Tekst kapitein Charlotte Snel
Foto korporaal Gregory Fréni

‘Ik vind het na 36 jaar nog steeds prachtig’

x
leestijd: 7 minuten

Zijn plaatsing als dienstplichtige bij de Groep Geleide Wapens bleek een schot in de roos. Hij kwam op en ging nooit meer weg. Na 36 jaar operationele luchtverdediging stoomt adjudant Rob Huurman (54) momenteel in Slowakije een nieuwe generatie klaar voor ‘het mooiste vak ter wereld’. De Vliegende Hollander zocht hem op de vliegbasis in Sliač op.

Tussen de beboste heuvels, pal langs de landingsbaan heeft de vuureenheid van 802 Squadron halverwege april zijn intrek genomen (zie kader). Aan de rand van de postzegel waarop onder andere de radar en commandopost zijn gevestigd, staat de werkcontainer van Huurman. Een paar bureaustoelen, beeldschermen en een koffieapparaat. Voor hem is het chique zat.

In Slowakije, een buurland van Oekraïne, staan militairen van 802 Squadron uit Vredepeel gereed om vitale objecten in het land te beschermen tegen mogelijke dreigingen vanuit de lucht. Dit is nodig omdat Slowakije zelf niet over het Patriot-systeem beschikt en er wél dreiging kan ontstaan. Het is niet uit te sluiten dat Russische luchtwapens hier onbedoeld of bedoeld schade aanrichten.

Het Defensie Grondgebonden Luchtverdedigingscommando (DGLC) zet één vuureenheid in, bestaande uit meerdere launchers, een vuurleidingscentrale en een radar. Het geheel is aangevuld met een commando- en logistiek element. Het Patriot-systeem kan tot twintig kilometer hoogte en op een afstand van zestig kilometer vliegtuigen, helikopters, ballistische raketten en kruisraketten uitschakelen. Mócht het Patriot-systeem worden ingezet, dan is dat verdedigend van aard en zal dit enkel boven Slowakije zijn, dat deel uitmaakt van NAVO-verdragsgebied.

De inzet van de Patriots in centraal-Slowakije gebeurt samen en onder leiding van Duitsland in een zogeheten Multinational Air Missile Defence Task Force. Beide landen staan met hun vuureenheden (één van Nederland, twee van Duitsland) op slechts een aantal kilometer van elkaar. De opstellingen liggen onder de rook van de middelgrote stad Zvolen. De Nederlandse militairen worden in principe voor een periode van zes maanden ingezet.

Het is de vierde keer dat de adjudant een buitenlandse inzet draait. Hij was overal bij: de Golfoorlog in 1991, de tweede in 2003 en de missie in het Turkse Adana in 2013. Erover vertellen doet hij graag, gepassioneerd en uitgebreid. “Je moet het zeggen als ik te veel praat hoor!” 

Vertellen over zijn ervaringen doet adjudant Rob Huurman graag, gepassioneerd en uitgebreid.
Het embleem van het 328 Squadron, onderdeel van de toenmalige 3e Groep Geleide Wapens (3-GGW)

Grenzen

Een jongensdroom was het niet, die luchtverdediging. Als dienstplichtige wordt Huurman in ’86 min of meer per ongeluk bij de toenmalige 3e Groep Geleide Wapens (3-GGW) geplaatst. “Het maakte mij eigenlijk niet zoveel uit. Ik dacht, ik doe gewoon ergens veertien maanden mijn trucje en dan is het weer klaar. Maar het beviel zo goed dat ik ben gebleven.”

In het Duitse Blomberg werkt Huurman zich bij 328 Squadron op tot korporaal-lanceerder op het toenmalige Hawk-Systeem. In de jaren '90, na de val van de muur, wordt besloten om de squadrons in Duitsland op te heffen. “De grens schoof op, het was niet meer nodig om daar te blijven. Daarna is gekeken waar in Nederland de GGW kon worden gehuisvest en daar kwam Vredepeel uit.”

Fysiek

Huurman komt terecht bij 802, Fire Platoon-8, een zogeheten triad-squadron met twee Hawk- en een Patriot-unit. “Met de Patriot zet je de vrachtwagen neer, je klapt de launcher uit, trekt een glasvezelkabel en bouwt je kampementje op. Ik zat nog op de Hawk en dat was fysiek een stuk zwaarder. Meters rennen met zware kabels, missiles met een lader op de launcher takelen. Houd op, schei uit. Maar wel mooi werk.”
 

Huurman: “Het werk op de Hawk was fysiek een stuk zwaarder.” Foto: uit collectie NIMH

Uitzending

Tijdens de Golfoorlog in ’91 gaan de GGW’ers op een eerste échte uitzending. De luchtverdedigers worden gestationeerd op de Turkse vliegbasis Diyarbakir. Slapen doen ze in een hotel. Maar, zo benadrukt Huurman, dat klinkt mooier dan het was. “Ik denk dat je het qua luxe min één ster zou kunnen geven. De levensstandaard was daar een stuk lager. Iedereen stookte toentertijd op bruinkool. Op de momenten dat er gestookt mocht worden, hing er een dikke zwarte laag over de stad. En over je bed.”  

Hoewel de luchtverdedigers in Turkije niet in actie hoeven te komen, ervaart de toen 24-jarige Huurman de missie als ‘best spannend’. “Alles was nieuw. Je ging voor het eerste lange tijd van huis en contact met het thuisfront was minimaal. We hadden een satelliettelefoon, daar mocht je eens per week een paar minuten mee bellen. De jeugd van nu wordt al gek als er een dagje geen internet is. Dan zeg ik: ‘jongens, jullie zijn gewoon blessed’. Ze kunnen op ieder moment met hun opa in Tahiti bellen, bij wijze van. Ja, toch?”

Hoewel de luchtverdedigers in Turkije (’91) niet in actie hoeven te komen, ervaart de toen 24-jarige Huurman de missie als ‘best spannend’. Foto's: uit collectie NIMH

DGLC

Na de eerste Golfoorlog dribbelen de luchtverdedigers weer in op hun werkplek, waar verder getraind wordt voor het ‘echie’. Dat moment volgt tien jaar later, tijdens de Golfoorlog van 2003 en in 2013 opnieuw tijdens Operatie Active Fence in Turkije.

Een jaar eerder, in 2012, wordt de GGW officieel overgeheveld naar de Koninklijke Landmacht en omgedoopt tot het huidige Defensie Grondgebonden Luchtverdedigingscommando (DGLC). Aan de twee Patriot-squadrons wordt een 13e batterij van 250 landmachters toegevoegd. Dat was voor veel luchtmacht-collega’s best een dingetje, herinnert Huurman zich. “Zelf vond ik het niet zo spannend hoor. Op de werkvloer veranderde er weinig. Het werd wat strikter, maar als GGW waren we altijd al de groene jongens onder de blauwe. Correct tenue, petje op. Ach, ik ben niet zo zwart-wit. Ik vind dat je alles een kans moet geven.”

Luchtmachters en landmachters

In Slowakije zijn zowel luchtmachters als landmachters van het DGLC. Alle specialisten die met het Patriot-wapensysteem werken zijn luchtmachters. De ondersteuning van de missie wordt gedaan door voornamelijk landmachters. Van logistiek en onderhoud tot de geestelijk verzorger en arts. Benieuwd wat zij doen? Lees hier het verhaal in De Landmacht.
 

Huurman: “We waren altijd al de groene jongens onder de blauwe.”

Pittig

Onder de vlag van DGLC gaat Huurman in januari 2013 met een aantal Patriot-eenheden op missie naar het Turkse Incirlik waar hij zich als sergeant-majoor bezighoudt met het inregelen van het materieel, het beheer van de systemen en 24/7 shifts meedraait. De luchtverdedigers blijven uiteindelijk twee jaar in Turkije, waarvan Huurman er verspreid over verschillende rotaties fysiek een jaar bij is. “Ik heb een ontzettend mooie tijd gehad, maar voor het thuisfront was het wel pittig dat ik steeds een aantal maanden weg was. Mijn vrouw stond er alleen voor met twee jonge kinderen en ik kon alleen telefonisch ondersteunen. Dat is best lastig geweest.”

Op het Turkse kamp in Incirlik komen de luchtverdedigers, mede door het werk van de Amerikanen, in een gespreid bedje terecht. Een zwembad, restaurant, sportschool, bowlingbaan; alles is voorhanden. “Eigenlijk was het veel te gek”, stelt Huurman. “We bereikten een punt dat militairen het daar luxer hadden dan thuis.” 

Hoewel het in Turkije voor de militairen relatief goed vertoeven is, trekt de missie een forse wissel op de Patriots. De wapensystemen hebben het in de hitte zwaar te verduren en hoe luxe ook, het continue proces van thuiskomen en weer afscheid nemen, begint ook bij de militairen zijn tol te eisen.

De Patriot-missie in Turkije, ‘Operatie Active Fence’, had als doel Turkije te beschermen tegen raketaanvallen vanuit Syrië tijdens de Syrische Burgeroorlog. Foto: uit collectie NIMH

Verval

“Na Turkije kwam er een beetje verval in”, vertelt Huurman. “De Patriot-systemen gingen stapsgewijs voor een grondige update naar de Verenigde Staten. In Nederland draaiden we daardoor jarenlang op halve kracht. Daarnaast is er door de jaren heen meermaals gesneden in het personeelsbestand. We waren op Vredepeel met duizend man, nu met een stuk minder. Dat doet wat met mensen. We zijn nu langzaam weer aan het opkrabbelen.”

Desondanks is het nooit in Huurman opgekomen om een punt achter zijn luchtverdedigingscarrière te zetten. “Dit is wie ik ben, dit is wat ik het liefste doe. Ik vind het nog steeds prachtig.”

Jonge garde

Door alle opgedane ervaring kan de adjudant zich aardig verplaatsen in jonge collega’s die hier in Slowakije voor het eerst een buitenlandse inzet draaien. “Voor hen is het net zo nieuw en spannend als in ’91 voor mij. Ik fungeer hier een beetje als opa van de gemeenschap. Maar bovenal wil ik een schouder bieden waar nodig. Over een jaar of zeven draag ik het stokje met heel veel plezier en vertrouwen over aan een nieuwe generatie luchtverdedigers. Ook daarna mogen ze me altijd nog bellen hoor, dat weten ze.”

‘Ik zou echt niet anders meer willen’

Korporaal-1 Rick (25) | Launcher Crew Member | 802 Squadron

“Dit werk is gewoon machtig mooi. Ik was ontzettend blij dat ik mee kon naar Slowakije. Zo vaak worden de Patriots niet ingezet, dus dit is een mooie kans om meer ervaring op te doen. Hier doe je het voor, toch? Ik zit nu twee jaar op functie. Dit is mijn eerste buitenlandse inzet. Ik kende veel van Robs verhalen al, maar het blijft mooi om naar te luisteren. Mijn vader werkte vroeger ook met de Hawk, maar dan in Stolzenau. Hij kwam altijd enthousiast thuis en ik snap nu goed waarom. Het is ook inspirerend om Rob te horen praten. Ik zie mezelf wel als toekomstige adjudant Huurman hoor! Mijn doel is om zo lang mogelijk bij deze eenheid te blijven. Ik zou echt niet anders meer willen.”

‘Intensiever samenwerken met Duitsers’

Eerste maand Slowakije

Terugkijkend op de eerste maand in Slowakije kan luitenant-kolonel Patrick Wekking niet anders dan ‘heel tevreden’ zijn. Volgens de detachementscommandant hebben de militairen aardig hun draai gevonden op de luchtmachtbasis.

“We zoeken steeds intensiever de samenwerking op met de Duitsers, bijvoorbeeld op het gebied van inlichtingen en logistiek. Niet omdat het móet of is voorgeschreven, het is eigenlijk op een heel natuurlijke manier zo ontstaan. 

We zijn inmiddels vertrokken uit het tentenkamp en slapen in legeringsgebouwen die in rap tempo door de Slowaken zijn opgeknapt. Ook is er een grote logistieke tent gebouwd voor onderhoud, zijn er door de sportinstructeur al tal van activiteiten georganiseerd en is onze minister van Defensie op bezoek geweest. Al met al is er in korte tijd al veel gebeurd. Mooi om te zien!”