Tekst Arno Marchand
Foto Pratt & Whitney, foto boven: Bureau Multimedia KMSL

Nieuw partnerschap op Woensdrecht

x
Leestijd: 5 minuten

Na het realiseren van twee splinternieuwe onderhouds- en testgebouwen voor de straalmotor van de F-35, en het doorlopen van het trainings- en kwalificatietraject, begon halverwege dit jaar het eigenlijke werk. De eerste module van deze – verwarrend genoeg genoemde – F135-straalmotor kwam binnen op Woensdrecht. Daarmee kon onderhoudsbedrijf StandardAero, waarmee de luchtmacht een strategisch partnerschap heeft, aan de slag.

Een essentieel onderdeel van de F-35 is de F135-straalmotor. Onderhoud daarvan kan vanaf nu in Nederland plaatsvinden, op Woensdrecht. Foto: sergeant-1 Jan Dijkstra

Eerst maar eens even een paar stappen terug, want hoe komt dat motorenonderhoud op Woensdrecht terecht? Bij het nadenken over de vervanging van de F-16 eind jaren negentig ontstaat tegelijkertijd de visie voor Maintenance Valley. Het idee is om de krachten te bundelen van civiele en militaire luchtvaartonderhoudsbedrijven in Zuid(west)-Nederland. Dit moet daar niet alleen werkgelegenheid behouden, maar vooral een impuls geven door de komst van de F-35.

Al vanaf 1953 vindt er hoger onderhoud van straalmotoren plaats op Vliegbasis Woensdrecht. In de loop der jaren zijn hier diverse andere vormen van zogenoemd hoger onderhoud aan vliegtuigen en helikopers, en aan componenten daarvan, bijgekomen. Op dit moment doet het Logistiek Centrum Woensdrecht (LCW) hoger onderhoud in strategisch partnerschap met diverse civiele bedrijven. Dat gebeurt zowel op de vliegbasis als op het aangrenzende bedrijvenpark Aviolanda.

Hierom gaat het: de F135-straalmotor met 43.000 pound stuwdruk. Op Woensdrecht worden niet alleen volledige motoren onderhouden, maar ook modules.

Selectie Nederland

Na het verwervingsbesluit – de aankoop – van de F-35 in 2014, moeten vervolgstappen gezet worden. Bijvoorbeeld het waarmaken van de werkgelegenheidsbelofte. In dat jaar komt vanuit het F-35 Joint Program Office (JPO) in Washington de vraag welke van de deelnemende landen onderhoudslocaties voor de motoren van het nieuwe jachtvliegtuig kunnen opzetten. Defensie levert daarop een voorstel in, waarin de centrale plaats van ons land benadrukt wordt in combinatie met de zeer goede logistieke lijnen die er al zijn.

De kosten voor de bouw bedragen 88 miljoen euro

Het Pentagon selecteert Nederland, Noorwegen en Turkije in 2014 voor het motorenonderhoud in en om Europa en het besteedt de opdracht voor de invulling daarvan uit aan bouwer Pratt & Whitney. Turkije wordt echter in 2019 uit het F-35 programma gezet. De kosten voor ons land om een faciliteit voor onderhoud en testen te bouwen bedragen 88 miljoen euro. Defensie betaalt daarvan de helft en Economische Zaken en de provincie Noord-Brabant beide een kwart.

Luitenant-kolonel Tars Gijzen ziet de samenwerking met StandardAero als een partnerschap, ‘een investering voor de toekomst.’ Foto: korporaal Gregory Fréni.

Aan de slag

Dan nog de plek waar deze faciliteit komt: op Aviolanda of de vliegbasis? Vanwege de veiligheid valt de keuze op de laatste. Begin 2016 krijgt luitenant-kolonel Tars Gijzen de leiding over het opzetten ervan. Met nog twee man op Woensdrecht en een veelvoud ervan bij het CLSK, het Defensie Ondersteuningscommando en de Defensie Materieel Organisatie start hij het project en brengt het halverwege dit jaar tot een goed einde. “De opdracht was twee gebouwen neerzetten: een werkplaats en een proefdraaiopstelling. De faciliteit staat en de commerciële partner die het onderhoud gaat doen kan aan de slag.”

StandardAero is geen onbekende van de luchtmacht

Dat is de Nederlandse tak van het Amerikaanse StandardAero (SA), geen onbekende van de luchtmacht. Al sinds 2015 onderhoudt deze firma – eveneens op Woensdrecht – de F100-straalmotoren van de F-16. SA nam daarvoor in dat jaar het bedrijf DutchAero Services over dat het onderhoud van de F100 deed. “Voor mij is die bekendheid handig”, geeft Gijzen aan. “We hadden als luchtmacht dus al goed contact met deze commerciële partner.”

De proefdraaiopstelling is ondergebracht in dit gebouw op Woensdrecht. Foto: Bureau Multimedia KMSL.

‘Het F-35 programma bepaalt waar een component of een complete motor naartoe gaat’

Van Tuijl: “Bij ons is nu een handvol – en straks nog meer – luchtmachters gedetacheerd, maar StandardAero voert het werk uit.” Foto: korporaal Gregory Fréni

Niet meer Nederlands

Onderhoud van de F135 is in twee niveaus ingedeeld. Zo kunnen er ‘op de lijn’ van iedere vliegbasis modules gewisseld worden. Het component dat onderhoud nodig heeft, gaat vervolgens door tussenkomst van het JPO naar Woensdrecht of een ander onderhoudscentrum dat plek heeft. Is een hele motor aan revisie toe, dan kan dat eveneens op het LCW of een andere locatie. “Wat waar naartoe gaat, bepalen wij niet zelf”, tekent SA-general manager Bart van Tuijl aan. “Het F-35 programma bepaalt waar een component of een complete motor naartoe gaat. Op het moment van uitbouwen is de motor namelijk niet meer van het land waar de F-35 vandaan komt, maar van de pool van internationale F-35’s.”

“Zodra zo’n onderdeel dus uit één van onze F-35’s wordt gehaald, is het dus geen Nederlands materieel meer”, benadrukt Gijzen. “Op Woensdrecht doen we dus geen onderhoud aan Nederlandse straalmotoren en componenten, maar aan die van het internationale F-35 programma.” Dat betreft dus werk aan Belgische, Britse, Deense, Israëlische, Italiaanse, Nederlandse en Noorse motoren. Daar komen naar verwachting de in Europa gestationeerde Amerikaanse exemplaren nog bij, en die van landen die nog gaan kiezen voor de F-35.

Officieel heet de faciliteit op Woensdrecht de F135 Maintenance, Repair, Overhaul and Upgrade (MRO&U) facility. Het is daarmee de eerste faciliteit buiten de VS, zoals op de foto op Arnold Air Force Base.

Werklast

SA begint op 30 juni van dit jaar, als de eerste module wordt geleverd. Het bedrijf bezit op dat moment de zogeheten initial depot level capability. Daarmee is het gekwalificeerd om het onderhoudswerk aan de motoren en modules daarvan zelfstandig uit te voeren. “Ons personeel is getraind op de F100-straalmotor en omgeschoold op de F135”, legt Van Tuijl uit. “Zodoende konden ze snel aan het werk.”

‘We maken hier concreet wat het vooropgezette plan was’

Op 1 oktober vindt dan de officiële opening van beide gebouwen plaats. Van Tuijl: “In de komende jaren worden onze mogelijkheden uitgebreid en daarmee zal de werklast significant groeien.” Vanaf de full depot capability werken er volgens planning dan zo’n tachtig personeelsleden van SA en twintig van het CLSK.

Hoeveel werk dat gaat opleveren is op voorhand niet aangegeven door het JPO, maar er is wel een minimale werklast afgesproken, geeft general manager Van Tuijl aan.

Op 10 november 2020 wordt de overeenkomst getekend met Pratt & Whitney voor onderhoud aan F135-straalmotoren op Woensdrecht. “We zijn nog maar net begonnen, maar we maken hier vooral concreet wat het vooropgezette plan was”, besluit Gijzen. “Zowel qua behoud en uitbouw van kennis, als van werkgelegenheid.”