Luchtmachtbazen: hoofd Data Science Cell

Wie zijn onze luchtmachtbazen? Wat houdt hen bezig, waar krijgen ze energie van en hoe vullen ze hun vrije tijd? In elk nummer stellen we één van hen aan u voor.

Wie: luitenant-kolonel Roy Haanen (41)
Functie: hoofd Data Science Cell
Sinds: maart 2020
Thuisfront: echtgenote Inge, dochters Julia (11) en Isabeau (9), zoon Jan (2) en kat Messi
Woonplaats: Ossendrecht

“Hahaha, zo zie ik mezelf niet, maar ik snap die gedachte wel. De collega’s in mijn team zijn op technisch gebied vele male slimmer. Maar interesse in computers heb ik al van kinds af aan. Eén van de eerste personal computers, de 8088, móest ik hebben. Ook op de Commodore 64 heb ik veel gespeeld. Ik probeerde daarbij altijd het maximale uit mijn computers te halen, onderzocht alle mogelijkheden.

In mijn huidige functie ben ik de schakel tussen de data science techneuten en de luchtmachter die een software-oplossing zoekt voor een bepaalde behoefte. Dat koppelvlak miste nog binnen de luchtmacht, iemand die van een operationele behoefte de technische vertaalslag kon maken. Ik werd gevraagd voor het traject ‘hogere technische bekwaamheid’ en mocht zodoende van 2014 tot en met 2016 fulltime ‘business information systems’ aan de TU Eindhoven studeren. Een opleiding waarin technische bedrijfskunde en informatica samenkomen. Dat was een mooie kans om me verder te ontwikkelen na diverse andere opleidingen en mijn werk als CIS’er.”

“Toen ik in 2002 afstudeerde van de computer science opleiding, hadden heel veel bedrijven een personeelsstop. In de regio Venlo, tussen Eindhoven en Maastricht, waren geen banen te vinden die mij aantrokken. Ik zag commercials van de luchtmacht voorbij komen waarin ze CIS’ers zochten. De heli’s en vliegtuigen trokken me ook wel, dus ik besloot een rondleiding te doen op de KMA. Het klonk heel avontuurlijk: een technisch uitdagende functie in combinatie met leidinggeven. Ik ging de kortmodel opleiding in van – toen nog – een jaar en startte op De Peel als CIS-officier. Daarna heb ik verschillende functies binnen het CIS-domein gehad en ging als plaatsvervangend hoofd CIS op uitzending naar Kandahar. Enorm leuk en leerzaam!”

“Na ruim drie jaar hebben we meer dan genoeg werk voor de vijf data scientisten van ons team. Eigenlijk kunnen we de vraag niet meer aan en ik weet dat er nog genoeg processen zijn die we met data science kunnen verbeteren en versnellen. Zo zijn we bezig met het optimaliseren van onderhouds- en ops-planningen en maken we een voorspellend model op het gebied van in-, door- en uitstroom van personeel. Over die planningen en berekeningen werd voorheen máánden gedaan, nu lukt dat met één druk op de knop. We maken ook applicaties voor de luchtgevechtsleiding, de data-analisten van de MQ-9 Reaper en het NASOC (National Air and Space Operations Center, red.). Daarvoor ontwikkelen we bijvoorbeeld software die automatisch vliegbewegingen monitort en logt of die personen en voertuigen kan detecteren en volgen, ook met terugwerkende kracht; zolang het maar op camera staat. We dragen dus echt bij aan informatiegestuurd optreden, dat is heel gaaf.”

“We hebben zo’n tien projecten in de wacht waarvoor we momenteel geen capaciteit hebben. Maar door slim samenwerken, kunnen we die mogelijk wat vergroten. Ik probeer de klant steeds vaker bij het ontwikkelproces te betrekken. Binnen de luchtmacht zijn er tegenwoordig best veel mensen die bijvoorbeeld lucht- en ruimtevaarttechniek of data/computer science hebben gestudeerd en die iets snappen van data, programmeren en statistiek. Maar ze hebben niet de tools en de tijd om zelf iets te maken. Daarom wil ik op termijn op zes luchtmachtlocaties elk twee computers van ons neerzetten en die met ons netwerk verbinden. Wij kunnen dan ter plaatse samen met de medewerkers van de eenheid werken aan applicaties. Bovendien wordt zo het lijntje met de vliegbasis veel korter. Maar totdat het zover is nodig ik commandanten uit om hun personeel in staat te stellen samen met ons applicaties te bouwen in Breda. We kunnen dan nog efficiënter en sneller ontwikkelen.”

“De collegialiteit binnen de luchtmacht, die cultuur. Ik merk dat ik graag onder de mensen ben en niet als solist wil optreden. In mijn eerste zes jaar op De Peel ging ik veel op oefening met collega’s, dat was echt een mooie tijd. Nu door mijn werk en ook rang denk ik, is dat veel minder. Ik mis het wel. Ook ben ik nog drieënhalf jaar squadroncommandant geweest van 970. Dat is een ondersteunend squadron met techniek en logistiek. Het had niets met data science te maken, maar was een ontzettend leuke baan. Verder zou ik het mooi vinden als data scientisten ook worden ingezet in missiegebieden. Mijns inziens is kennis daar ter plaatse hebben heel belangrijk en handig om de commandant te helpen met data gedreven producten. Daarom denk ik ook dat het goed is dat in ieder geval een deel van ons personeel militair is. Bovendien denk ik dat het ook kan helpen bij het beter begrijpen van de klant.” 

“Hobbymatig ben ik graag bezig met software ontwikkelen en via internet verkopen. Dat doe ik vaak ’s avonds op de bank. Mijn vrouw zit dan ook met haar laptop op schoot nog te werken voor haar webshop in traktaties. Die loopt als een tierelier, ze heeft onlangs haar eerste medewerker aangenomen. Uiteraard heb ik de website gebouwd en beheer ik deze. We sluiten een avondje werk wel af met een Netflix-serietje hoor, hahaha.

Verder zijn we druk met ons nieuwbouwhuis dat we samen met een architect hebben ontworpen. We zitten nu in de fase van keuken, badkamer en kozijnen uitzoeken. Volgend jaar april hopen we te verhuizen. De aannemer is een goede vriend van ons, iets wat veel vertrouwen geeft in een mooi eindresultaat. Met hem ga ik ook regelmatig zo’n tien kilometer wandelen. Dat doe ik sinds corona veel meer.”

“Werkgerelateerd is dat vooral plezier hebben in je werk. Bij bijbaantjes was ik altijd blij als ik weer thuis was, maar dat heb ik bij de luchtmacht nooit zo gehad. Verder kijk ik geen tien of twintig jaar verder, functies plan ik ook niet vooruit. Het is niet zo dat ik met de dag leef, maar vind het ‘nu’ wel belangrijk. Ik probeer overal het maximale uit te halen. Plezier hebben in alles wat je doet, is het belangrijkst.”