Tekst Jopke Rozenberg-van Lisdonk
Foto sergeant Aaron Zwaal

x
Leestijd: 7 minuten

Wie zijn onze luchtmachtbazen? Wat houdt hen bezig, waar krijgen ze energie van en hoe vullen ze hun vrije tijd? In elk nummer stellen we één van hen aan je voor.

Wie: sergeant-majoor Tim Oosterveld (29)
Functie: teamleider Logistic Support Element Centraal en Kleding Service Punt bij 983 Squadron van Logistiek Centrum Woensdrecht (LCW)
Sinds: mei 2021
Thuisfront: dochter Roxie (6)
Woonplaats: Houten

‘2.000 tot 2.500 mannen en vrouwen’

“Het interim NFP (Netherlands Fractal Pattern, red.) gevechtspak. In een paar weken tijd moeten zoveel mogelijk mannen en vrouwen van de KMSL (Koninklijke Militaire School Luchtmacht, red.) dit tijdelijke pak doorpassen, zodat ze vervolgens zelf de juiste maat kunnen bestellen. Het beperkte aantal pasmodellen moet vrijwel alle defensielocaties af; het KPU-bedrijf (Kleding- en Persoonsgebonden Uitrustingsbedrijf, red.) heeft een strakke planning daarvoor. Over vier tot zeven maanden kunnen we de eerste pakken uitleveren.

Daarnaast gaat ook het gebruikelijke uitgiftewerk van kleding en persoonsgebonden uitrusting van de 2.000 tot 2.500 mannen en vrouwen die hier op de basis werken gewoon door. Net zoals de logistieke dienstverlening aan de gehele KMSL. Van brandweerslang tot F-16-boutje, alles wordt via ons geleverd aan de opleidingen. Ook grote machines. Verder coördineren we voor de gehele basis de periodieke kalibratie van alle ‘tooling’, zoals drukmeters en momentsleutels. De bulk van deze spullen wordt via ons doorgestuurd naar diverse kalibrerende instanties.”

De doorpasmodellen van het tijdelijke gevechtspak hebben geen camouflagepatroon. Zo zijn ze te onderscheiden van de daadwerkelijk te verstrekken pakken.

“Volgens mij kun je leidinggeven niet echt leren. Dat zit in je of niet. Zo was ik vroeger bij voetbal jarenlang aanvoerder. Ik ben van het type ‘one of the guys’ en het ‘één team één taak’-principe. Mijn bureau staat niet in een apart kamertje, maar gewoon tussen dat van mijn collega’s. Zo krijg ik het beste mee wat er onder het personeel speelt, dat vind ik belangrijk. Als het moet werk ik net zo hard mee aan de balie en met het sjouwen van dozen. Alleen doe ik daarbij ook nog de personeelstechnische zaken zoals sollicitatie- en functioneringsgesprekken. En als er knopen moeten worden doorgehakt, dan doe ik dat. Sommigen roepen weleens ‘hee chef!’ ‘Die staat in de keuken’, is dan mijn reactie. Een baas voel ik me ook niet. Honden, die hebben bazen.”

Tim geeft leiding aan acht collega’s. Dat doet hij op de werkvloer en vanuit een gezamenlijk kantoor. Werken met een gemêleerd team qua leeftijd en achtergrond vindt hij het leukst.

“Ik begon met een mbo-4-sportopleiding, maar in het derde jaar vroeg ik me af of ik wel mijn hele leven les wilde geven aan kinderen. Ondernemen leek me wel wat, maar op dat moment schoten de fitnessscholen en personal trainers als paddenstoelen uit de grond. Toen ben ik een mbo-4-opleiding ondernemen en detailhandel gaan doen. Als onderdeel van mijn studie werkte ik in een sneakerwinkel. Daar kon ik na het behalen van mijn diploma blijven. Ik leerde er veel, omdat ik de zaak samen draaide met de eigenaar.

‘Ze hebben me drie keer gevraagd voor deze functie’

Helaas kon ik in die zaak niet doorgroeien, dus ging ik op zoek naar iets anders. Dat werd de luchtmacht. Mijn toenmalige vriendin, maar ook een aantal familieleden en kennissen van haar werkten er. Ik solliciteerde naar loadmaster op de Chinook en werd aangenomen. Vanuit daar ben ik de logistiek ingerold. Ik begon op een LSE (Logistic Support Element, red.) op Woensdrecht, werkte daarna als teamleider op een LSE in Dongen en vervolgens een jaar bij het MAOT (Mobile Air Operations Team, red.) op Gilze-Rijen. In die laatste twee functies ben ik vooral bezig geweest met het inregelen van een goede bedrijfsvoering op logistiek gebied. Bij het MAOT ontbrak die in zijn geheel, omdat het personeel geen logistieke achtergrond had. Ze hadden moeite met het verkrijgen van de juiste materialen via de juiste lijnen. Een groot deel van wat zij nodig hebben, staat niet in de standaard bestelsystemen van Defensie. Dan kan verwerven soms best lastig zijn. Ik was vooral bezig met bruggen bouwen tussen het MAOT en de logistiek. Het ‘tolken’ tussen die twee werelden ging me goed af, want met beide had ik ervaring. Uiteindelijk heb ik een handboek opgeleverd waarin staat met wie het MAOT zaken moet doen in welke specifieke gevallen en welke afspraken zijn gemaakt.

Na een jaar ben ik er voldaan vertrokken en aan deze functie begonnen. Daarvoor hadden ze me al drie keer gevraagd, maar ik wilde eerst afmaken waaraan ik begonnen was en opleveren wat ik beloofd had.”

Tijdens zijn opleiding tot loadmaster draaide Tim een periode mee bij het MAOT. Op de linkerfoto haakt hij de slingload onder de Chinook. Foto links: Iwan Bögels; rechts: Bart Nijs

Het liefst heb ik een grote vuilnisbelt, een chaos, die ik kan structureren. Eerst het afval weggooien, schoon schip maken en vanuit daar iets opzetten. Wat dat betreft ben ik net Brandweerman Sam, laat mij de brandjes maar blussen.

Begin dit jaar heb ik een poosje moeten draaien met een half team. Dat was een kleine uitdaging. Om alle taken te kunnen blijven uitvoeren, sloot ik het Kleding Service Punt in de middag. Met die maatregel was niet iedereen blij. Daarom heb ik mijn leidinggevende en de basiscommandant moeten overtuigen van de noodzaak. Ik kon het goed beargumenteren, dus kreeg ik akkoord.

‘Met wie kan ik een dolletje maken?’

Ik vind het wat dat betreft belangrijk om mijn mond open te trekken. Daarvoor ben ik niet bang, ook al heb ik iemand met een paar strepen meer tegenover me. Je kunt toch gewoon op een gelijkwaardige manier met elkaar communiceren? Als je maar een goed verhaal hebt en respectvol blijft. Ik denk dat ik dit vooral geleerd heb tijdens mijn periode bij de sneakerzaak. Daar leerde ik mensen inschatten. Ik sprak met klanten, maar ook met vertegenwoordigers van schoenmerken. Met wie kan ik een dolletje maken en wie kan ik beter netjes aanspreken met u? Ik kan goed levelen met mensen.”

Werk aan de winkel op het Kleding Service Punt. Als het moet werkt Tim net zo hard mee.

“Als ik aan het einde van de dag of week in de auto zit en denk: ‘ik heb echt verschil kunnen maken; ik heb iets bereikt en mijn tijd nuttig besteed’. Bij mij is het alles of niets. Zo was dat ook twintig jaar met voetbal. Daarmee ben ik gestopt wegens fysieke klachten en te weinig tijd. Maar fitness ben ik blijven doen. Daarvoor sta ik soms om vijf uur ’s ochtends in de sportschool in Houten om vervolgens naar mijn werk te rijden. Helaas lukt het door een aanhoudende slijmbeursontsteking in mijn schouder niet meer dan drie keer per week. Dat vind ik wel lastig, het is bij mij altijd een gevecht tussen hart en hoofd.

‘Net kinderen in een snoepwinkel’

Verder haal ik veel voldoening uit de omgang met mensen. Ik vind het interessant om zaken te doen met collega’s van hoog tot laag in rang: met logistiekelingen van andere velden, het KPU-bedrijf en de managementlagen op Woensdrecht. Het niveau en de inhoud van de gesprekken is daardoor heel divers. Dat schakelen vind ik erg leuk. Zo ook binnen mijn eigen team, waarin ik twintigers heb en enkelen die tegen hun pensioen aanzitten. De contacten met collega’s aan de balie zijn meestal gezellig. Mensen zijn net kinderen in een snoepwinkel: van nieuwe spullen worden de meesten erg blij.”

Met dochter Roxie op uitje in eigen woonplaats: collega’s van het MAOT oefenen er met de Bambi Bucket. Foto's: uit privé-collectie

“Mensen die niet mee willen denken en blijven hangen in het verleden. Verder ben ik niet zo veroordelend. Ik heb wel een sterke mening, maar ben ook van het ‘leven en laten leven’. Zo lang ik er geen last van heb, moet iedereen lekker doen waar hij of zij zin in heeft.  En oh ja, afgetrapte schoenen vind ik echt verschrikkelijk.”

Tim trekt er in zijn vrije tijd graag op uit met zijn grote kleine trots Roxie. Foto's: uit privé-collectie

“Ik ben een gezelligheidsdier en ben dan ook het liefst onder de mensen. Alleen zijn kan ik niet zo goed, behalve op zondag. Als ik de avond daarvoor een iets te gezellige avond heb gehad. Verder geniet ik het liefst in de zon: barbecuetje, terrasje, een zonnige vakantiebestemming… En ik ga er graag op uit met mijn dochter, zoals naar een pret- of een trampolinepark.

‘Het lijkt op schoenen winnen, maar je moet wel betalen’

En wat misschien niet iedereen weet of verwacht: ik verzamel sneakers. Ze moeten een beetje apart zijn, niet strak wit ofzo. Nike Air Max 1 zijn mijn favoriet. Daarvan heb ik zo’n tien tot vijftien paar. Op de Nike-app kun je zien wanneer ze nieuwe modellen releasen. Als ze dan om negen uur ’s ochtends in de verkoop gaan, zijn ze binnen vijf minuten uitverkocht. Eigenlijk lijkt het een beetje op het winnen van schoenen in een loterij, alleen moet je ze wel gewoon betalen.”

Een greep uit de sneakercollectie van Tim, aan zijn voeten zijn favoriete paar. “Ik kijk ook altijd naar wat voor schoenen iemand draagt.” Foto's: uit privé-collectie