“Beste lezers van de Vliegende Hollander. Een voorwoord in dit blad is al lang geleden. Maar de tijd waarin wij nu leven, vraagt om een persoonlijke boodschap, een call-to-action. Die richt ik als Commandant Luchtstrijdkrachten graag aan jullie, samen met mijn Luchtmachtadjudant, Adjudant Terry Venhovens. Iedere maand richten een andere commandant en stafadjudant zich tot jullie. Volgende maand zijn dat de Commandant Logistiek Centrum Woensdrecht en zijn stafadjudant.
De wereld om ons heen verandert continu. De snelheid waarmee dit gebeurt is van invloed op ons werk en vraagt onze doorlopende aandacht. Het dwingt ons om voortdurend na te denken over het belang van air en space power en de enorme verantwoordelijkheid die daarmee gepaard gaat. Voor ons allemaal.
In de verslechterende veiligheidssituatie ligt de focus vaak op Oekraïne, en terecht, maar het is goed te realiseren dat de uitdagingen veel breder zijn: Afrika, de Indo-Pacific en het Midden-Oosten, om er maar een paar te noemen. Maar ook thema’s zoals migratie en klimaat verdienen aandacht. Het zijn allemaal zaken die een bedreiging vormen voor de verworvenheden van onze westerse maatschappij.
En misschien is dat wel onze grootste bedreiging. Want de afgelopen drie decennia hebben we die verworvenheden en de vrede teveel als vanzelfsprekend beschouwd. Het was een tijd waarin ‘we’ eraan gewend zijn geraakt dat de overheid of een werkgever alles voor ons moest regelen en waarin eigen verantwoordelijkheid, zelfredzaamheid en eigenaarschap steeds verder op de achtergrond kwamen te staan. Een situatie die niet heeft geholpen bij het zekerstellen van een sterke en parate krijgsmacht, een weerbare samenleving en individuele verantwoordelijkheid. Dat moet echt anders. We kunnen ons het alternatief immers niet veroorloven. Dat zien we iedere dag in het nieuws.
We leven nu écht in een andere wereld. Dat moet iedereen tussen de oren krijgen. Als de Commandant der Strijdkrachten aangeeft dat we over vijf jaar bij een grootschalig conflict betrokken kunnen raken, dan betekent dat nogal wat. Recentelijk benoemde de hoogste NAVO-militair, admiraal Rob Bauer, dat ook. Dan moeten we er klaar voor zijn. Niet alleen het defensiepersoneel, maar de héle maatschappij. Als inwoners van ons land hebben we namelijk állemaal een verantwoordelijkheid in het veilig houden van Nederland.
Wanneer we potentiele tegenstanders niet kunnen afschrikken en niet in staat zijn om zo nodig vanavond te kunnen vechten, dat niet langdurig kunnen volhouden en dat niet samen kunnen met onze partners, dan doet al het andere er niet meer toe. ‘There are no points for second best!’ Een enorme verantwoordelijkheid die ik iedere dag voel.
Steur: ‘Binnen Defensie en de luchtmacht moeten we gaan naar een ‘warrior mindset’
Dat vereist een andere mindset in Nederland. Een warrior mindset. Ongeacht of je nu bij Defensie werkt of daarbuiten. De gezamenlijke verantwoordelijkheid is groot. En het bewustzijn over de situatie in de wereld kan niet groot genoeg zijn. Ook daarin hebben wij een rol. Neem als voorbeeld Finland, waar ik onlangs op bezoek was. Daar is de dreiging van Rusland voelbaar tot in de haarvaten van de maatschappij. Je merkt wat dat met een maatschappij doet. Als het er op aankomt, dan staat daar een heel land klaar om ingezet te worden. Daar mogen we als land een voorbeeld aan nemen.”
Venhovens: ‘Leiderschap en eigenaarschap zijn rangsongebonden, dus pak je verantwoordelijkheid’
“Maar voor het vervullen van onze luchtmachttaak zijn mensen nodig: de eigen luchtmachtorganisatie gevuld krijgen om te kúnnen doen wat we móeten en om dat góed te doen. Door personeelstekort blijven er echter zaken liggen. Dat moet niet, maar kán niet anders. En daar werken we aan. Het belangrijkste is dat we dan in ieder geval doen wat we écht moeten doen. En dat piept en kraakt op diverse punten. Dat is niet gek, want de afgelopen 25 tot 30 jaar heeft het luchtmachtpersoneel in een bedrijfsvoering van planbare opdrachten gewerkt. En dat heeft de vakman góed gedaan. Maar nu verwachten we meer van ze, als militair en als schakel in de keten. Ook daar werken we aan, aan die (warrior) mindset. Want áls we ingezet gaan worden, moeten we er klaar voor zijn met álles wat we hebben.
Daarbij hoort leidinggeven en verantwoordelijkheid nemen, aandacht geven aan elkaar, maar ook zorgen voor elkaar. Zowel van leidinggevenden naar ondergeschikten als andersom. Want leiderschap en eigenaarschap zijn rangsongebonden, dus pak daarin je verantwoordelijkheid. We vragen je om breder te kijken dan je eigen specialisme en jezelf en, als het nodig is, een andere rol aan te nemen. Dat vinden we lastig, maar het móet en het kan, dus we gaan het gewoon doen. Met elkaar.”
Steur: ‘Jongeren bij luchtmacht die zich hebben aangemeld ná de Russische inval’
“Tot slot, mensen bij Defensie doen belangrijk en verantwoordelijk werk. En dat neemt alleen maar toe. Dat het personeel daarvoor goed betaald moet worden, is evident. Maar stel jezelf ook de vragen: Waartoe ben ik op aarde? Waar kan ík het verschil maken? Hoe kan ik helpen? Wij spreken jongeren die zich bij de Koninklijke Luchtmacht hebben aangemeld ná de Russische inval. Zij willen iets doen voor hun land, zij willen het verschil maken, zij willen iets extra’s geven, vertellen ze ons. Wij weten zeker dat dit voor vele luchtmachters lang of minder lang geleden drijfveren waren om te solliciteren. Wij hopen dat dit vuurtje weer wordt aangewakkerd en wij er gezamenlijk de schouders onder gaan zetten. Pak die bal op en ga ermee rennen, dan is de sky the limit.”