01

Dit artikel hoort bij: de Vliegende Hollander 12 | 2021

Eindexamen voor F-35

Tekst kapitein Charlotte Snel
Foto sergeant Jasper Verolme en sergeant 1 Jan Dijkstra

Laatste beproeving op weg naar uitzendgereedheid

x
Leestijd: 7 minuten

Na een eerste oefening op de eigen vliegbasis en een tweede op Volkel sloot het 322 Squadron de Frisian Lightning-reeks vorige maand in stijl af. Met zo’n beetje hun complete inventaris staken de mannen en vrouwen uit Leeuwarden de grote plas over om op Edwards Air Force Base te ervaren hoe het is om buiten de vertrouwde landsgrenzen te opereren. Een forse logistieke uitdaging én de laatste beproeving op weg naar Initial Operational Capability (IOC), ofwel uitzendgereedheid.

Luitenant-kolonel Guido Schols: “Ik ga liever nét een stapje verder.”

Als luitenant-kolonel Guido Schols oppert om met niet zes, maar acht F-35’s naar de Verenigde Staten te togen, verklaren collega’s hem voor gek. “Dat snapte niemand, nee. Het uitzendconcept is immers vier, plus twee toestellen. Ik ga liever nét dat stapje verder, dan ben je in ieder geval goed voorbereid.”

In de laatste week van oefening Frisian Lightning III zit de 322-commandant ontspannen in een vergaderruimte naast de flightline op Edwards Air Force Base. Toestellen, mens en materieel zijn eind oktober volgens plan overgekomen en er wordt sindsdien dagelijks volop gevlogen. Schols’ strategie lijkt wederom te werken. “Mooi toch? Dat stapje extra zat er dus gewoon in. In die zin kan het, wanneer het er echt op aan komt, alleen maar meevallen.”

Frisian Lightning III is voor Nederland de laatste praktijktoets op weg naar Initial Operational Capability (IOC).

Road to IOC

Frisian Lightning III is de derde in een reeks verplaatsingsoefeningen waarmee de Koninklijke Luchtmacht moet laten zien en bewijzen dat het in staat is om kortstondig een eenheid van vier F-35’s inclusief personeel en materieel waar ook ter wereld in te zetten.

In deze zogenoemde Road to IOC wordt de afgelopen jaren in stappen naar dit einddoel toegewerkt. Onder de vlag van Frisian Lightning I oefenen de logistieke, ICT- en beveiligingsafdelingen van het 322 F-35 Squadron in september 2020 eerst op de eigen Vliegbasis Leeuwarden. Een paar maanden later volgt Frisian Lightning II: de verplaatsing naar Vliegbasis Volkel. En in november staat een afvaardiging van ruim 130 luchtmachters uit Leeuwarden midden in de woestijn van Californië voor hun eindexamen tijdens Frisian Lightning III.

De Koninklijke Luchtmacht moet laten zien en bewijzen dat het in staat is om kortstondig een eenheid van vier F-35’s waar ook ter wereld in te zetten.
Logistiek officier Mark en zijn collega’s hebben hun handen vol aan de omvangrijke operatie.

Hoofdbrekens

Het ‘eindexamen’ is een omvangrijke operatie waaraan logistiek officier Mark en zijn collega’s het afgelopen jaar de handen vol hebben. Er wordt op Leeuwarden en Volkel weliswaar de nodige ervaring opgedaan, maar meerdere landsgrenzen oversteken met acht F 35’s, negentien containers vol materieel en live munitie is volgens de luitenant toch net even een ander verhaal. “We hebben alle vervoersmogelijkheden gebruikt. Over land, zee en door de lucht. Daarbij komt heel, heel veel plan- en papierwerk kijken.”

Met name het transport van gevaarlijke stoffen kost, net als bij Frisian Lightning II, de nodige hoofdbrekens. Niet iedere vervoerder kan en mag immers zaken als munitie of lithium vervoeren, vanzelfsprekend moet aan allerlei regels worden voldaan. Zo wordt munitie in een aparte container via Veenhuizen over land en zee naar Edwards Air Force Base verscheept, terwijl een KDC-10 met geclassificeerd materiaal onder begeleiding van de Object Grondverdediging door de lucht koers zet naar de Amerikaanse vliegbasis.

Daarnaast staan in de haven van Rotterdam nog achttien containers te wachten op verscheping. Deze worden weken van tevoren in Leeuwarden zorgvuldig ingepakt met allerhande spullen. Van reserveonderdelen en gereedschap tot kantoorartikelen en pakken koffie.

Meerdere landsgrenzen oversteken met acht F-35’s, negentien containers en live munitie… ‘Daarbij komt heel, heel veel plan- en papierwerk kijken’.

Gespreid bedje

“Het is continu wikken en wegen. Wat neem je mee en wat kun je ter plekke regelen?”, legt Mark uit. “We kunnen voor reserveonderdelen bijvoorbeeld aankloppen bij het magazijn van Lockheed Martin, maar dan kan het zomaar zijn dat je een week moet wachten. Het standaardpakket wil je dus zelf bij je hebben. Het gaat ook om de randzaken zoals flesjes water. Waar halen we deze tijdens de oefening en hoeveel man heb ik nodig om die enorme trays in de pick-up te laden? Het ene moment zit je tot aan je nek in de wet- en regelgeving over zaken zoals het vervoer van gevaarlijke stoffen, het andere moment struin je internet af op zoek naar de goedkoopste handzeep. Dat maakt ons werk juist zo leuk en afwisselend.”

Of hij, ondanks al die zorgvuldige paklijsten, toch iets belangrijks vergeten is? Mark: “Misschien pepernoten? Haha. Nee, eigenlijk niet. We hebben er alles aan gedaan om ervoor te zorgen dat collega’s hier in een gespreid bedje terechtkwamen en optimaal hun werk konden doen.”

En dat is gelukt, zo blijkt. Er is water in overvloed, iedereen is met het juiste materieel gesetteld op zijn of haar werkplek en er wordt tijdens de oefening meer gevlogen dan vooraf berekend. “Daar ben ik trots op”, glundert Mark. “Juist doordat je van tevoren onderling en met externe partijen alles goed plant en afstemt, verloopt het op het moment suprême soepeler. Het is in die zin niet alleen een oefening voor ons squadron, maar voor heel Defensie.”

De logistiekelingen hebben er alles aan gedaan om ervoor te zorgen dat collega’s optimaal hun werk kunnen doen. En dat blijkt gelukt: tijdens Frisan Lightning III is meer gevlogen dan vooraf berekend.

Manco’s

Een keerzijde van dit succes: veel vliegen, betekent meer kans op manco’s. Zo heeft één van de F-35’s tijdens de overtocht naar de VS een complicatie met het communicatiesysteem en in de tweede week van de oefening valt een toestel uit met motorproblemen. Pech, maar niet genoeg om commandant Schols in de vlekken te laten schieten. “Dit zijn dingen waar je ook in missiegebied tegenaan gaat lopen. Als je veel vliegt, gaat er weleens wat kapot. Dan heb ik liever dat we dat hier met z’n allen al een keer ervaren.”

Het probleem met het communicatiesysteem is tijdens de tussenstop op Burlington direct verholpen en de kapotte motor is op Edwards uiteindelijk in recordtijd gerepareerd. Schols: “Even leek het erop dat de terugvlucht naar Nederland vertraagd zou zijn, maar met de nodige inzet en teamspirit hebben we het voor elkaar gekregen om alle acht toestellen toch op tijd te laten vertrekken.”

“We hebben hier perfect kunnen trainen op hoogwaardige lucht- en gronddreiging”, aldus de commandant.

Kruipen, lopen, rennen, sprinten

Wat Schols betreft is het Amerikaanse avontuur hoe dan ook geslaagd. “Er is volop gevlogen en we hebben hier perfect kunnen trainen op hoogwaardige lucht- en gronddreiging. Naar aanleiding van deze ervaringen kunnen we ons draaiboek weer wat gedetailleerder uitwerken.”

De uitkomsten van de oefening worden momenteel beoordeeld: is Nederland voor een korte periode uitzendbaar met de F-35? Volgens de overste is het squadron er klaar voor. “Maar,” benadrukt hij, “we zijn nog niet uitgeoefend. Over een paar jaar moet het vinkje worden gezet voor de FOC, Full Operational Capability. Dan zeggen we: we kunnen ook voor langere tijd weg. Daar liggen nog best wat uitdagingen, met name op personeelsgebied. Hiermee gaan we komende jaren aan de slag. We hebben gekropen op Leeuwarden, gelopen op Volkel, gerend in de Verenigde Staten en straks is het tijd voor die laatste eindsprint.”

Schols: “Over een paar jaar moet het vinkje voor Full Operational Capability worden gezet. Dan kunnen we ook voor langere tijd weg.”

Twee collega’s vertellen hoe de onmisbare ondersteuning achter de schermen verloopt:

Kapitein Bas, officier CIS
323 Test and Evaluation Squadron

“Sinds 2016 werk ik al op Edwards als onderdeel van het Initial Operational Test & Evaluation-team, waarin ik verantwoordelijk ben voor het beheer van de IT-systemen. Samen met collega’s uit de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk en Australië testen we hier de F-35. Het is dus niet geheel toevallig dat deze locatie voor Frisian Lightning III is gekozen. Zowel de basis als de ranges zijn ingericht om vliegtuigen te testen, dus ook de F-35. Daarnaast kun je in de uitgestrekte oefengebieden optimaal scenario’s nabootsen en trainen met munitie zonder dat iemand er last van heeft.

Door corona was het voor collega’s van 322 lastig om deze kant op te komen. Daarom heb ik een deel van de verkenning voor mijn rekening genomen. Dat ging echt over van alles. Waar op Edwards kan de KDC-10 uitgeladen worden? Hoeveel werkplekken zijn er? Waar eten we? Hoe zit het met de medische zorg? Heel leerzaam; ik kon echt even een kijkje nemen in de keuken van de S-functionarissen.

Tijdens de oefening spring ik bij om bijvoorbeeld voor collega’s toegang tot de basis te regelen of op andere manieren te bemiddelen tussen 322 en de Amerikanen. Ontzettend leuk om weer even zoveel Nederlandse luchtmachters om me heen te hebben.”

Tweede luitenant Jef, maintenance officier
322 Squadron

“Vanwege de grote afstand tussen Nederland en Californië maakten de acht F-35’s onderweg een tussenstop op Burlington, in het oosten van de VS. Met een club van veertien collega’s vingen we de toestellen en vliegers op. Na aankomst voerden we een korte inspectie uit, pleegden onderhoud en tankten bij; zulke zaken. Het is belangrijk dat hiervoor een Nederlandse afvaardiging aanwezig is. Je wilt gewoon met eigen ogen zien of alles oké is en als er aan een kist gesleuteld moet worden, doen we dat zelf.

Eén toestel had onderweg problemen met de communicatieapparatuur en is onder begeleiding van een collega geland. Doordat onze club een paar dagen eerder op Burlington was en al de nodige handjes had geschud, konden we ontzettend soepel en vlot schakelen met onze Amerikaanse collega’s.

Uiteindelijk is het onderdeel dat we nodig hadden uit een Amerikaanse F-35 gehaald die ter reparatie stil stond en is het door mijn collega’s in ons toestel gemonteerd. In Nederland ‘kannibalen’ we wel vaker, maar dit was voor het eerst dat we zoiets met een partnerland deden. Een groot voordeel van vliegen met dezelfde kisten.

De terugvlucht is straks eigenlijk hetzelfde trucje, maar dan omgekeerd. Hopelijk dit keer natuurlijk zonder bijzonderheden, al is het soms stiekem wel goed om zulke zaken gewoon maar eens te ervaren.”