijn besproken.
Zo verwachten veel onderdelen, ook stafdirecties zoals communicatie, dat zij tijdens een conflict 24/7 moeten doorwerken. Tijdens crises houden we dat nu wel even vol, maar geen maanden of jaren. Daarvoor moet dus een oplossing komen. Een ander inzicht is dat de Hoofddirectie Personeel tijdens een conflict eerder fors groeit dan krimpt. Er ontstaat immers behoefte aan (veel) personeel en aanvullende regelingen.
De strategische analyses en de bespreking in de BR/KMR neemt de CDS mee in het Operationeel Plan voor Hoofdtaak 1, dat hij in april 2025 klaar wil hebben. Ondertussen wordt er hard doorgewerkt aan het versoepelen van de bedrijfsvoeringsketens zoals financiën, IT, inkoop, vastgoed en personeel. Op 1 januari leveren zij hun zogeheten WD 40-plannen op, die ervoor zorgen dat we sneller kunnen werken aan de gereedstelling van de defensieorganisatie. Ook verkennen de defensieonderdelen en betrokken directies op welke manier Defensie het bedrijfsleven kan betrekken in de voorbereiding op en tijdens een conflict.
De BR/KMR zal binnenkort apart stilstaan bij de Oorlogswet voor Nederland en wat het betekent als die in werking treedt. Veel bevoegdheden van het civiele gezag kunnen dan onder militair gezag worden geplaatst. Er wordt uitgezocht wat dat betekent voor de defensieorganisatie.
Medische evacuatievlucht vliegt retourtje Hawaï
Van 28 tot en met 31 oktober 2024 voerde de Multinational MRTT Unit (MMU) een buitengewone aeromedical evacuation (aeromedevac)-missie uit met een retourvlucht tussen Keulen (Duitsland) en Honolulu (Hawaï). Deze langeafstandsvlucht, die niet alleen geografisch maar ook logistiek uitdagend was, markeerde de meest uitgebreide medische repatriëringsvlucht in de geschiedenis van de MMU tot op heden.
Het repatriëren van een Duitse militair gebeurde in opdracht en onder controle van het European Air Transport Command (EATC). De vlucht overspande elf tijdzones en maakte zowel op de heen- als terugweg een geplande tussenstop in Vancouver, Canada. Daar werd de bemanning gewisseld en het vliegtuig bijgetankt. Het was voor het eerst dat een MMU-vliegtuig een landing maakte in Hawaï. Foto: MMU
Contracten voor simulators C-390M
Om in de toekomst zo goed en effectief mogelijk met de nieuwe Embraer C-390 Millennium militaire transportvliegtuigen te kunnen opereren, zijn ook goede trainings- en opleidingsfaciliteiten nodig. Voor de aanschaf daarvan tekende Defensie op 31 oktober een contract. Het gaat om een cockpitsimulator (Full Flight Simulator), een vrachtruimsimulator (Cargo Handling Station Trainer) en e-learning. De simulators worden geplaatst bij het Air Mobility Training Centre in Rijen. De ingebruikname ervan staat gepland voor eind 2026.
Met een trainingssylabus die gericht is op het kunnen vliegen van alle missies in een simulator, is Nederland verder dan veel andere landen. De cockpit- en vrachtruimsimulator kunnen virtueel aan elkaar worden gekoppeld voor een optimale training van vliegers en loadmasters. De simulators bieden de mogelijkheid situaties te trainen die in het echt te gevaarlijk zijn of onmogelijk zijn om na te bootsen. Op termijn is het bovendien de bedoeling dat de simulators kunnen samenwerken met die van andere systemen binnen Defensie, zoals die van de F-35 en de MQ-9.
De verwachting is dat de vraag naar luchttransportcapaciteit de komende jaren verder toeneemt. Door trainingsvluchten zoveel mogelijk op simulators uit te voeren, kunnen de echte vliegtuigen vaker operationeel worden ingezet. Ook draagt het gebruik van simulators bij aan het beperken van de belasting op de omgeving en het milieu.
De huidige vier Hercules C-130’s worden op termijn vervangen door C-390’s. Ook andere Europese landen bestelden de vliegtuigen. Naast Portugal, Hongarije en Oostenrijk bestelde onlangs Tsjechië en Zweden het type. Foto’s: Embraer
Levering Caracals vastgelegd
Defensie ontvangt vanaf 2030 twaalf H225M Caracals en de laatste toestellen worden in 2032 geleverd. Dat werd op 5 november contractueel vastgelegd met fabrikant Airbus Helicopters tijdens de grootste maritieme defensietentoonstelling ter wereld, Euronaval 2024 in Parijs. De Caracals zijn specifiek uitgerust voor speciale operaties. Ze zijn uiteraard ook in te zetten voor gewone land- en maritieme operaties.
De nieuwe helikopters vervangen de Cougar-transporthelikopters van 300 Squadron. Van de oude toestellen wordt de operationele levensduur verlengd, zodat ze nog tot 2030 zijn in te zetten.
De keuze voor de Caracal is in 2023 gemaakt. Hierna is met Airbus Helicopters de definitieve configuratie vastgesteld. Het afgelopen jaar zijn de eisen voor de nieuwe helikopter verder uitgewerkt. Hierbij is niet alleen geluisterd naar de wensen van het Special Operations Command, ook die van de luchtmacht, marine, landmacht en marechaussee telden mee. De helikopter heeft een aantal innovatieve systemen, zoals Helicopter Air-to-Air Refueling (HAAR). Het in de lucht bijtanken van helikopters is nieuw voor Nederland.
Defensie was voornemens veertien van deze Medium Utility Helikopters aan te schaffen. In de verwervingsfase bleek echter dat het budget dit niet toestond. Dit kwam onder meer doordat de benodigde missie-uitrusting duurder uitpakte dan verwacht. Daarom schaft Defensie nu twaalf Caracals aan. Met dit aantal kan één Special Operations Forces (SOF)-missie langdurig en mogelijk een tweede SOF-missie kortdurend worden ondersteund.
De twaalf nieuwe helikopters worden ondergebracht bij het 300 Special Operations Squadron. Dat voert samen met collega’s van het Korps Commandotroepen en de Maritime Special Operations Forces speciale verkenningen, offensieve steunverlening en militaire steunverlening uit. Net als de Cougars krijgen de toestellen Vliegbasis Gilze-Rijen als thuisbasis. Artists Impression: Airbus Helicopters
Rampenoefening op Gilze-Rijen
Op Vliegbasis Gilze-Rijen vond op 6 november een grootschalige rampenoefening plaats waarbij een vliegtuig en een helikopter tijdens de landing met elkaar in botsing kwamen. In het vliegtuig zaten militairen die na drie maanden inzet terugkeerden naar huis. Om het ongeval nog heftiger en realistischer te maken, zag in het scenario een grote groep familie en defensiepersoneel het ongeluk gebeuren. Er was zelfs een kindertheatergroep aanwezig die de militairen zou ontvangen.
Het scenario was zo realistisch om hulpdiensten, defensiepersoneel en andere betrokkenen voor te bereiden op noodsituaties. De Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant (VRMWB), Defensie, ambulances, brandweer, politie en de gemeente Gilze en Rijen werkten nauw samen tijdens deze oefening, waarvoor een afgedankt passagiers vliegtuig naar de Brabantse basis was getransporteerd. De oefening testte de coördinatie bij dit soort complexe incidenten tussen civiele hulpdiensten en die van de vliegbasis. De Inspectie Justitie en Veiligheid hield toezicht op de uitvoering van de reddingsoperatie. Foto: VRMWB
Extra defensiebudget gaat onder meer naar Patriots
Hoe de extra miljoenen voor Defensie van Prinsjesdag worden besteed, lieten minister Ruben Brekelmans en staatssecretaris Gijs Tuinman de Kamer op 11 november weten. Het gaat om een bedrag van 716 miljoen euro, zo werd in september tijdens de presentatie van de Miljoenennota 2025 bekendgemaakt. Dit bedrag komt boven op de investeringen van €2,4 miljard uit het Hoofdlijnenakkoord en de Defensienota 2024. Het kabinet brengt hiermee de defensie-uitgaven in lijn met de NAVO 2%-norm.
Zo worden er miljoenen van het extra budget structureel geïnvesteerd in aanvullende Patriot- en Nasams-lanceerinstallaties plus munitie en radarsystemen. Extra geld gaat ook naar innovatie en digitale transformatie. Het betreft onder meer de integratie van geavanceerde technologieën in elektronische oorlogsvoering en communicatie- en informatiesystemen. Hierin investeert Defensie structureel €117 miljoen. Innovatie vormt een integraal onderdeel van alle investeringsmaatregelen. Aanvullend op de Defensienota 2024 wordt hieraan €7,5 miljoen toegewezen.
Defensie investeert verder structureel zo’n €343 miljoen in onder meer voorraden, mensen en materieel. Dat is nodig om een gevecht te kunnen volhouden. Defensie moet nog sneller groeien om permanent gereed te zijn voor inzet. Daarom wordt ook aanvullend geïnvesteerd in het Dienjaar, in behoud van personeel en in ondersteuning voor medewerkers in het buitenland. Foto: sergeant Gregory Fréni
Logo NAVO-top 2025
De NAVO-top vindt in 2025 voor het eerst sinds de oprichting van de NAVO in 1949 in Nederland plaats. Voor die gelegenheid werd speciaal een logo ontworpen, dat op 12 november werd gepresenteerd in het World Forum in Den Haag. Dit is op 24 en 25 juni 2025 ook de locatie van de top zelf.
Op het logo is een grafische windmolen in combinatie met de Nederlandse kustlijn te zien. Het beeldmerk is vanaf januari steeds vaker te zien bij de communicatie over de top. Het is dus zowel voor als tijdens het evenement zichtbaar in Den Haag.
De NAVO-top 2025 in goede banen leiden behoort tot een van de grootste logistieke en veiligheidsoperaties in Nederland ooit. Samenwerking met bondgenoten, nationale partners en met een grootschalige ondersteuning van Defensie is daarbij essentieel. De krijgsmacht zet voor en tijdens de top rond de tienduizend militairen en burgers in voor beveiliging, nationale veiligheid (zichtbaar en onzichtbaar) en logistiek. Op verzoek van partners ondersteunt Defensie bovendien met specifieke expertises en capaciteiten.
Bedankdiner voor werkgevers van reservisten
De inzet voor Defensie was reden voor staatssecretaris Gijs Tuinman om de werkgevers van reservisten uit te nodigen voor een diner. “De reservisten zijn voor ons van grote meerwaarde. Het gaat niet alleen om extra ‘handjes’, maar juist ook om die specialistische kennis en ervaring.” Reservisten zijn een belangrijke factor in de operationele sterkte van de krijgsmacht. Maar dit kan alleen als hun werkgever daarvoor ook tijd en ruimte biedt.
Op 11 november verwelkomde de staatssecretaris zo’n honderd reservistenwerkgevers en reservisten uit diverse branches in het Nationaal Militair Museum te Soest voor een speciaal diner. Onder hen ook prins Pieter-Christiaan van Vollenhoven. Hij vertelde over zijn eigen ervaringen als reservist bij de Koninklijke Marechaussee. Tuinman ging met de werkgevers in gesprek over onder meer de gevolgen van een Artikel 5-scenario, als Nederland of een van de bondgenoten wordt aangevallen. Hij vroeg hen na te denken over de mate waarin hun werknemers beschikbaar zijn als reservist als zo’n scenario in werking treedt.
Reservisten zetten zich in Nederland op vrijwillige basis in voor de krijgsmacht. Hun commitment is echter niet vrijblijvend. Reservisten worden regelmatig opgeroepen voor opleiding, training en inzet. Vaak doen ze dit naast een civiele baan, met vrijwaring van hun civiele werkgever. Die krijgt er overigens wel iets voor terug. Reservisten hebben een can do-mentaliteit, een goede lichamelijke conditie en ontwikkelen bij Defensie meerdere competenties en vaardigheden. Die kennis nemen ze weer mee naar de civiele organisatie.
Defensie wil de komende jaren het aantal reservisten van nu ruim achtduizend uitbreiden naar twintigduizend. Daarom is het nodig dat de samenwerking met de arbeidsmarkt wordt uitgebreid. Met organisaties zoals Capgemini, Jan de Rijk Logistics en Thales zijn al afspraken gemaakt. Verder ondertekende Defensie die avond twee convenanten. Een met Capgemini, de ander met software-ontwikkelingsbedrijf CGI. In beide gevallen onderschrijven de partijen intensiever te gaan samenwerken zodat hun werknemers makkelijker aan de slag kunnen bij Defensie. Foto: Rob ter Bekke
Luchtmachtsymposium over Hoofdtaak 1 en warrior mindset
In de operationele omgeving van het leerdock op Vliegbasis Eindhoven vond op 19 november het Luchtmachtsymposium plaats. De groep van zo’n driehonderd personen was (bewust) een goede doorsnede van de CLSK-organisatie, zowel onderofficieren als officieren, burgers en staf. Alle commands waren vertegenwoordigd, aangevuld met leden van de Nederlandse Officieren Vereniging (NOV), en daarmee dus ook de andere opco’s. Een goede mix om zo een goed gesprek te kunnen voeren en discussie te houden met personeel uit de hele defensieorganisatie.
Tijdens de dag werden de aanwezigen meegenomen in allerlei zaken rondom Hoofdtaak 1. De ochtend stond vooral in het thema van het richten van het CLSK op basis van geopolitiek en de plannen die daarop worden gebaseerd en strategische concepten. Met andere woorden: wat zien we in de wereld en wat betekent dat voor de manier waarop we het CLSK (in)richten en welke plannen we maken. “Als we vanavond niet kunnen winnen, dan doet morgen er niet meer toe”, gaf Commandant Luchtstrijdkrachten luitenant-generaal André Steur aan. De middag stond in het teken van de persoonlijke visie en warrior mindset. De NOV was medeorganisator van het evenement. Foto’s: sergeant-majoor Barend Westerveld