Tekst kapitein Joris van Duin en Arno Marchand
Personeelsnieuws
Commando-overdrachten
Luitenant-kolonel Jeroen droeg op 15 augustus de vlag en daarmee het commando van het Helikopterdetachement NATO Mission Iraq over aan zijn opvolger. Op Al Asad Air Base geeft luitenant-kolonel Ben nu drie maanden leiding aan Task Force Lion die met drie Chinooks vliegt. Foto: KLu
Kolonel Olav Spanjer nam op 22 augustus het commando van het Defensie Grondgebonden Luchtverdedigingscommando over van landmachtkolonel Jos Kuijpers. Dat gebeurde deze keer niet op de Luitenant-generaal Bestkazerne, maar in het centrum van Venray. Foto: Kick Smeets
Majoor Gilbert de Winkel droeg op 11 september het commando van 921 Squadron over aan rangenoot Joost Jonkers. Het squadron op Vliegbasis Leeuwarden ondersteunt alle eenheden in de uitvoering van taken, zowel op de basis als tijdens (internationale) oefeningen en operaties. Foto: KLu
Kapitein-ter-zee Niels Kleingeld droeg op 18 september zijn functie als groepsoudste Marineluchtvaartdienst (MLD) over aan ranggenoot Maurice van Mourik. De overdracht vond plaats op Maritiem Vliegkamp De Kooij. Foto: Lex van Lieshout
Biografieën 6.000 ridders Militaire Willems-Orde online
Museum Bronbeek in Arnhem zette op 30 augustus de biografieën van meer dan zesduizend militairen en burgers die zijn onderscheiden met de Militaire Willems-Orde online. Die staan op de speciaal daarvoor gemaakte site www.rmwo.nl.
Het is de bedoeling dat nazaten, wetenschappers en andere geïnteresseerden zo onderzoek kunnen doen naar deze gedecoreerden.
De Militaire Willems-Orde is de oudste en hoogste Nederlandse militaire onderscheiding. Koning Willem I stelde die op 30 april 1815 in. Van de duizenden dragers leven er slechts drie. Dat zijn de huidige staatssecretaris Gijs Tuinman, landmachtmajoor Marco Kroon en reserve luchtmachtmajoor Roy de Ruiter. De laatst levende ridder die in de Tweede Wereldoorlog diende, overleed drie jaar geleden. Dat was de Engelse majoor Kenneth Mayhew. Hij werd 104 jaar oud.
Intentieverklaring tegen overlast rond Vliegbasis Gilze-Rijen
Defensie, de gemeente Gilze en Rijen en omwonenden van Vliegbasis Gilze-Rijen hebben afspraken gemaakt om overlast in de omgeving te voorkomen. Zo streeft Defensie naar minder vliegbewegingen rond de vliegbasis. Ook komen er aanvullende maatregelen. De intentieverklaring waarin dit allemaal staat vastgelegd, werd op 31 augustus ondertekend.
Wettelijk moeten voor 2030 de normen voor vliegbewegingen, geluid en omgevingskwaliteit rond Vliegbasis Gilze-Rijen zijn vastgelegd, maar hierop vooruitlopend hebben alle partijen al afspraken gemaakt. Door onder meer het vliegverkeer niet te laten groeien, hoopt Defensie de overlast voor de dorpskernen Hulten, Molenschot, Gilze en Rijen te beperken. Dat gebeurt onder meer door andere vliegroutes te gebruiken en vliegverkeer beter daarover te verdelen. Daarnaast is op de vliegbasis een meer centraal gelegen slope (heuvel) gebouwd om helikopterlandingen te oefenen. Dit leidde al tot minder geluidshinder voor omwonenden.
Burgemeester Derk Alssema van de gemeente Gilze en Rijen is blij met de afspraken. “We stonden tegenover elkaar en staan nu echt naast elkaar. Omwonenden, Defensie en de gemeente blijven in gesprek met elkaar over de voortgang van de inspanningen van Defensie om het aantal vliegbewegingen en overlast te verminderen”, zegt hij.
Ook commandant Defensie Helikopter Commando (DHC) commodore Pier Schipmölder is tevreden over de inhoud van de overeenkomst. “We treffen maatregelen met als randvoorwaarde dat voor onze huidige opdracht de geoefendheid op al onze taken op peil blijft.”
Namens de omwonenden is René Peerenboom, onafhankelijk voorzitter van het overleg, trots op de afspraken. “De opdracht van Defensie wordt steeds belangrijker en groter. Tegelijk stellen omwonenden hogere eisen aan de kwaliteit van hun leefomgeving”, zegt hij. “Daarom ben ik trots dat gemeente, omwonenden en Defensie hierin een balans hebben gevonden om toch de geluidshinder te verminderen.” Meer informatie en links zijn te vinden op Defensie.nl. Foto: Louis Meulstee
Luchtmacht bij Indië-herdenking
Met vier F-35’s van 322 Squadron ondersteunde de luchtmacht op zaterdag 7 september de jaarlijkse herdenking bij het Nationaal Indiëmonument in Roermond. De toestellen vlogen daarbij een missing man-formatie waarbij tijdens het overvliegen één F-35 de groep verlaat. Het gat in de formatie symboliseert de gevallen kameraden.
Tijdens deze 37e herdenking stonden aanwezigen stil bij de omgekomen militairen in het voormalige Nederlands-Indië en Nederlands Nieuw-Guinea. Tussen 1945 en 1962 stierven daar 6.200 militairen. De herdenking gold ook voor de gesneuvelde militairen, uitgezonden tijdens alle internationale missies na de Tweede Wereldoorlog. De ceremonie was dit jaar extra bijzonder omdat na onderzoek de namen van 226 Indiëveteranen zijn toegevoegd aan de erezuilen. Deze namen zijn tijdens een speciale ceremonie onthuld en voorgelezen.
Voor de reservisten van 520 Squadron was dit een moment om stil te staan bij collega’s die sinds de oprichting van het 120 Netherlands East Indies (NEI) Squadron overleden. 520 Squadron heeft de geschiedenis en tradities van 120 NEI Squadron geërfd, door het leggen van een krans. Ook stelden de reservisten de erewacht beschikbaar, samen met collega’s van de Luchtvaarttroepen, zoals de grondverdediging sinds 2021 heet.
Havendiner van luchtmacht voor Oekraïense vluchtelingen
Sinds november 2015 organiseert de Stichting Havenstraat iedere maandagavond een Havendiner voor tachtig vluchtelingen (asielzoekers of Oekraïners) en twintig gasten van de donateur van de avond of dertig middelbare scholieren of studenten. Op 9 september bood de luchtmacht zo’n diner aan voor gevluchte Oekraïense vrouwen en kinderen. Zij kregen het diner aangeboden om hen te steunen in hun vluchtelingenbestaan. Foto’s: KLu
Reservisten beëdigd in hartje Den Haag
Wie militair of reservist wordt, moet formeel worden beëdigd. Voor een groep van zestig reservisten gebeurde dat op zaterdag 14 september op een bijzondere locatie, namelijk op het Lange Voorhout in hartje Den Haag. Onder hen bevond zich ook een groep luchtmachters.
Een van hen is sergeant Ganesh, die gaat dienen bij de Groep Luchtmachtreserve. Hiervoor was hij werkstudent lucht- en ruimtevaarttechniek bij Defensity College. In die tijd verbeterde hij de data-analyse tools waarmee Defensie nog nauwkeuriger kan voorspellen wanneer onderdelen van de maritieme gevechtshelikopter NH90 aan vervanging toe zijn.
Staatssecretaris Gijs Tuinman was een van de prominente sprekers bij de beëdiging. “Bij Defensie maak je dingen mee die uniek zijn, die je karakter vormen en die je bijzonder kameraadschap brengen. Andersom hebben jullie Defensie veel te bieden. Met jullie kennis en ervaring kunnen we verder bouwen aan een toekomstbestendige krijgsmacht”, zei hij. Foto: Defensie
Hoogleraar Lindelauf: “Essentieel om nieuwe technologieën verkennen”
“Hoe kunnen datawetenschap en kunstmatige intelligentie bijdragen aan moderne oorlogsvoering?" Met die vraag begon voormalig luchtmachtofficier en Apache-vlieger Roy Lindelauf op 19 september zijn oratie 'Zwaartepunt Data: Datawetenschap en AI in het militaire domein'. Lindelauf werd officieel geïnstalleerd als hoogleraar data science en Artificial Intelligence (AI) op de Nederlandse Defensie Academie (NLDA) in Breda. Hij werkt aan de Faculteit Militaire Wetenschappen.
In zijn rol als hoogleraar houdt Lindelauf zich bezig met de vraag wat de huidige en toekomstige rol is van datawetenschap en kunstmatige intelligentie in militaire operaties. Zowel bij de analyse vooraf, de planning, als de uitvoering zijn deze technologieën volgens hem essentieel.
Hij pleit dan ook voor meer ‘datageletterdheid’ binnen Defensie. Het is de taak van de NLDA om zoveel mogelijk militairen de juiste kennis bij te brengen op het gebied van AI en datawetenschap. “Iedereen binnen onze defensieorganisatie, van soldaat tot minister, zal steeds vaker geconfronteerd worden met systemen en processen waarin deze technologieën een cruciale rol spelen.”
Wel moeten datawetenschap en kunstmatige intelligentie op een ethisch verantwoorde manier worden ingezet. Lindelauf waakt voor overhaaste conclusies en toepassingen. "Het is essentieel dat we zowel de waarde als de beperkingen van deze technologieën blijven onderzoeken en erkennen."
Lindelauf is hoofd van het onlangs opgerichte Data Science Center of Excellence. De instelling participeert in het MINDlabs-ecosysteem in Tilburg. Dat is gericht op mens- en maatschappijgerichte kunstmatige intelligentie. Foto: Defensie
50 jaar Contactgroep Postactieven Vliegbasis Volkel
De Contactgroep Postactieven (CGPA) Vliegbasis Volkel viert dit jaar het vijftigjarig jubileum en is daarmee het oudste CGPA van de luchtmacht. Om dat niet zomaar voorbij te laten gaan, was er op 24 september een speciale reünie op Vliegbasis Volkel. Niet alleen konden leden er uitgebreid bijpraten en lunchen, ook werden zij vermaakt door een optreden van het 48 leden tellende Luchtmacht Mannenkoor. Bovendien kreeg voorzitter Gerard van der Hoeven een koninklijke onderscheiding.
De contactgroep, die bestaat uit meer dan vijfhonderd leden, is in april 1974 opgericht als Contactcommissie voor Oud-luchtmachtpersoneel en Nabestaanden. De eerste voorzitter was kapitein Gijs Jonker, waardoor de lange naam van de contactgroep voor het gemak al snel veranderde in ‘de club van Gijs’. Volkel liep met zo’n contactgroep voorop en in de loop der jaren volgden andere onderdelen dit voorbeeld. In 2002 is door de toenmalige Bevelhebber der Luchtstrijdkrachten en erelid, luitenant-generaal Dick Berlijn de status van de verenigingen geformaliseerd. Zo zijn de twaalf CGPA’s van de Koninklijke Luchtmacht ontstaan.
Van der Hoeven benadrukte het belang van de contactgroep voor zowel de leden als de Vliegbasis Volkel. “Beide varen hier wel bij, met als belangrijkste punt natuurlijk de band die de oud-luchtmachter en/of nabestaanden vrijblijvend kan én mag onderhouden met de luchtmacht.” Het feest werd mede mogelijk gemaakt door steun uit het Vfonds. Lees meer op www.cgpa-volkel.nl. Foto’s: Henk van Dijk