Tekst kapitein Bianca Brasser
Foto boven: sergeant Jasper Verolme

Schipperen tussen ‘gashendels’

x
Leestijd: 5 minuten

Het zijn lange dagen voor luitenant-generaal Dennis Luyt, de commandant Luchtstrijdkrachten. “Net als voor iedere andere luchtmachter”, voegt hij er direct aan toe. Sinds Rusland Oekraïne binnenviel, wordt de luchtmacht volledig ingezet. Hoe houden we dit vol, terwijl de organisatie middenin een transitie zit?

‘We trekken een lijn: tot hier en niet verder’

Hoe kijkt u terug op de afgelopen maand?

“Het is oorlog in het oostelijke deel van Europa, wie had dat gedacht? Het leed dat wordt veroorzaakt is heart breaking. Tegelijkertijd hebben we laten zien wat we als luchtmacht waard zijn. Al weken voor de invasie van Rusland voerden we met NAVO-partners gesprekken. Scenario’s werden uitgedacht. En die voorbereiding bleek effectief. Na de nacht van 24 februari, toen Rusland Oekraïne binnenviel, hadden we binnen enkele uren onze eerste jachtvliegtuigen in de lucht. Om het luchtruim van de oostelijke landen, onze bondgenoten, te beschermen. Het laat zien dat we er als luchtmacht klaar voor waren. De coördinatie was strak. Een duidelijke boodschap aan Poetin: ‘We reageren snel als dat nodig is. We trekken een lijn: tot hier en niet verder.’ Daar ben ik trots op.”

Hoe ziet de komende maand eruit?

“De gesprekken waarin we scenario’s uitdenken en bepalen wat er moet gebeuren, zijn niet gestopt. Wat er komen gaat, is afhankelijk van hoe de oorlog zich ontwikkelt. We zullen voorlopig doorgaan met de patrouilles van jachtvliegtuigen boven de oostelijke landen. Wel alleen met F-16’s vanuit Volkel. De inzet van F-35’s voor deze taak is gestopt, omdat dit squadron zich voorbereidt op de air policing-taak in Bulgarije. We blijven luchttransport vanaf Eindhoven naar het oosten uitvoeren, de C-17’s uit Hongarije en de tankers om jachtvliegtuigen te tanken blijven vliegen en er staan heli’s klaar om ingezet te worden aan boord van marineschepen. En dat is naast het andere werk, denk aan: de missie in Mali, onze eigen QRA-taak en de inzet van de MQ-9 in de West. Alle capaciteit die we hebben, zetten we op dit moment in.”

In Bulgarije bouwen genisten van de Landmacht clamshells voor de F-35’s. Vanaf april voert Nederland daar de air-policing-taak uit. F-16’s vanaf Volkel blijven patrouilles boven de oostelijke landen uitvoeren. Foto: korporaal Sanne Kingma

Is dit vol te houden?

“Ik vergelijk het met verschillende gashendels. Waar moet een gashendel misschien een beetje terug om een andere hendel vol open te zetten? Of moeten alle gashendels terug om dit langer vol te houden? Dat zijn keuzes die ik moet maken. Onze mensen werken knetterhard. Een enorme belasting. Daar moeten we goed naar blijven kijken.”

Luitenant-generaal Luyt: "Alle capaciteit zetten we op dit moment in." Foto: sergeant Sjoerd Hilckmann

Welke gashendel trekt u dan een stukje terug?

“Kijk bijvoorbeeld naar Frisian Flag, een enorme jachtvliegoefening met een groot commitment. Als we daar vliegtuigen inzetten, betekent dit dat we rondom de missie aan de oostgrens iets gas terug moeten nemen. Dat is een balancing act. Met NAVO-landen en de CDS voer ik daarover gesprekken. De bondgenoten springen bij aan de oostgrens als wij Frisian Flag hebben.”

‘Frisian Flag is nodig om getraind te blijven’

Waarom niet de ‘hendel’ van Frisian Flag een tandje terug?

“Dat doen we ook, er doen minder vliegtuigen mee dan eerst gepland. Tegelijkertijd hebben we deze oefening ook nodig om getraind te blijven. Hier worden de meest complexe scenario’s getraind. Misschien wel belangrijker dan ooit, want als Rusland een bondgenoot aanvalt, komen we in een artikel 5-scenario terecht. Dan moeten we op het hoogste, meest complexe niveau optreden. Deze oefening is ook bedoeld als afschrikking richting Rusland. Het is een grote internationale oefening, met coalitiepartners. Het laat zien waar we toe in staat zijn als het erop aankomt. Met z’n allen.”

De Luchtmacht zit middenin een transitie, tegelijkertijd worden we nu groots ingezet. Bijt dit elkaar?

“We moeten capaciteit, uren en vliegtuigen vrijmaken voor inzet. Je zou verwachten dat dit een remmend effect heeft op onze transitie. Dat is enerzijds ook zo, maar we gebruiken deze operatie ook om dingen te versnellen. Deze crisis opent deuren, omdat iedereen het belang van de operatie ziet. Kijk naar de inzet van de F-35, de vraag hoe we kunnen verbeteren met bepaalde software en wapens komt nu eerder aan bod dan we in het oorspronkelijke transitieplan hadden opgenomen. Operationele druk kunnen we benutten om dingen te versnellen.”

Vanaf Vliegbasis Eindhoven wordt vracht vervoerd naar Oost Europa, ook de komende maand zal het hier druk blijven. Foto: sergeant Cinthia Nijssen

Wat betekent dit voor het 313 Squadron op Vliegbasis Volkel? Dat is nog niet operationeel met de F-35, gaat de planning vertraging oplopen? 

“Dat is best spannend. De ploeg die vanaf 1 juli op Volkel met de eerste F-35’s gaat vliegen, wordt op dit moment on the job opgeleid op Leeuwarden. Maar daar zijn ze nu ook druk met andere dingen; de afgelopen weken met veel missies aan de oostgrenzen, en nu zijn ze aan het voorbereiden op de missie in Bulgarije. En dat terwijl we de F-35 nog maar net operationeel hebben verklaard. Het is een flinke puzzel voor de commandanten om capaciteit over te houden om collega’s van Volkel goed op te leiden. Maar ik krijg nog geen signalen dat het niet gaat lukken.”

‘Met vier C-130’s kunnen we een beperkt aantal dingen doen’

Staat de missie in Mali ter discussie nu er dichterbij een oorlog is?

“Deze missie is onderdeel van de gesprekken die ik voer; wat is belangrijk en waar moet het zwaartepunt liggen? Met vier C-130’s kunnen we een beperkt aantal dingen doen. Er moeten altijd keuzes worden gemaakt. Uiteindelijk is dit de call van de CDS. Voorlopig kiezen we ervoor deze missie, zoals afgesproken, tot medio mei uit te voeren.”

‘We moeten het doen met de mensen die we hebben, zonder ze over de kling te jagen’

U zegt dat alle capaciteit van de luchtmacht wordt ingezet. Is het genoeg?

“We doen veel, maar het is by far niet wat de NAVO van ons vraagt als we zouden moeten opschalen naar een artikel 5-scenario. We hebben de afgelopen twintig jaar behoorlijk gesneden in onze capaciteit. In materieel en in mensen. Lange tijd lag de focus op hoofdtaak twee, planbare missies in de brandhaarden verder weg. De taken die we nu uitvoeren moeten vaak op heel korte termijn worden uitgevoerd, en gaan de klok rond door, zeven dagen per week. Daar zijn we niet meer op ingericht. We moeten het doen met de mensen die we hebben, zonder ze over de kling te jagen. Dat betekent dus soms ook hier wat gas terug, ploegendiensten zijn niet overal mogelijk.

Ik ben blij met het publieke debat dat deze crisis veroorzaakt. Het is nu echt tijd dat we die 2 procent van ons bruto nationaal product investeren in Defensie. De gesprekken rondom de arbeidsvoorwaarden komen ook in een versnelling. Dat is mooi. We concurreren op pijnlijke wijze met de arbeidsmarkt. Er moet goed gekeken worden naar de waardering van onze mensen. De tijd dat we voor een dubbeltje op de eerste rij zaten, is echt voorbij.”

Luitenant-generaal Luyt: "We concurreren op pijnlijke wijze met de arbeidsmarkt." Foto: sergeant-majoor Gerben van Es