05

Dit artikel hoort bij: de Vliegende Hollander 10 | 2023

Over de Grens: stafonderofficier frontoffice bij de Dienst Geografie

x
Leestijd: 5 minuten

Ver buiten de landsgrenzen, bij een ander krijgsmachtdeel, een overheidsinstelling of in het bedrijfsleven: luchtmachters zetten zich overal in voor Defensie. In deze rubriek vertellen zij over hun bijzondere plaatsing.

Tekst: Kirsten de Vries | Foto: sergeant Gregory Fréni

Wie: adjudant Hella Gort (58)

Functie: stafonderofficier frontoffice Dienst Geografie (DGeo), Commando Landstrijdkrachten

Standplaats: Luitenant-kolonel Tonnetkazerne, ’t Harde

Hella Gort is een vliegtuigtechnicus in hart en nieren. Dertig jaar lang vliegt ze als Flight Engineer (FE, boordwerktuigkundige) op onder meer de P-3C Orion, E-3A Sentry en KDC-10 de hele wereld over, totdat de vliegtuigtypes uit dienst gaan of haar functie wordt vervangen door een boordcomputer. Noodgedwongen ontdekt ze een nieuwe passie: aeronautische kaarten. Bij de Dienst Geografie (DGeo) op de luitenant-kolonel Tonnetkazerne in ’t Harde helpt ze met het maken van deze nationale en internationale vliegkaarten – bijvoorbeeld voor crisissituaties – en speurt ze naar mogelijke obstakels voor helikopters.

Een van de typen waarop Hella werkzaam was als FE was de P-3. Hier staat een Nederlands exemplaar op Naval Air Station Keflavik op IJsland naast een aantal Amerikaanse collega’s. Foto: Nederlands Instituut voor Militaire Historie

‘Ik wilde gewoon weg, de wereld zien, reizen’

IJsland, Griekenland, Afghanistan, Curaçao, Groenland, Suriname… Hella ziet heel wat landen in haar lange carrière en zit dan ook boordevol spannende verhalen. “IJsland was heel bijzonder. Dat was tijdens de Koude Oorlog en we moesten de onderzee- en spionageboten van de Russen in de gaten houden. We waren daar echt op elkaar aangewezen; samen stond je te sleutelen. Het was een hechte club. Ook Curaçao was favoriet. Daar werden we ingezet voor counter-drugs-operaties, Search and Rescue en medical evacuation.”

Eigenlijk wil Hella varen bij de marine. “Ik stond ingeschreven op de school voor de koopvaardij. Je moest stagelopen en het was moeilijk om een bootje te krijgen. In de Veronica Gids stond een advertentie van de marine. Die vulde ik in en stuurde ik op, maar als antwoord kreeg ik te horen dat ze nog geen vrouwen aan boord hadden. Toen ben ik vliegtuigmonteur geworden. Techniek is techniek en ik wilde gewoon weg, de wereld zien, reizen.”

Van 1981 tot en met 2005 werkt ze bij de Marineluchtvaartdienst, daarna vindt ze nieuw onderdak bij de luchtmacht. Dat ze een vrouw is in een mannenwereld ziet ze nooit als een probleem. “Er werd me verteld: ‘je mist misschien wat aan kracht’. Maar toen dacht ik: wie niet sterk is moet slim zijn.”

In plaats van een varende functie wordt Hella vliegtuigmonteur, en gaat later als FE vliegen op de E-3A Sentry, in de volksmond AWACS genoemd. “Techniek is techniek.” Foto: privé-archief

‘Allemaal jonge broekies’

Haar functie als boordwerktuigkundige houdt 2,5 jaar geleden op te bestaan en dan vraagt Hella zichzelf af: wat wil ik nog? De DGeo ontdekt ze bij toeval: “Door mijn zus werd ik op een artikel in de Vliegende Hollander geattendeerd. Daarin stond een interview met een oud-collega van mij die in de vliegwereld werkte. Hij was hoogst verbaasd toen ik hem belde en schoot in de lach. Ik had namelijk nog nooit van de afdeling DGeo gehoord. Toen ben ik hier een dag wezen kijken en ik was behoorlijk onder de indruk. Het is wel geen vliegen maar wel iets mét vliegen.”

Wat volgt is een basisopleiding ArcGIS én een heel ander leven. “Ik was de oudste; het waren allemaal jonge broekies bij de opleiding. Ik kom uit een compleet andere wereld. Iedere dag was bijna een computercursus. Je moet helemaal omschakelen na dertig jaar vliegen. Als je zo lang uit de koffer hebt geleefd en dan opeens in een kantoor zit, dan is dat heel erg wennen.” Maar inmiddels is de koffer van Hella naar zolder verbannen en kan ze nu "in haar eigen bed slapen”.

Hella voor de Boeing 707-TCA, het Training and Cargo Aircraft dat tot en met 2011 werd gebruikt om AWACS-bemanningen te trainen en vracht te brengen naar vooruitgeschoven bases. Foto: privé-archief

'No maps, no mission'

Google Maps

‘No maps, no mission’ is het door Hella zelfbedachte motto voor de DGeo. Dag en nacht zorgen de 35 medewerkers van de dienst ervoor dat de gehele krijgsmacht wordt voorzien van goede kaarten. De aardbevingen in Marokko en Turkije, de evacuaties uit Soedan, de oorlog tussen Israël en Hamas; het zijn verschillende ingrijpende gebeurtenissen waarbij de DGeo belangrijk is voor de defensiemensen ter plaatse. “Google Maps is echt vloeken in de kerk. Soms horen we wel eens dat collega’s Google Maps hebben gebruikt, omdat het sneller is. Maar Maps is niet zo nauwkeurig en je laat digitale sporen na die je juist niet wilt nalaten. Deze data heeft Defensie gewoon zelf in huis, alleen is onze dienst nog niet zo bekend.” Voor de kaarten heeft de DGeo onder meer satellietbeelden, hoogtedata en aeronautische informatie beschikbaar.

De Dienst Geografie op de luitenant-kolonel Tonnetkazerne in ’t Harde. Na een lange carrière als vliegtuigtechnicus werkt Hella hier nu zo’n twee jaar.

‘70.000 obstakels toegevoegd’

Hard nodig

Hella is als stafonderofficier frontoffice een spin in het web. Het kantoor waar zij met een aantal collega’s werkt, zit niet voor niets vrijwel direct bij de voordeur van gebouw 210 in ’t Harde. Aanvragen voor data komen direct bij hen binnen. Daarnaast houdt Hella zich onder meer bezig met het in kaart brengen van masten, torens, windturbines en kabels. Alles wat voor helikopters en de bemanning ervan voor problemen kan zorgen, komt op de zogenoemde Aeronautical Obstacle Chart [AOC, red.]. Dat die kaart hard nodig is, blijkt wel uit verschillende incidenten. In 2017 vliegt een Apache tegen de bliksemafleider van een hoogspanningskabel in de buurt van Culemborg. Gevolg: 25.000 huishoudens zonder stroom. Tien jaar eerder gaat het ook al eens mis met een Apache in de Bommelerwaard. “De luchtmacht gebruikte sterk verouderde kaarten. Deze waren totaal niet geüpdatet. Vorig jaar bijvoorbeeld werden er 70.000 obstakels aan de AOC toegevoegd, waaronder mobiele havenkranen. Hierdoor was Rotterdam bijna niet meer te zien. Dan schieten we ons doel voorbij en dan gaat de kaart ten onder aan zijn eigen succes. Vandaar dat we samen met specialisten van het Kadaster en de eindgebruikers kijken hoe we dingen simpeler kunnen maken zonder dat de vliegveiligheid in het geding komt. Obstakels als windturbines komen er natuurlijk alleen maar meer.”

Hella in haar kantoor. Samen met haar collega’s bemant ze de frontoffice.

Actuele situaties

Naast het maken van de AOC ondersteunt Hella ook bij het leveren van kaarten bij actuele situaties, zoals een eventuele inzet van de Hercules in een crisisgebied. “Voor bepaalde gebieden hebben we speciale vliegkaarten nodig. Vliegtuigen moeten veilig kunnen landen en vertrekken. Ik maak die kaarten niet zelf. Ik koop ze aan of laat de kaarten maken door de mannen en vrouwen hier op de afdeling, dat zijn de specialisten.” Ook voor haar andere oud-werkgever, het CZSK, is ze nog geregeld in de weer. “Als de marine bijvoorbeeld een grote oefening gaat houden, dan hebben die veel kaarten nodig, soms wel van de halve wereld. Wat geen probleem voor ons is; wij leveren ze!”

De Dienst Geografie voorziet de gehele krijgsmacht van actuele kaarten. Overal in het kantoor zijn nog oude kaarten te bewonderen.

In mei 2024 gaat Hella met functioneel leeftijdsontslag en zegt ze de vliegwereld gedag. Tijd voor vervelen zal er niet zijn. In haar huis net over de grens bij Coevorden is er genoeg te doen. “Maar misschien kan het Korps Mariniers eens een oefening in mijn tuin houden. Dan is hij gelijk omgeploegd.”