02

Dit artikel hoort bij: de Vliegende Hollander 03 | 2023

Eeuwfeest op luchtmachtverjaardag

Luchtmachtveteraan leven lang trouw aan Fokker F27

x
Leestijd: 6 minuten
scroll naar beneden voor de video

Eén van de oudste luchtmachtveteranen vierde op 11 maart zijn 100e verjaardag. Wonderwel op exact dezelfde dag dat de Koninklijke Luchtmacht 70 jaar geleden een zelfstandig krijgsmachtdeel werd. Hoewel adjudant b.d. Maurits Charles Baal ook een paar jaar bij de landmacht en marine diende, verpande hij zijn hart aan luchtmacht en vooral 334 Squadron. 45 jaar geleden verliet hij met verdriet de dienst.

Tekst: kapitein Jessica Bode Foto’s: Hans Roggen

Waar de liefde voor vliegtuigen vandaan komt kan adjudant b.d. Baal, woonachtig in het Koninklijk Militair tehuis Bronbeek, niet precies onder woorden brengen. Wel dat hij altijd een liefde voor techniek en fijnmechanica heeft gehad. Knutselen, zoals hij het zelf noemt. “En in krijgsgevangenschap moest ik heel wat landingsbanen aanleggen en repareren. In die hoedanigheid heb ik ook veel met vliegtuigen te maken gehad.

Plaatsvervangend Commandant Luchtstrijdkrachten generaal-majoor Dick van Ingen spreekt de jubilaris toe.

In Vietnam maakte Baal de bevrijding mee

Internaat

Het begint allemaal op het Indonesische Surabaya waar Baal op 11 maart 1923 geboren wordt. Het jongetje is pas drie jaar als hij door z’n Nederlandse vader en Indische moeder naar een internaat wordt gebracht. Daar woont hij, totdat hij op z’n zeventiende dienstplichtig soldaat wordt bij het Koninklijk Nederlandsch Indisch Leger (KNIL).

Nog geen anderhalve maand later breekt de oorlog uit en wordt Baal door de Japanners opgepakt en geïnterneerd. Eerst volgt gevangenschap in Tjimahi (Java). Later wordt hij via Surabaya naar Flores getransporteerd. Loodzware jaren volgen, waarin de krijgsgevangenen onder erbarmelijke omstandigheden, hard moeten werken. Uiteindelijk wordt Baal op een van de hell ships naar toenmalig Saigon gezet om daar dwangarbeid te verrichten. Daar in Vietnam maakt hij uiteindelijk de bevrijding mee.

Baal en vriend voor het leven Bol Kerrebijn kennen elkaar bijna een eeuw, al vanaf het internaat in Nederlands-Indië. Ze treffen elkaar na decennia weer in Bronbeek.

Nieuw Amsterdam

Na de oorlog komt Baal in contact met een oude kostschoolkameraad Bol Kerrebijn die naar Holland gaat om te studeren. “Verduveld, dat wilde ik ook wel”, weet Baal nog goed. “Ik kreeg het voor elkaar en voor ik het wist ging ik in Singapore aan boord van M.S. Nieuw Amsterdam. Dit schip van de Holland-Amerika Lijn werd tijdens de oorlog gebruikt voor troepentransport. Ik zie nog voor me hoe de muren waren bekrast met namen, data en boodschappen van wanhopige militairen.”

Als Baal op 10 april 1946 met lege handen voet aan wal zet in Rotterdam wordt hij liefdevol opgevangen door gastgezinnen, eerst in Papendrecht, later in Dordrecht. “Vanwege de luchtvaartinteresse besloot ik te solliciteren bij Aviolanda. Bij dat onderdeel van Fokker werden vliegtuigen geassembleerd en gemodificeerd.”

Baal met zijn zoon en commandant van Bronbeek kolonel Karel van Dreumel bij de jaarlijkse herdenking van de slachtoffers van de hell ships.

’Ik diende m’n ontslag in met als doel overgeplaatst te worden naar de Koninklijke Luchtmacht’

Afgekeurd

Toch is dat niet wat Baal ervan verwacht en hij besluit over te stappen naar de Marineluchtvaartdienst voor technische werkzaamheden. “Al de opleidingsstages heb ik succesvol doorlopen.” Tussen 1951 en 1953 wordt Baal met een vliegtuigsquadron uitgezonden naar de West. “Ik heb daar zeven jaar als beroepsmilitair gediend, maar de bevorderingen bleven uit. Ik diende m’n ontslag in met als doel overgeplaatst te worden naar de Koninklijke Luchtmacht.” Dat gaat alleen niet zonder slag of stoot, want vanwege slechte knieën wordt Baal aanvankelijk afgekeurd. “Ik besloot me te laten opereren en na een maand revalideren werd ik tóch aangenomen.”

‘Op het vliegveld in Biak moesten we Dakota’s in elkaar zetten’

334 Squadron

In 1954 gaat hij aan de slag bij 334 Squadron op Vliegbasis Ypenburg en na de verhuizing van de eenheid vanaf 1968 op Soesterberg. Als grondwerktuigkundige testte en mat hij de hydraulische, mechanische en pneumatische vliegtuigonderdelen- en systemen.

In 1961 volgt weer een uitzending, dit keer naar de jungle van Irian Jaya, het voormalig Nederlands Nieuw-Guinea. “Op het vliegveld in Biak [nu in de Indonesische provincie Papoea, red.] moesten we Dakota’s in elkaar zetten. We werkten vanuit blisters, die grote, halfronde hangaars die aan weerszijde geopend waren. De Dakota’s vlogen heen en weer tussen diverse eilanden met troepen en/of ladingen vracht, voedsel en post uit Holland voor militair personeel gelegerd op de buitenposten.”

De door Baal zo geliefde F27 van 334 Squadron op Vliegbasis Ypenburg bij Den Haag.

Niets liever dan sleutelen aan de F27

Friendship

Zijn verdere werkzame leven blijft de luchtmachter trouw aan 334 én de Fokker F27 Friendship. “Hij wilde niets liever dan sleutelen aan dit transportvliegtuig”, vertelt zoon Maurits Baal junior (61). Hij weet te vertellen dat als kabinetsleden of leden van het Koninklijk Huis moesten vliegen, er altijd een beroep werd gedaan op de kunde van zijn vader. “Hij was dé specialist. Bij hem moest je zijn voor de driedubbele technische checks.”

Inmiddels is Maurits Baal gepensioneerd, iets waar hij niet graag aan terugdenkt. Hij vindt het moeilijk om erover te praten. Zijn zoon vertelt dat hij met 55 jaar met FLO ging. “Hij wilde alleen helemaal niet stoppen, maar het móest. Ook nog driekwart jaar eerder, vanwege openstaand verlof.”

Op de oproep van Coördinator Veteranen en Postactieven kapitein Peter Massop (links) voor post voor Baals verjaardag, reageerde vlieger Martin Schoonderbeek met het idee om met twee vliegtuigen boven bronbeek een eerbetoon aan de 100-jarige te brengen.

Pon

Stoppen met werken, daar dacht meneer echter geen seconden aan. Hij besloot nog tien jaar lang aan de slag te gaan bij de Pon Holding, bekend van de auto-import. Het bedrijf wilde destijds investeren in de vliegtuigindustrie en als vliegtuigtechnicus konden ze Baals expertise goed gebruiken. Maar uiteindelijk kwam de vliegtuigtak nooit van de grond.

En zo mooi als bij de luchtmacht werd het er ook niet. “Met recht en enige bescheiden trots kan ik wel zeggen, dat ik bij de drie krijgsmachtdelen heb mogen dienen: te land, ter zee en in de lucht.” “Maar,” zegt Baal tot besluit, “mijn hart hoort bij de luchtmacht.”

De fly by van een Aerostar Yak-52 en General Avia F-22C op initiatief van Schoonderbeek als eerbetoon aan de 100-jarige Baal.

Verjaardagen zijn er om te vieren. Zo ook die van de luchtmacht. Als militaire tak wordt het luchtwapen een steeds zelfstandiger onderdeel binnen de Koninklijke Landmacht: van Luchtvaartafdeeling via Wapen der Militaire Luchtvaart tot de (naoorlogse) Luchtstrijdkrachten. Totdat op 11 maart 1953 het Koninklijk Besluit wordt ondertekend dat de luchtmacht een zelfstandig krijgsmachtdeel wordt.

Dat wordt op 27 maart 1953 groots gevierd op Vliegbasis Soesterberg. Chef van de luchtmachtstaf luitenant-generaal I.A. Aler noemt het in zijn toespraak “de belangrijkste dag in de geschiedenis van de militaire luchtvaart”. Vanaf 11 maart 1953 mag de luchtmacht zich in navolging van de landmacht en marine als zelfstandig krijgsmachtdeel tooien met het predicaat Koninklijk.

Het feit werd op 27 maart groots gevierd met een defilé van 1.500 luchtmachtmilitairen op de grond en diverse vliegende formaties in de lucht: 25 Harvards van Vliegbasis Gilze-Rijen, evenzoveel Thunderjets van Vliegbases Volkel en Eindhoven en een zelfde aantal Meteors van Soesterberg en Leeuwarden. Bekijk de beelden op onderstaande clip van het Nederlands Instituut voor Militaire Historie.