“Je merkt wel dat de kist verouderd is”
Eind september 2024 is het gedaan met de F-16 in Nederlandse dienst. Vanaf dan vliegt het CLSK alleen nog met de F-35 Lightning II. Afgelopen oktober haalden de Fighting Falcons voor waarschijnlijk het laatst alles uit de kast tijdens een internationale NAVO-oefening boven Italië, de Middellandse Zee en Kroatië. 312 Squadron van Vliegbasis Volkel voerde de ‘zwanenzang’ uit.
Tekst: Jack Oosthoek | Foto’s: sergeant-majoor Christian Schrik
‘We kunnen zéker nog wat met de F-16’
Aan de jaarlijks terugkerende oefening doen circa zestig gevechtsvliegtuigen uit dertien landen mee. De tien F-16’s van 312 trainen vanaf Aviano Air Base in verschillende taken en rollen, meer met gevechtstoestellen, tank- en radarobservatievliegtuigen van de andere landen. Daarbij nemen de Nederlanders een voorschot op de toekomst door te oefenen met de F-35 van bondgenoten in diens rol van ‘supersensor’. Dat toestel neemt alle gebeurtenissen waar en deelt informatie met anderen via het Link16-netwerk. “Met de radar van de F-16 kan je minder ver kijken. Je merkt dat de kist verouderd is, al blijft hij capabel in bepaalde rollen. We kunnen er zéker nog wat mee”, zegt majoor-vlieger Nick.
‘Als een tanker uitvalt, heeft dat zéker effect op de missie’
Dreigend brandstoftekort
Aangezien het CLSK vaker meedoet aan deze oefening, kennen de vliegers het klappen van de zweep. “Je leert er de fijne kneepjes van het vak”, weet Commandant 312 Squadron luitenant-kolonel Patrick ‘Naish’ Vreeburg. Door uitvallende tankvliegtuigen dreigde dit keer af en toe een brandstoftekort. “Kijk,” geeft Nick aan, “doordat gevechtsvliegtuigen tijdens oefeningen als deze grote afstanden afleggen, moeten ze in de lucht bijtanken. Als een tanker, zoals nu gebeurde, om wat voor reden uitvalt, dan heeft dat zéker effect op de uitvoering van de missie, ondanks dat er altijd een alternatief plan is. Een militaire operatie kan nog zo nauwkeurig gepland zijn, ellende komt voor.”
‘Ik had de F-16 lánger willen meemaken’
Kuilen en hobbels
Ondanks hun ‘bejaarde’ leeftijd doen de F-16’s van 312 Squadron het in de oefening volgens crewchief sergeant Jonne prima. “Supervet om überhaupt al naar het toestel te kijken. Dat silhouet is bijna iconisch. Ik heb het gevoel dat ik tien jaar te laat ben geboren; had de F-16 lánger willen meemaken. Maar als ras-technicus kriebelt het ook om met de F-35 te werken.”
Zo denkt hoofd Gereedstelling en Onderhoud van 312 Squadron majoor Edwin er ook over, al weet hij dat de weg naar het F-35-tijdperk bezaaid ligt met kuilen en hobbels. “Vooral qua planning bevindt ons squadron zich in een onduidelijke periode. We weten nog niet hoe de transitieperiode verloopt. Begin volgend jaar hopen we mogelijkheden en onmogelijkheden in kaart te hebben gebracht. Een transitie naar een nieuw type houdt méér in dan alleen het vliegtuig binnenhalen.”
Niet meer volledig opgewassen
Ook in de ogen van Edwin doet de F-16 het nog steeds goed. “Hij heeft klachten, maar onze specialisten houden hem moeiteloos in de lucht. We moeten voor de F-35 echter niet blijven hangen in het F-16-denkpatroon. Daarbij zal de jonge generatie waarschijnlijk makkelijker switchen naar de F-35 dan de oudere die niet is opgegroeid met dit hightech-systeem.”
De F-16 is een van de meest geproduceerde gevechtstoestellen uit het tijdperk na de Tweede Wereldoorlog. En nu gaat hij er volgend jaar bij de Koninklijke Luchtmacht dus uit. Ondanks de moderniseringen is de F-16 niet meer volledig opgewassen tegen omstandigheden van deze tijd en hedendaagse dreigingen. Slijtage valt moeilijker te stoppen, het onderhoud kost steeds meer tijd en geld, reserveonderdelen zijn moeilijker te krijgen. De F-16 honderd procent inzetbaar houden is dus een uitdaging.
‘Exodus’ naar Noord-Italië
Naast de oefening zelf mocht de verplaatsing van Volkel naar Aviano er eveneens wezen. Aan de vooravond van de oefening stelde hoofd Logistiek (S4 Ground) van 901 Squadron kapitein Andy samen met deskundigen de noodzakelijke pakketten samen. Met hulp van de Defensie Verkeers- en Vervoersorganisatie gingen die in een ‘exodus’ naar Noord-Italië: 25 vrachtwagens met daarop vijftig containers. Afstand via Oostenrijk: 1.400 kilometer, twee dagen rijden. Andy spreekt van ‘een unieke verplaatsing’. “Alles draait om inzicht en beheer. Het materiaal moet op de juiste manier, op de juiste plek en op het juiste tijdstip bij elkaar komen. Als onze ‘klanten’ iets op een andere manier geregeld willen zien, doen wij dat. Logistiekelingen zijn van de ondersteuning.” Als belangrijkste les van deze oefening noemt Andy het snel kunnen schakelen: “leer omgaan met veranderingen en samenwerken met andere culturen.”