Tekst Jopke Rozenberg-van Lisdonk
Foto Paul Tolenaar

Leestijd: 5 minuten

Ver buiten de landsgrenzen, bij een ander krijgsmachtdeel, een overheidsinstelling of in het bedrijfsleven: luchtmachters zetten zich overal in voor Defensie. In deze rubriek vertellen zij over hun bijzondere plaatsing.

Wie:
Kolonel Sylvia Babusch

Functie:
Directeur Coördinatiecentrum Expertise Arbeidsomstandigheden en Gezondheid (CEAG) 

Standplaats:
Landhuis Aardenburg in Doorn

‘Ik houd wel van een steile leercurve’

Of ze met haar neus in de boter viel, valt over te twisten, maar een uitdaging was het wel: directeur worden van het Coördinatiecentrum Expertise Arbeidsomstandigheden en Gezondheid (CEAG), terwijl het coronavirus in rap tempo oprukt. “Het was een steile leercurve,” zegt kolonel Sylvia Babusch, “en daar houd ik wel van.” De logistiekeling van oorsprong staat met haar brede (inter)nationale operationele en bestuurlijke ervaring haar mannetje tussen de vele experts. Denk daarbij onder meer aan (bedrijfs)artsen, epidemiologen, toxicologen, microbiologen, stralingsdeskundigen, arbeidshygiënisten en veiligheidskundigen.

Voorkeurslijstje

De pandemie zag ze vooral als een kans om het CEAG op een bijzondere wijze op de kaart te zetten. “Ik vind veel dingen leuk en ben erg nieuws- en leergierig, daardoor treed ik wel vaker buiten de gebaande paden van mijn vakgebied. Bovendien vind ik veiligheid en gezondheid erg belangrijk. Zonder beide ziet het leven er absoluut anders uit en in ons risicovolle beroep meestal niet in ons voordeel, vooral niet wanneer risico’s vooraf niet goed zijn afgewogen noch bewust zijn geaccepteerd en vastgelegd. Als het om arbeidsrisico’s gaat dan zijn veiligheid en gezondheid onlosmakelijk met elkaar verbonden. Dat bewustzijn en het ernaar handelen in het DNA van iedere defensiemedewerker krijgen, dat is wat ik ons allen toewens. Daarom stond deze functie op mijn voorkeurslijstje, dus ik ben erg blij dat ik ervoor ben aangewezen.”

Na het gymnasium volgde Sylvia Babusch de Luchtmacht Officiersschool. Ze begon in 1986 als BBT’er (Beroeps Bepaalde Tijd), deed een studie commerciële economie en werd daarna al snel voor onbepaalde tijd aangenomen.

Ervaring

Hoewel ze inhoudelijk zelf geen expert is op het gebied van veiligheid en gezondheid, zijn de domeinen haar zeker niet vreemd. Zo was ze een aantal jaar geleden nog wapensysteemmanager voor de tanker- en transportvliegtuigen bij de Defensie Materieel Organisatie (DMO) waarin de menselijke factor, veiligheids- en luchtvaarteisen een grote rol spelen. Daarna behaalde ze haar Master in internationale veiligheid & strategie aan het King’s College in Londen. Ook heeft ze ervaring als Chef Staf van de Air Task Force in Afghanistan waar ze verantwoordelijk was voor de interne bedrijfsvoering; veiligheid en gezondheid maken daar vanzelfsprekend onderdeel van uit. Net zoals in haar eerdere functie als plaatsvervangend commandant Vliegbasis Eindhoven. Babusch glimlacht: “In tegenstelling tot veiligheid heb ik op het gebied van gezondheid vooral ervaring als patiënt...”

Voor een heisessie buiten de deur hoeft de kolonel het terrein van Landgoed Aardenburg niet af.

Sylvia Babusch:

  • de tweede vrouw die de Hogere Staf Vorming (de voorloper van de huidige Hogere Defensie Vorming) deed;
  • de eerste Nederlandse vrouw die de tertiaire vorming aan het Royal College of Defence Studies in Londen deed;
  • de eerste vrouw en logistiekeling die afdelingshoofd was binnen de Directie Wapensystemen van de DMO (normaal zijn dit techneuten);
  • de eerste vrouw en logistiekeling die plaatsvervangend commandant Vliegbasis Eindhoven en Hoofd Staf Operatiën Ondersteunende Diensten was (ze maakte daarmee ook de weg vrij voor mannen met een logistieke in plaats van technische achtergrond).

‘Ik speel regelmatig advocaat van de duivel’

Dondersgoed

Wie verwacht dat ze in tijden van de coronapandemie tekortschiet met haar kennis, heeft het mis. “Ik lees alle richtlijnen en vele onderzoeksverslagen”, vertelt Babusch. “Die snap ik goed op hoofdlijnen en op details vraag ik indien noodzakelijk door.” Ze weet dan ook meestal dondersgoed waar ze het over heeft als het om de inhoud gaat. En zo niet, dan raadpleegt ze haar mensen of haar netwerk. Dat Babusch er door haar achtergrond met iets meer afstand en een militaire blik naar kijkt, ziet ze ook wel als een pré: “Ik speel regelmatig advocaat van de duivel door kritische of coachende vragen te stellen. Bovendien moet ik die ook zelf kunnen beantwoorden in de diverse overlegfora binnen Defensie, daar zitten ‘mijn’ experts niet altijd bij.”

Normaliter bekleedt een kolonel-arts de functie van directeur CEAG, maar door een groot tekort aan artsen is dat tegenwoordig lastig. De voorganger van Babusch was ook geen arts.

Belangrijke onderwerpen

“Corona drukte weliswaar een zware stempel op het werk, maar was niet het enige hoofdonderwerp, hoor”, oordeelt ze nuchter. Andere belangrijke onderwerpen liepen ook gewoon door. Denk daarbij aan dossiers als Chroom VI, burnpits en structurele gezondheidsmonitoring.  Zo ook de inventarisatie van gevaarlijke stoffen defensiebreed en de Risico Inventarisaties & Evaluaties (RI&E) die in ieder geval één keer in de vijf jaar moeten worden getoetst door het CEAG in haar taak als interne arbodienst van Defensie. Ook worden er preventief medische onderzoeken binnen eenheden uitgevoerd. “Deze analyses worden niet herleid naar individuen, daar is het bij het CEAG niet om te doen”, legt de kolonel uit. “Het gaat erom dat commandanten een duidelijk beeld krijgen hoe de gezondheid van hun eenheid ervoor staat en wat ze kunnen doen om dat te verbeteren en te borgen. Mogelijk zijn uitslagen herleidbaar naar veiligheids- en gezondheidsrisico’s op het werk, dat kun je dan verder onderzoeken en indien nodig actie op ondernemen. Denk bijvoorbeeld aan gehoorschade of afwijkende waarden in het bloed.”

Van Defensie kreeg ze een modern bureau, maar Babusch vond haar klassieke bureau van thuis net zo lekker werken en bovendien beter bij het statige pand passen.

Coronavaccin

Het CEAG adviseert aan de Directie Operaties welke vaccins nodig zijn waarmee militairen gezond en veilig hun missie kunnen volbrengen. In het kader van arbeidsomstandigheden, preventieve gezondheidszorg en infectieziektenbestrijding boog de directeur zich ook met een aantal van haar experts over de hamvraag of het coronavaccin wel of niet moet worden opgenomen in het basis- of aanvullend vaccinatiepakket voor militairen. Dat deden ze als lid van de Commissie Deskundigen Immunisatie Militairen. Hierin zitten onder meer experts van het CEAG zoals microbiologen, infectiologen en artsen maatschappij en gezondheid, maar bijvoorbeeld ook vertegenwoordigers van het Amsterdams Medisch Centrum en het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu. Op dit moment is het coronavaccin vooralsnog tijdelijk in het aanvullend pakket voor militairen opgenomen waarbij het besluit tot verplichte vaccinatie per missie en uitvoering van de dienst verschilt.

Het ‘lichtblauwe’ gevoel

De defensiebrede werkomgeving is Babusch al jaren gewend. “Die is dynamisch en interessant, maar uiteraard anders dan het ‘lichtblauwe’ gevoel”, vindt ze. “Paars betekent een andere mix mensen. Dat gevoel van verbinding moet je nog meer opbouwen met elkaar. Voor mij zit dat ’m altijd in menselijk contact, elkaar accepteren en respecteren, en oprechte interesse in de ander. Eigenlijk maakt het wat dat betreft niet uit of je bij de luchtmacht of in een paarse omgeving zit. Maar ik moet bekennen, een vliegbasis voelt voor mij nog steeds als thuiskomen.”

“Vanuit het CEAG helpen we commandanten met hun verantwoordelijkheden inzake veiliger en gezonder werken en geven we beleidsadvies aan de diverse directies binnen het Directoraat-Generaal Beleid. Daarmee betekenen we echt iets voor de mensen en onze organisatie”, aldus Babusch.