Gevechtsleiders stappen over eigen schaduw
Hoogtepunt voor eerste luitenant Floor tijdens Red Flag was zijn dag als C2-team lead en hij de planning van een complete luchtoorlog leidde. Geen van zijn jonge collega’s deden hem dat na. Voor deze prestatie ontving de gevechtsleider van majoor Bram een welgemeend compliment. “Uit je comfortzone stappen en het gewoon doen, is precies de mentaliteit die je tijdens een oefening als deze moet hebben.”
Tekst: André Twigt
De recent gehouden combined air operations oefening Red Flag, editie 24-2, was afgelopen maart niet alleen twee weken lang het terrein voor het Nederlandse F-35 detachement. Ook 13 luchtgevechtsleiders van het Air Operations Control Station (AOCS) Nieuw Milligen (NM) deden mee. Vanaf Nellis Air Force Base in Las Vegas sturen de specialisten – samen met collega’s van 128th Air Control Squadron van de Wisconsin Air National Guard – het gevecht tussen Red en Blue Air aan. “Dat was een onvergetelijke ervaring”, aldus Floor. Gevechtsleiders gaan niet vaak voor werk overzee. Hun standplaats is Nieuw Milligen, waar ze de dagelijkse militaire oefenvluchten boven Nederland en de Quick Reaction Alert (zie het verhaal elders in deze Vliegende Hollander) aansturen. Met enige regelmaat gaan er kleine delegaties voor oefeningen naar buurlanden, maar voor Red Flag reizen ze met een volledige battle crew naar de grootste gokstad van de wereld. Daar nemen ze deel aan de overtreffende trap in combined air operations. Bram: “Dit was de eerste keer in decennia, maar als het aan ons ligt, zéker niet de laatste.”
“Je hangt niet op je kop, terwijl je door vriend en vijand wordt afgeleid”
Completer beeld
De gedachte aan Red Flag bezorgt master controller Bram nog steeds een smile. Twee weken lang, tweemaal per dag stijgen er gemiddeld zestig vliegtuigen op om boven de Nevada Test and Training Range (NTTR) een complexe luchtoorlog uit te vechten. Luchtverdediging, het uitschakelen van vijandelijke toestellen en luchtafweersystyemen en het penetreren van vijandelijke airspace horen er allemaal bij. Aan de gevechtsleiders om de bombers, fighters, tankers, vliegtuigen voor elektronische oorlogsvoering, radarobservatievliegtuigen en wat al niet meer aan te sturen. Vanaf de grond lukt dat beter dan in de lucht. “Wij hebben een completer beeld van de situatie, waardoor een missie in effectiviteit toeneemt”, legt Bram uit. “En je hangt niet op je kop, terwijl je door vriend en vijand wordt afgeleid. Onze werkomgeving is meer stabiel, waardoor we goed zien waar de tegenstander precies zit. Vervolgens sturen wij de juiste assets richting de dreiging.”
Volgestouwd
Bram vertelt dat er naast Red Flag weinig gelegenheden zijn om ervaring op te doen met vliegen in grote verbanden. De Nederlandse combined air exercise Frisian Flag is ook van hoge kwaliteit, maar in het oefengebied ten noorden van Nederland is minder gronddreiging aanwezig. De woestenij van Nevada is juist volgestouwd met systemen die dit simuleren. “Ook voor ons maakt deze toevoeging het allemaal een stuk complexer”, aldus Bram.
Sowieso kun je de Europese variant van een luchtoorlog op schaal niet met Red Flag vergelijken. In de States is alles big en bigger en kijk je met een nog bredere scope naar air battle management. Bijvoorbeeld veertien dagen lang een tankerplan voor zestig toestellen optuigen – dat zo min mogelijk de luchtoorlog verstoort – is een enorme legpuzzel. “Valt er een stukje weg, dan wordt het net een Japanse sudoku. Red Flag is echt het hoogste niveau waarop we kunnen opereren. Voor ons was deelname de bevestiging dat we als CRC het niveau prima aankunnen.”
“Tijdens oefeningen in Nederland schuif je na werktijd aan bij het avondeten thuis”
Out of area opereren
De grootste en beste (oefen)luchtoorlog in de wereld was voor de gevechtsleiders in meerdere opzichten een eyeopener. Zo was er de samenwerking met Amerikaanse collega’s, die onder de indruk waren van de Nederlandse operators. Krent in de pap was voor Bram dat hij leiding mocht geven aan een geïntegreerde Nederlands-Amerikaanse crew. “Het is geweldig om twee groepen met verschillende culturele achtergronden en werkwijzen samen te smeden tot een geoliede machine.” Daarnaast droeg ook het out of area-opereren bij aan de beleving. Bram: “Tijdens oefeningen in Nederland schuif je na werktijd aan bij het avondeten thuis. Tijdens Red Flag zit je met collega’s iedere dag bij elkaar en ben je op elkaar aangewezen. Dat vergde voor sommigen aanpassing. Er ontstaan groepsprocessen waaraan je je niet altijd kunt onttrekken. Mensen moeten zich dan herontdekken. Zelfontplooiing blijkt dan best een dingetje.”
“Ik heb er veel van geleerd en ervan genoten – ik zou het zo weer doen”
Lopend verhaal
Net als over je eigen schaduw heenstappen en taken doen die je nog nooit hebt gedaan. Mooi voorbeeld daarvan is het verhaal van Floor, die zonder overdenking de rol van C2-team lead op zich nam. Ga er maar aan staan: opeens ben je de spil in een uiterst complexe luchtoorlog, waarin jouw plan van aanpak leidend is. De volgende dag moet hij in het auditorium van het Red Flag building op Nellis zijn plan presenteren aan een publiek van vliegers, gevechtsleiders en andere kritische toehoorders.
Achteraf bezien had Floor er weinig moeite mee. “Het was zeker spannend, maar ik deed het niet alleen. Er staat een heel team achter je dat veel stukjes van de puzzel aandraagt. Aan mij om dit als een lopend verhaal te presenteren. Ik heb er veel van geleerd en ervan genoten… Ik zou het zo weer doen.”