Tekst Evert Brouwer
Foto Hans Roggen
Wie zijn onze luchtmachtbazen? Wat houdt hen bezig, waarvan krijgen ze energie en hoe vullen ze hun vrije tijd? In elk nummer stellen we één van hen aan u voor.
Wie: majoor Michel Koopman (44)
Functie: commandant 640 Squadron op Vliegbasis Volkel
Sinds: 1 januari 2020
Thuisfront: echtgenote Sabine, dochter Senna (6) en dwergkeeshond Stacey
Woonplaats: Sint Willebrord (Noord-Brabant)
“Vanaf mijn puberteit wist ik wat ik wilde worden: militair. Daar vond men thuis wel wat van. Daarom ben ik begonnen met een opleiding tot leraar. Propedeuse gehaald, maar daarna opgehouden. Ik ben een jaar gaan werken in de haven. Laden en lossen, handen uit de mouwen; zo zijn we opgevoed. Ondertussen dacht ik goed na over wat ik echt wilde gaan doen. Toen heb ik alsnog bij Defensie gesolliciteerd.
‘De luchtmacht, een geweldig alternatief’
In 1998 ben ik begonnen bij de landmacht. Helaas viel ik daar uit met een knieblessure, maar na drie maanden kon ik overstappen naar de luchtmacht. Dat bleek een geweldig alternatief. Nooit spijt van gehad. Ik kwam binnen als korporaal, maar ik wilde graag meer en een grotere kans om te kunnen blijven als BBT’er (Beroeps Bepaalde Tijd, red.). Vandaar dat ik in 2000 op de Nederlandse Defensie Academie ben begonnen. Vervolgens deed ik de vaktechnische opleiding Grondverdediging, wat nu Luchtvaarttroepen heet.
In 2002 ben ik hier op Volkel begonnen als Vluchtcommandant Object Grondverdediging (OGRV, red.). Toentertijd draaide die nog mee met de bewaking. Mooie tijd, er was altijd wel wat te doen. Iedereen was vrijwilliger om op woensdag- of donderdagavond naar buiten te gaan. Dan probeerden steevast de vredesactivisten het terrein op te komen.”
“Het voelt op Volkel als thuiskomen. Er is natuurlijk veel veranderd sinds 2002, zowel op de vliegbasis als qua samenstelling van het squadron. De oude Iveco’s met hun bepantsering van bordkarton zijn in 2008 vervangen door wat jongere en robuustere YPR’en. Een tijdelijke vervanger. Jaja, we hebben ze nóg rondrijden bij Defensie. In 2024 moeten er nieuwe voertuigen voor de bewaking komen.
‘De pabo kwam goed van pas’
In de afgelopen jaren heb ik op aardig wat plaatsen waar de luchtmacht actief is, gewerkt. Op Woensdrecht twee keer bij de AMO (Algemene Militaire Opleiding, red.) – daar kwam hetgeen ik heb geleerd op de pabo goed van pas – op Leeuwarden onder andere als hoofdtrainer OGRV en op de staf in Breda bij de Sectie Force Protection. Ik heb trouwens uiteindelijk ook nog voor het Commando Landstrijdkrachten gewerkt. Mijn eerste majoorsfunctie was bij het Defensie Grondgebonden Luchtverdedigingscommando.
Ik voel me snel ergens thuis, als ik maar mensen die er iets van willen maken om me heen heb. Als beginnend luitenant bij het 641 OGRV-peloton wilde ik ook graag bij mijn mensen zijn. Dat zit nu eenmaal in me. Ik ben met die club twee keer in Afghanistan en één keer ruim drie maanden in Kirgizië geweest. Ook hebben we de redeployment van de Apaches uit Irak in Koeweit begeleid. Echt een enorm mooie en leerzame tijd. Daarna volgde nog een paar uitzendingen, zoals Mali en ook als SNR (Senior National Representative, red.) naar Jordanië. Die laatste was voor mij niet alleen bijzonder qua taak, duur en samenstelling, maar vooral omdat ik nu thuis een kleine heb. Dat maakt een heleboel uit, merkte ik daar.”
‘Thuiswerken is in ploegendienst niet of nauwelijks mogelijk’
“Ik ben aangetreden op 1 januari vorig jaar. Tot half maart waren de werkzaamheden onder normale omstandigheden. Toen kwam corona en veranderde er veel. Al viel dat, qua werk, voor de meeste eenheden binnen het squadron wel mee. Thuiswerken is in ploegendienst, met bewaking en de openstelling van de vliegbasis als taak, nu eenmaal niet of nauwelijks mogelijk. Ik probeer zoveel mogelijk op de werkvloer langs te gaan. Ook daarin moet ik een balans vinden, momenteel lukt dat te weinig.
Onze eenheid heeft een enorme variëteit aan disciplines: luchtverkeersleiding, brandweer, meteo, airfieldmanager, birdcontrolunit en sport. Daarnaast de bewaking, een eigen Logistic Support Element en de instructiegroep van de proeftuin. Dat maakt het werk als commandant heel divers en leuk. Het is voor alle eenheden binnen het squadron wel flink aanpoten. We hebben nu 352 VTE’en, waarvan zo’n 85 procent daadwerkelijk is ingevuld. Als je kijkt naar de werkzaamheden zouden we graag extra mensen ter beschikking hebben, helemaal gezien onze taak. Maar dat geldt niet alleen voor ons squadron.”
‘Een voorrecht om commandant te mogen zijn van deze club’
“In het werk krijg ik energie van mensen die, ondanks dat niet altijd alles qua materiaal en personeel super geregeld is, er toch altijd weer het beste van weten te maken. 24/7 en 365 dagen per jaar draait alles gewoon door dankzij deze mannen en vrouwen. Het is dus een voorrecht om commandant te mogen zijn van deze club mensen. En ja natuurlijk gaat er ook genoeg fout, waar gehakt wordt vallen spaanders. In de meeste gevallen leren we hiervan.
Energie krijg ik ook van sporten, maar ik kom er de laatste tijd niet aan toe om ’s avonds te gaan hardlopen. De schuld ligt bij mezelf. Normaliter kan ik alleen stilzitten om te lezen. Waargebeurde verhalen of boeken in lijn met ons werk of over de Tweede Wereldoorlog lees ik graag, maar ik ben ook fan van Asterix en Obelix. Het laatste boek dat ik heb gelezen is ‘Kampioen op één been’ van oud-militair Edwin de Wolf.”
‘Negentig minuten hard achter een bal aanrennen’
“Feyenoord is me met de paplepel ingegoten. Geboren en getogen in Pernis en later woonachtig in Spijkenisse, dan krijg je dat. Tot ik bij Defensie ging werken, was ik geregeld steward in De Kuip. De laatste wedstrijd die ik daar heb gezien, was tegen Vitesse, drie jaar geleden. Een aantal kennissen in Sint Willebrord heeft wel de betaalzender, maar die zijn bijna allemaal voor 020. Dus volg ik mijn cluppie nu vooral op de radio. Zelf voetballen doe ik dus ook niet meer. Ik kon het ook niet goed, wel kon ik negentig minuten lang hard achter een bal aanrennen.
Sport vormt een belangrijk deel van mijn leven. Ik heb in 2018 de marathon van Rotterdam gelopen. De bedoeling was binnen de vier uur, maar dat heb ik niet gehaald: 4.12:10. Verder hebben we dumbbells en kettlebells in de tuin en in de schuur hangt standaard de TRX (Total (Body) Resistance eXercise, red.).”
“Op vrijwel al mijn plaatsingen heb ik ervoor gekozen binnen te slapen. Dat geeft in mijn huidige functie ook thuis rust, want het werk hier is eigenlijk nooit gedaan. Ik probeer een goede balans tussen werk en privé te vinden, maar dat is als squadroncommandant nog steeds niet echt goed gelukt. Mijn grootste hobby is wel mijn gezin en ik probeer het weekeinde zoveel mogelijk met vrouw en dochter samen te doen.
‘Voordat ik haar leerde kennen was ik een beetje de Grinch’
Met de Kerst hoop ik zoveel mogelijk thuis te zijn. En natuurlijk gaan we ook langs op het werk, daar draait men gewoon door tijdens de feestdagen. Ons huis is vrijwel permanent versierd. We zijn net overgestapt van Halloween naar Sinterklaas en daarna gaat Sabine helemaal los voor de Kerst. Ik was voordat ik haar leerde kennen een beetje de Grinch, ik vond eigenlijk niks aan die feestdagen. Nu kan ik het ook wel leuk vinden, zeker als ik zie hoe die smurf ervan geniet.
Op 21 juni dit jaar, precies negen jaar na onze eerste ontmoeting, ben ik met Sabine getrouwd. In het weekeinde wil ik voor haar en zeker Senna aanwezig zijn. Mijn vrouw weet wat ze kan verwachten als je iemand in een vlekkenpak als partner hebt, maar die smurf heeft er niet zelf voor gekozen. We doen veel dingen samen. Naar avonturenparken, wandelen met de hond, zwemmen of met de surfplank peddelen. Suppen, dat is een hobby die ik sinds kort heb opgepakt. Dan gaat die smurf gewoon voorop zitten. En dit jaar zijn we voor het eerst samen, ik als begeleider, naar een kamp van de YMCA geweest. Tja, eigenlijk kom ik tijd tekort, het hele leven is voor mij eigenlijk één hobby.”