De eerste missies in Irak voor de drie CH-47F Chinooks van 298 Squadron zijn een feit. Komend jaar wordt het detachement van het Defensie Helikopter Commando in vijf rotaties ingezet voor de NATO Mission Iraq (NMI). Het is een operationele test voor de nieuwe kist, tijdens een inzet die geen vliegende start kent.
Tekst: kapitein Saminna van den Bulk | Foto’s: sergeant-majoor Cristian Schrik |Video: sergeant-majoor Malcolm Duregger
Scroll naar beneden voor de video
1 juni: Ready for take-off. Het zachtgele zand stuift op als de rotorbladen bulderend in de warme ochtendzon op Al Asad Air Base (AAAB) in Irak in beweging komen. Samen met een Spaanse Chinook is het luchtruim al snel gevonden. Onder de heli wordt de vesting van de Amerikaanse basis snel kleiner. Door het plexiglas in de cockpit verschijnt de weidse Iraakse zandvlakte, met indrukwekkende graancirkels op de grond, hier en daar een plukje groen of een huisje in niemandsland. Volgende stop: Bagdad.
“Ervaring opdoen in een missiegebied is ontzettend belangrijk. Voor veel van mijn collega’s is dit de eerste missie”, aldus Jeroen.
Twee missies
De Nederlandse Chinooks zijn na twintig jaar terug in Irak, destijds voor missie SFIR (2003-2004). Het helidetachement uit Gilze-Rijen ondersteunt nu bij de verplaatsing van mens en materieel. De taak van Task Force Lion is tweeledig. Aan de ene kant zetten de militairen zich met de drie CH-47F Chinook MYII CAAS-transporthelikopters in voor NMI, vertelt detachementscommandant luitenant-kolonel Jeroen. “Deze adviesmissie wordt gerund vanuit Bagdad onder leiding van de Nederlandse force commander luitenant-generaal Cas Schreurs. De adviseurs in deze missie helpen de Iraakse overheid in hun capaciteitsopbouw. De ambitie is om hun invloedgebied te vergroten. Met de auto ben je van A naar B zo twee uur onderweg, terwijl je daar met de heli 20 minuten over doet.” Daarnaast worden de heli’s ingezet voor Operation Inherent Resolve. Dit is de anti-ISIS-coalitie onder Amerikaanse leiding, die sinds 2014 strijdt tegen terrorisme in Irak.
Bij uitstek een klus voor het vliegende werkpaard van de luchtmacht en het bijbehorende personeel. Op missie gaan is immers waarom je het militaire pak aantrekt. Toch was er tijdens de eerste weken van mei op AAAB – spreek op z’n Engels uit als triple A-B – van operationele opgewektheid weinig sprake. In plaats van draaiende rotorbladen, was er menselijk gegrom te horen op Kamp Grizzly.
‘Er wordt veel van ons improviserend vermogen gevraagd’
Nog niet af
Het detachement bestaat uit ongeveer 120 militairen. Niet iedereen had op tijd een visum voor Irak. Daarom moest de operatie in eerste instantie gedraaid worden met minder mensen. “We begonnen met een leeg stuk grond met grind en beton. Nu staan er twee tenten. In de ene werkt de technische dienst, de ander is voor de operationele inzet. De bouw van de werklocaties op het kamp is namelijk nog niet af”, vertelt de detachementscommandant. “Tot die tijd ligt ook de bewakingstaak van de locatie waar gebouwd wordt bij onze mensen. Die zijn dus al met een kleiner aantal het gebied in gekomen… Er wordt veel van ons improviserend vermogen gevraagd. Het goede nieuws: de werklocaties zijn in juli gereed. Wij mogen het ‘cadeautje’ van de nieuwe werkruimtes straks uitpakken. Dan is al de infra gereed voor het komende detachement.”
Luchtmachters aan de bak in Irak. Bekijk deze indrukwekkende clip!
Opstartproblemen kraakten de eenheid. Begin mei kwam het hoofddetachement binnen. Op dat moment waren de samenwerkingsovereenkomsten met de coalitiepartners nog niet rond. Geen samenwerkingsovereenkomst, geen taskings. “Enorm balen”, zegt detachementscommandant Jeroen dan ook. “De heli’s stonden klaar, onze mensen waren meer dan gereed. Alsof je klaarstaat voor een wedstrijd, maar het startschot blijft uit.”
Geen ‘dingen kunnen doen’ frustreert, vertelt ook Hoofd Current Operations vlieger majoor Ruben. Daarnaast was er in oktober vorig jaar de aanval van Hamas op Israël. Sindsdien is de onrust in het Midden-Oosten enkel toegenomen. Hoewel de laatste aanval op AAAB eind januari plaatsvond en er sinds begin februari geen aanvallen meer op andere Amerikaanse doelen in Irak zijn uitgevoerd, spoedden militairen zich ook op Al Asad de afgelopen maanden regelmatig naar de bunker. De dreiging heeft invloed op de mindset, zegt Ruben: “Je gaat van de gedachte ‘we gaan op uitzending’ naar ‘we gaan naar oorlogsgebied’.”
Een enorme brownout door de downwash van de Chinook. In die stofwolk wachten militairen in een beschermende huddle totdat de helikopter weer vertrokken is.
Kist en kast
298 doet wat het altijd doet: schouders eronder om het maximale uit de missie te halen. Er gaat dan ook een zucht van verlichting door de hangaar als 1 juni aanbreekt. Volle bak ertegenaan, al snel met zweet op het voorhoofd. Irak is in de aanloop naar de zomer al verzengend heet. Wie buiten rondloopt, heeft continu het gevoel omarmd te worden door een dik dekbed. Deze weersomstandigheden hebben directe invloed op de kist. “Door de ijle lucht zijn de bladen en daarmee de lift minder effectief”, legt Ruben uit. Daarbij heb je meer peut nodig om een vergelijkbaar vermogen en dezelfde draagkracht te leveren.
Optreden in deze omstandigheden heeft gevolgen voor zowel ‘kist’ als ‘kast’. De cockpit verandert al snel van een battle stationin een broeikas. De eerste straaltjes lopen tijdens de vlucht naar Bagdad al na vijf minuten over de rug. En dan moet de operatie nog uren duren. Ruben: “De cockpit is een niet geconditioneerde ruimte, waar vliegers tussen plexiglas en computers van de heli zitten.” Een temperatuur van vijftig graden is daar geen bijzonderheid. Tel daar de brandwerende kleding en het scherfvest bij op. Het enige dat nog ventileert is de kin die onder de helm uitsteekt en de vingertoppen die van de handschoenen afgeknipt zijn om de heli te kunnen bedienen.
Het devies: “Goed drinken, goed eten. Goed op jezelf en de hele crew letten. Voor de rest? Accepteren”, lacht de vlieger. “Waar we kunnen, proberen we de taskingszoveel mogelijk ’s nachts uit te voeren. Dan is het net iets koeler.”
Naast Irak, behoren ook Koeweit en Jordanië tot het operatiegebied
Taskings
Hoe de club wordt ingezet? “In Koeweit worden de taskings verdeeld tussen de Amerikanen, de Spanjaarden en ons”, vertelt Ruben. “Een flink oppervlak. De spanning is heel anders dan bij de laatste inzet in Mali. Daar deden we naast bevoorrading ook medevacs. De missies hier zijn van een andere aard. We verplaatsen adviseurs die bijdragen aan de toekomst van Irak en we ondersteunen de Amerikanen in hun strijd tegen het terrorisme. Dat maakt het interessant. Helemaal nu”, zegt hij. De Irakese verkiezingen komen eraan. Daarbij is de toekomst van missie OIR ongewis: daarover is Irak nu in gesprek met de Amerikanen. “Natuurlijk vliegen we tijdens deze missie van A naar B, van vliegveld naar vliegveld. Ondertussen zijn dit variabelen die deze missie beïnvloeden.”
De Nederlanders werken in het luchttransport samen met de Amerikanen en de Spanjaarden. “Die internationale context is een interessante omgeving om in te werken”, aldus Jeroen.
Vindingrijk
Voor en na de vlucht is de heli voor de Technische Dienst (TD). De missie in Irak is voor hen ook een uitdaging, want “hoe gaat de kist het houden,” vraagt vluchtchef adjudant Ronald zich hardop af. “Dusty and sandy conditions maken dat je meer rekening moet houden met slijtage. Dat betekent extra aandacht voor bijvoorbeeld de rotorbladen. Die hebben we voordien al met tape afgeplakt om schade door zand en gruis aan de onderliggende plaat in het rotorblad te voorkomen.”
Ronald is een oude rot in het vak. Ook bij de laatste missie in Mali was hij erbij, toen met de ‘oude D’. “Daarop hadden we een berg aan ervaring. De Chinook-CAAS is eigenlijk een volledig nieuwe heli, vooral op het gebied van avionica. Toen stonden de kisten binnen, waar ze nu buiten in de elementen staan. Irak is nu heet, maar in de winter kan hier ook sneeuw vallen.” De adjudant ziet de missie als een test: “Ik ben heel benieuwd hoe de kist het houdt. Hier leer je ontzettend veel van voor de toekomst.”
Sergeant-majoor Dave vervangt de crypto die de communicatie van de kist versleutelt. Sergeant 1 Ashwin gaat ondertussen met een poetsdoek door de heli om stof en zand te verwijderen. Niets ontgaat zijn kritisch oog.
Voorafgaand aan de uitzending maakte zijn club een vooruitgeschoven voorraad en een handvoorraad, die ze meenemen naar AAAB. “Maar je kan niet elk onderdeel meenemen. Benodigde middelen zijn lastig het gebied in te krijgen. Instandhoudingsvluchten met reservedelen zijn er ongeveer een keer per maand.” Eén voordeel: de Nederlanders werken samen met coalitiepartners die met dezelfde aanvoerproblemen kampen én met dezelfde kist vliegen. Hier en daar wordt er wat uitgewisseld als het nodig is.
“We werken hier keihard om elke dag drie kisten gereed op 'de plaat' te hebben staan. Alle monteurs zijn enorm zelfstandig, We hebben een mix van mensen met veel ervaring op de Delta en een nieuwe, jonge garde. Die vullen elkaar aan en zijn samen erg vindingrijk. Dat maakt me enorm trots.”
Een duo Chinooks pikt militairen op in de Iraakse woestijn. Oplettendheid geboden voor iedereen in de helikopter, dus ook de doorgunners.
Vijf rotaties
De drie Chinooks van 298 Squadron worden voor een jaar ingezet in Irak. Elk detachement blijft drie maanden in het gebied. Na het eerste detachement volgen er nog drie en een redeployment-detachement. In de twee maanden die de huidige eenheid nog rest, wil het detachement het maximale eruit halen, geeft Jeroen aan.
Terug boven de bruine vlakte. Na een uurtje in de lucht verschijnt de grote verstedelijkte kern van Bagdad. Het is de eerste stop voor die dag, waarna de crew doorvliegt naar Erbil. “Voor ons squadron is dit enorm goed om te doen. Dit is waar je met z’n allen naartoe werkt. Je traint, je bereidt je voor, je staat klaar, om uiteindelijk je taak te doen in het missiegebied. In augustus hoop ik dat we terugkijken op een missie waarbij we iedereen heel thuiskrijgen en we echt iets hebben weggezet voor onze opvolgers”, besluit Jeroen.
Meer beeld zien van de helidet-inzet in Irak? Bekijk dan onderstaande fotocarrousel.