Oefening Vigorous Warrior traint medische keten in gewondenafvoer
Schotwonden, afgerukte ledematen, amputaties, levensreddende handelingen… Het zijn geen vrolijk omschrijvingen, maar op dergelijke situaties moeten de militaire geneeskundige troepen van de NAVO wél voorbereid zijn. Dat gebeurt onder andere in de tweejaarlijkse en grootste geneeskundige NAVO-oefening Vigorous Warrior. De Operationele Gezondheidszorg (OGZ) van de luchtmacht was er dit jaar weer bij.
Tekst: Arno Marchand | Foto’s: korporaal 1 Barend Westerveld
Het scenario van Vigorous Warrior draait om een Hoofdtaak 1-scenario, een groot internationaal conflict, waarbij een NAVO-bondgenoot beschermd moet worden. Doel van de oefening is het leveren van geneeskundige hulp aan militairen die gewond raken tijdens optreden in het buitenland. Daarvoor staat het oefengebied bij de het plaatsje Csór, zo’n tachtig kilometer ten zuidwesten van de Hongaarse hoofdstad Budapest ter beschikking. Een groot terrein waar de 1.600 deelnemers uit 35 landen, inclusief de oefenslachtoffers, alle ruimte hebben.
Nederland neemt met zo’n vijftig militairen van de landmacht en vijftien luchtmachtmilitairen deel. De luchtmacht levert een van de Rollen 1: het eerste veldhospitaal dat een slachtoffer in het behandeltraject tegenkomt. Specialistisch medisch personeel voor de Role 2 wordt verder geleverd door het Instituut Samenwerking Defensie en Relatieziekenhuizen. Daarnaast is er samenwerking met civiele partners zoals het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, het Universitair Medisch Centrum Utrecht en het Rode Kruis.
Damage control: zorgen dat de gewonden niet slechter worden
Role 1-4
Vijf dagen lang is de hele medische keten op het slagveld geoefend. “Die begint bij het point of injury, de plek waar de gewonde is gevallen. Of in dit geval een casualty collection point (CCP, gewondennest in onderstaand schema, red.) waar gewonden bijeen worden gebracht”, legt eerste luitenant Danique uit. Zij is tijdens de oefening teamleider van de Role 1. Vanaf daar word je bijvoorbeeld met een ziekenauto, in de volksmond zau, afgevoerd naar een Role 1. Hier gaat het vooral om zorgen dat gewonden niet slechter worden.
Op het oefenterrein staan diverse Rollen 1 opgesteld, dus slachtoffers worden verdeeld. Daarna volgt de Role 2 waar een patiënt een levensreddende operatie kan ondergaan. De Role 3 – vergelijkbaar met Role 2, maar groter en met meer specialismen – is er tijdens deze oefening niet. Vanuit de Role3 worden patiënten normaliter gerepatrieerd naar een Role 4, die altijd buiten het conflictgebied ligt. Meestal is dat het land van herkomst.
Onbekend
In de Role 1 staan een arts, vier algemeen militair verpleegkundigen (AMV’ers), een senior AMV’er en drie algemeen geneeskundige verzorgers (AGV’ers) paraat. De OGZ-afvaardiging in Hongarije bestaat daarnaast uit twee stafofficieren, evenzoveel voor de logistiek, een voor opleiding en training en dus een commandant. Naast de Role 1 neemt de OGZ de afvoer van gewonden vanaf het slagveld op zich. “We hadden een groot gewondenaanbod”, vertelt luitenant Danique die als medisch planner is opgeleid. “Ik ben zelf dus niet medisch inhoudelijk opgeleid. Als medisch planner heb je vooral kennis van doctines, de medische keten en aan- en afvoerlijnen. Ik zorg vooral voor zo goed mogelijk omstandigheden zodat iedereen zijn of haar werk zo goed mogelijk kan doen.”
De OGZ is onderdeel van het Centrum voor Mens en Luchtvaart in Soesterberg en is er om de operationele inzet van de luchtmacht te ondersteunen. Binnen de luchtmacht is de eenheid redelijk bekend, maar daarbuiten? “Minder”, vervolgt Danique. “Bij geneeskundige verzorging denkt men meestal aan de landmacht. We doen het als luchtmacht niet verkeerd, maar ook wij leren tijdens de oefening veel.”
‘Beter een tijd met gewonden rijden, dan naar de aangrenzende tent lopen’
Wel zo realistisch
In het zogenoemde brigadevak waarin de Role 1 van de OGZ staat, bevinden zich ook een Role 1 van Kosovo en een Role 2 en van Spanje. “Maar wij voerden wisselend af op Role 2 van Armenië en Spanje”, vertelt AMV’er sergeant 1 Monica. “Hierdoor was de afvoertijd tussen de vijf en twintig minuten.”
“Dat maakte het eigenlijk wel zo realistisch", vult korporaal 1 Lukas aan. Hij heeft zowel het chauffeuren van de zau als het assisteren van verpleegkundigen en artsen in de Role 1 als taken. “Voor het echte gevoel is het beter dat je een tijd met gewonden moet rijden, dan dat je naar de aangrenzende tent loopt. Er moest nu dus echt afstandscommunicatie zijn tussen een Role 1 en 2 zodat de ontvangers zich konden voorbereiden in de rijtijd daar naartoe. Dat gold ook voor ons als wij van het CCP naar de Role 1 reden. En het gebied was echt heel groot; van de ene naar de andere kant was je snel een uur onderweg.”
Blubber en kiezeltjes
Dat rijden gaat niet alleen over vlakke wegen, schets Lukas de situatie. “Ik vond het zelf een superleuk gebied”, zegt hij met een glimlach. “Heuveltjes, zandpaden; je moest af en toe echt goed opletten achter het stuur. Soms schudde de auto alle kanten op. Het is zeker wel een uitdaging, maar vooral een goed leermoment. Één dag hadden we flinke regen en moesten we echt slippend dat terrein door. Dat geeft wel echt het oefengevoel, of zelfs uitzetgevoel. Het ene moment sta je in de blubber en andere moment rij je een steile helling af met allemaal kiezeltjes. Daarbij moet je natuurlijk nog rekening houden met een AMV’er die achterin een patiënt met verwondingen behandelt. Soms is het dus vooral echt heel voorzichtig rijden, heel goed vooruit in het terrein kijken en blijven communiceren met elkaar.”
‘Verschillen in werkwijzen ervaar je pas op een oefening als deze’
Goed lezen
De verwondingen die AMV’er Monica te verwerken krijgt, verschillen nogal. Van scherfverwonding en schotwonden, tot amputaties en een hondenbeet.“ Het is natuurlijk een Hoofdtaak 1-scenario dus dan ga je eigenlijk al wel uit van wat ernstige verwondingen”, vertelt ze. “Maar het kan inderdaad van alles door elkaar zijn. En omdat je begint bij een CCP, kom je daar dus ook van alles tegen. Dat maakt deze oefening ook weer extra interessant.”
In haar rol als AMV’er was het voor Monica niet altijd eenvoudig om aan collega’s uit andere landen duidelijk te maken wat en hoe. “Soms was het een beetje handenvoetenwerk. Op de gewondenkaart die je aan de patiënt hangt, staat nummer 1, 2 of 3, zodat je weet welke prio hij of zij heeft. Ook noteer je in het Engels alle informatie over de patiënt, maar dan moet je de kaart natuurlijk wel goed lezen. Als er überhaupt kaarten zijn, want sommige landen werken daar weer niet mee.”
Ondanks dat er een NAVO-doctrine is waardoor iedereen in grote lijnen hetzelfde werkt, zitten er per land toch aanzienlijke verschillen in de werkwijzen. “Maar dat ervaar je dus pas op een oefening als deze”, besluit Danique. “Voor de vaardigheid van de OGZ is het dus noodzakelijk dit te blijven doen.”
Tijdens Vigorous Warrior kunnen de NAVO-landen – en als ze er zijn ook partnerlanden – realistische vaardigheden opdoen en uitwisselen in kleinere artikel 3- (gewapende aanval) en grote artikel 5-scenario’s: een aanval op één is een aanval op allen. De oefening geeft militaire en civiele diensten de gelegenheid om internationaal met elkaar te oefenen. Ook is er ruimte om experimentele concepten te proberen. Na deze editie van 28 april tot 9 mei, staat de volgende in 2026 gepland in Estland.