Diverse vliegende squadrons vierden dit jaar hun jubileum en gaven daarvoor een van hun toestellen een toepasselijke beschildering. In het juninummer van de Vliegende Hollander was al de PC-7 van 131 Squadron te zien, een uitgave later de NH90(‘s) van 860 Squadron.
Iets later dan gepland hierbij ook de drie andere jubileumstaarten. 322 Squadron, de oudste eenheid van de Koninklijke luchtmacht, vierde dit jaar de tachtigste verjaardag. Martijn Diks maakte het ontwerp voor de staart van de F-014. Daarbij gebruikte hij de historische foto van Spitfire-vlieger majoor Jan Leendert Plesman met Polly Gray op z’n vinger. Plesman werd tijdens WOII neergehaald door de Duitsers en is nog altijd vermist.
306 Squadron bestaat in 2023 zeventig jaar. Kunstenaar Peter van Stigt kwam met dit ontwerp voor de MQ-9 Reaper. De buitenkant van de staart is een geschiedenisplaat geworden met vijf typen waarmee 306 door de jaren heen vloog. Op de binnenkant van de staart staat de adelaar uit het squadronlogo.
Tot slot 313 Squadron dat eveneens zeventig jaar bestaat. De schilder voorzag de F-031 van tijgerstrepen op de staart en ook de silhouetten van de typen waarmee de eenheid in het verleden vloog. Foto’s: Martijn Diks, sergeant-majoors Aaron Zwaal en Jan Dijkstra
306 Squadron gaat volgend jaar vanuit Roemenië met drie MQ-9 Reapers bijdrage aan verdediging van de NAVO-oostflank. De inzet is voor minimaal zes en maximaal twaalf maanden. De toestellen worden ingezet om inlichtingen te verzamelen langs de oostgrens van het verdragsgebied. Het is voor het eerst dat Nederland het onbemande verkenningsvliegtuig inzet buiten het Koninkrijk.
Bij de inzet zijn circa 135 defensiemedewerkers betrokken. Zo’n veertig militairen onderhouden de vliegtuigen op luchtmachtbasis Campia Turzii in Roemenië. De meerderheid van het detachement voert op Vliegbasis Leeuwarden de taken uit. Die bestaan uit het besturen van de MQ-9 en het verwerken van de inlichtingen tot bruikbare producten.
Nederland vliegt in directe ondersteuning van NAVO, maar de inzet vindt plaats onder nationale verantwoordelijkheid. De NAVO deelt zijn inlichtingenbehoefte met Nederland, maar Nederland bepaalt vervolgens zelf welke behoefte het invult en ook hoe dat gebeurt. Ook de verwerking van de informatie blijft een nationale verantwoordelijkheid.
De inzet van de MQ-9 wordt het eerste optreden voor het NAVO-bondgenootschap. Een 35-koppig genietaakteam van de landmacht bouwt voorafgaand aan de inzet het kampement voor de luchtmachtcollega’s op de Roemeense basis. Foto: sergeant-majoor Aaron Zwaal
Laatste KLu CH-47F afgeleverd
298 Squadron kreeg op 9 november de laatste nieuwe Chinook in ontvangst. De D-606 werd die dag vanaf het Logistiek Centrum Woensdrecht naar Vliegbasis Gilze-Rijen gevlogen. De eerste CH-47F MYII CAAS (Common Avionics Architecture System) werd op 14 april 2021 afgeleverd aan 298 Squadron.
Van de twintig door de KLu bestelde CH-47F Chinooks vliegen er vijf nu bij 302 Squadron dat dit type als eerste kreeg afgeleverd. De eenheid op Robert Gray AAF op Fort Cavazos in Texas gebruikt de helikopters voor training en opleiding. De andere vijftien vliegen bij 298 Squadron. Foto: sergeant-majoor Christian Schrik
Eerste vervangers voor AWACS geselecteerd
Ter vervanging van een deel van de vloot van Boeing E-3A Sentry’s heeft de NAVO zes E-7A Wedgetail van dezelfde fabrikant op het oog. De bestelling moet nog geplaatst worden, maar naar verwachting is in 2031 het eerste exemplaar klaar voor operationele dienst. Dat maakte de NAVO op 15 november bekend.
De NAVO beschikt sinds de jaren tachtig over een vloot van Airborne Warning and Control Stations (AWACS), gestationeerd op de vliegbasis Geilenkirchen in Duitsland.Vervanging van de vloot is een van de grootste projecten van de NAVO. De E-7A Wedgetail die is gebaseerd op het Boeing 737-lijvliegtuig, is de moderne variant van de E-3. Australië, Turkije en het Verenigd Koninkrijk vliegen er al mee. Ook de US Air Force is van plan hun vloot E-3’s te vervangen door de E-7A. De versie die nu daarvoor wordt ontwikkeld, is ook het model waarop de NAVO haar oog heeft laten vallen.
De Wedgetail maakt deel uit van het vervangingsproject van de NAVO waarvoor ook andere capaciteiten in ogenschouw worden genomen. Artists impression: Boeing
Amerikaanse helikopterbrigade via Nederland terug naar huis
Nadat in oktober al een Combat Aviation Brigade (CAV) van de US Army via Nederland Europa in reisde, vind momenteel de terugtrekking van een andere plaats. De 3rd CAV met zo’n 85 tot mogelijk 95 toestellen keert via Nederland terug naar de Verenigde Staten. Host In het kader van Host Nation Support ondersteunt Nederland deze transporten.
Was bij aankomst van 1st CAB Vliegbasis Woensdrecht nog de intermediate support base, voor 3rd CAB is dat Vliegbasis Eindhoven. De luchtmacht bewaakt daar de Black Hawks, Chinooks en Apaches (foto) en voorziet ze van brandstof. Amerikaanse militairen ondersteunen hun Nederlandse collega’s op de Brabantse locatie. Daar vandaan vliegen de helikopters rechtstreeks naar de haven van Vlissingen waar een forward operating base is ingericht. Dit wordt dag en nacht bewaakt door militairen van de landmacht en hondenteams van de luchtmacht. De helikopters landen daar, worden deels ontmanteld en gaan vervolgens een hangar in totdat de vrachtboot de ze ophaalt voor de overtocht van de Verenigde Staten. Vlissingen is ook het eindpunt voor 1.400 voertuigen en ander materieel.
Het gaat overigens om zo’n dertig toestellen meer dan in eerste instantie gepland. Dat heeft te maken met een te late aankomst van een Amerikaans schip in de Griekse haven Thessaloniki. Daarom is besloten om de heli’s uit Roemenië ook via Vlissingen te verplaatsen.
De 3rd CAV maakte negen maanden deel uit van de versterkte Amerikaanse aanwezigheid in Oost-Europa. De Amerikaanse helikopterbrigade trainde in Duitsland, Polen en Letland met NAVO-partners. Al het materieel van de brigade gaat op twee schepen terug naar de thuisbasis in Georgia. Het laden gebeurt tussen 9 en 22 december. Foto: R. de Reus, Verbrugge International
Laatste officier van Market Garden overleden
De Britste veteraan van de Slag om Arnhem luitenant b.d. Ron Johnson overleed op op 22 november op 102-jarige leeftijd. Johnson was de laatste nog levende officier die meevocht in 1944.
Johnson deed dienst bij het E Squadron van het Glider Pilot Regiment dat met Horsa-zweefvliegtuigen bij Arnhem landde als onderdeel van Operatie Market Garden. Horsa’s (foto) waren houten zweefvliegtuigen die werden getrokken door transportvliegtuigen of bommenwerpers.
Na zijn landing in Wolfheze werd Johnson in Oosterbeek geraakt aan zijn hoofd en zijn rug en werd hij krijgsgevangen gemaakt. Hij onthulde bij de 75e herdenking van de Slag om Arnhem in 2019 een monument voor zijn gevallen kameraden in Wolfheze. Foto: RAF
Stoffelijke resten in wrak Britse Lancaster zijn van vermisten
De stoffelijke resten die zijn aangetroffen tussen de wrakdelen van de Britse Lancaster ED603 zijn van de drie vermiste bemanningsleden. Dat maakte Defensie bekend op 23 november. Het gaat om Pilot Officers Arthur Smart en Charles Sprack en Flight Sergeant Edward Moore.
Laboratoriumonderzoek in Soesterberg heeft dat uitgewezen. Voor hun families in het Verenigd Koninkrijk komt er hiermee een einde aan tachtig jaar onzekerheid over hun lot.
De Lancaster stortte in de vroege ochtend van 13 juni 1943 neer in het IJsselmeer, na een bombardementsvlucht op het Ruhrgebied. Vier bemanningsleden spoelden aan op de oevers en werden begraven in Stavoren, Workum en Hindeloopen. Van Smart, Sprack en Moore ontbrak tot nu ieder spoor. Hun stoffelijke resten werden aangetroffen tijdens de bergingsoperatie. Het vliegtuigbergingsteam van Defensie voerde die tussen 5 september en 6 oktober uit, op verzoek van de gemeente Súdwest-Fryslân.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog gingen in Nederland bijna zesduizend geallieerde en Duitse vliegtuigen verloren. Op zo’n dertig tot vijftig plaatsen in Nederland zijn zeer waarschijnlijk nog stoffelijke resten van vermiste bemanningsleden op de wraklocaties aanwezig. Lancaster ED603 werd geborgen in het kader van het Nationaal Bergingsprogramma voor vliegtuigwrakken met vermiste vliegers. Dit programma ging in 2019 van start. Foto: Defensie
Met SALIS toegang tot (extra) grote vrachtvliegtuigen
Naast de C-17’s van de Heavy Airlift Wing in Hongarije kan Defensie binnenkort weer gebruik maken van een internationale vloot van transportvliegtuigen. Deze zijn in beheer bij de Strategic Air Lift International Solution (SALIS). Daarmee ging het Defensie Ondersteuningscommando op 27 november een partnership aan. Dat duurt twee jaar en gaat in op 1 januari 2024.
Vooral het vrachtvliegtuig Antonov-124 (op de foto links) is in staat extra grote ladingen te vervoeren. Naast vijf van deze toestellen bestaat de vloot uit een aantal Ilyushin IL-76’s. Alle toestellen zijn gestationeerd op het vliegveld Leipzig/Halle in Duitsland. Nederland heeft zelf niet de beschikking over dergelijke vliegtuigen.
Commandant Defensie Ondersteuningscommando luitenant-generaal Jan-Willem Maas tekende het partnership. Met het Salis-lidmaatschap draagt Defensie bij aan internationale samenwerking op het gebied van luchttransport. Omdat ook België en Duitsland lid zijn van Salis is het mogelijk de capaciteit van de vliegtuigen te delen. Het Support and Procurement Agency van de NAVO biedt het lidmaatschap aan. Dit is na twee jaar te verlengen. Foto: Gerben van Es