.
Eerste chroomaatvrije C-130 op Eindhoven
De eerste van vier C-130’s is aan de buitenkant voorzien van een chromaatvrij verfsysteem. Het toestel landde op 21 april op Eindhoven, na groot onderhoud in Engeland. De toestellen krijgen elke zes jaar groot onderhoud bij het bedrijf Marshall in Cambridge. Dit jaar valt daar ook de vervanging van de verflaag onder.
Het verfsysteem dat uit drie lagen bestaat, zorgt voor een verbetering van de arbeidsomstandigheden van het personeel dat met de toestellen werkt. Ook is de verf minder belastend voor het milieu. De verf beschermt net zo goed tegen corrosie als chromaathoudende verf. Het alternatieve verfsysteem werd vorig jaar goedgekeurd voor gebruik. Foto: sergeant Jan Dijkstra
Brandweeroperaties in Uden en België
Bij een grote brand op 16 april in Uden ging skibaan De Schans in vlammen op. Vanwege de heftigheid van de brand, door kunststof matten en een rubberen onderlaag, had de brandweer behoefte aan snel veel water over een groot oppervlak. Voor deze taak is de E-One crashtender perfect inzetbaar die dan ook snel werd opgeroepen van de nabijgelegen Vliegbasis Volkel. Ook een commandovoertuig van de luchtmacht werd ingezet.
Toevallig oefende de brandweer van Volkel juist het rampenbestrijdingsplan met de Veiligheidsregio Brabant-Noord toen deze én een andere echte brand geblust moesten worden. Een dag eerder ontstond er rookontwikkeling in een F-16-hangaar tijdens werkzaamheden. Ook hier bood een crashtender uitkomst.
Bij een grote brand op het Belgische militair terrein Groot Schietveld, net over de grens bij Zundert, werd ook de hulp van de luchtmacht ingeroepen. Twee Chinooks van het 298 Squadron hielpen op 23 en 24 april bij het blussen van de brand over honderden hectares natuurgebied.
Een Mobile Air Operations Team communiceerde vanaf de grond met de Chinook-bemanningen over de precieze bluslocatie. De Belgische brandweer rukte massaal uit en zette ook blushelikopters in. Foto’s: KLu
Alternatief voor Bevrijdingsvluchten
Normaal gesproken maakt het Defensie Helikopter Commando (DHC) het mogelijk om de Ambassadeurs van de Vrijheid op Bevrijdingsdag naar de verschillende bevrijdingsfestivals in Nederland te vliegen. Door COVID-19 gingen de festivals vorig jaar niet door en werd er een alternatief bedacht voor de 5 mei viering. Ook dit jaar ziet Bevrijdingsdag er anders uit. Zo bieden de veertien Bevrijdingsfestivals een gezamenlijk online programma aan van meer dan 200 optredens en activiteiten op de website bevrijdingsfestivals.nl.
In plaats van het vervoeren van de Ambassadeurs van de Vrijheid zoals op de archieffoto uit 2019, levert het DHC dit jaar een andere bijdrage door het beschikbaar stellen van Vliegbasis Gilze-Rijen voor het opzetten van een livestream. Zo kunnen de ambassadeurs Davina Michelle, Tino Martin en Jonna Fraser dit jaar vanaf een unieke locatie verbinden met de festivals via de livestream: vanaf het oudste operationele vliegveld van Nederland. Foto: sergeant-majoor Maartje Roos
Belgen onderscheppen Russische bommenwerpers
De gevechtsleiding van de Koninklijke Luchtmacht heeft op 29 maart twee Belgische F-16’s in het Nederlands luchtruim ingezet. De toestellen wachtten boven de Noordzee een duo Russische Tu-95’s Bear langeafstandsbommenwerpers op, dat al gevolgd werd door NAVO-partners. De Bears naderden het Nederlands NAVO-verantwoordelijkheidsgebied en hielden zich niet aan de identificatieprocedures.
De Belgische straaljagers vlogen vanaf de vliegbasis Florennes in een rechte lijn over Schiphol en Texel naar een positie boven de Noordzee. Zij hoefden uiteindelijk niet in actie te komen. De Bears bleven in het gebied boven de Noordzee waarvoor het Verenigd Koninkrijk verantwoordelijk is. De Britse Royal Air Force is de toestellen blijven volgen.
Nederland en België beschermen om beurten het luchtruim boven de Benelux. Er staan constant twee F-16’s paraat die snel in actie kunnen komen, de zogenoemde Quick Reaction Alert (QRA). In Nederland gebeurt dat vanaf Leeuwarden en Volkel, in België vanaf Florennes en Kleine Brogel. Aansturing in het Nederlandse luchtruim gaat door de gevechtsleiding van het Air Operations Control Station in Nieuw Milligen dat 24 uur per dag en zeven dagen per week paraat is. Foto: adjudant Eva Klijn
Human Tech Campus geopend
De Koninklijke Luchtmacht en de Nederlandse Organisatie voor Toegepast-Natuurwetenschappelijk Onderzoek (TNO) lanceerden op 30 maart gezamenlijk de Human Tech Campus (HTC). Het samenwerkingsverband met en op het terrein van het Centrum voor Mens en Luchtvaart (CML) in Soesterberg, huisvest nog zo’n tien andere organisaties en bedrijven die actief zijn op het gebied van functioneren van de mens in interactie met technologische systemen.
Bij het CML wordt al decennialang de (vliegende) mens centraal gesteld met mensgebonden onderzoek, ontwikkeling, trainen, keuren, selecteren en testen. Door slim gebruik te maken van unieke kennis en apparatuur, anders te organiseren en innovatie samen te brengen, kan op de HTC snel worden ingespeeld op actuele behoeftes en doorontwikkelingen. Foto’s: KLu
Meldsysteem hoge obstakels voor helikoptervliegers
De Dienst Geografie van het Commando Landstrijdkrachten en het Kadaster presenteerden begin april een geslaagde testversie van het Obstakel Terug Meld Systeem (TMS). In dit concept van een digitaal meldsysteem voor helikoptervliegers zijn obstakels van vijftien meter en hoger te melden die (nog) niet op de aeronautische kaarten staan.
Niet alleen de vliegers van Defensie, maar ook die van de politie en de ANWB traumaheli’s profiteren hiervan. Ook zij vliegen regelmatig laag. Voor Obstakel-TMS is gebruik gemaakt van de website verbeterdekaart.nl van het Kadaster. Hier kan iedereen wijzigingen op de kaart van Nederland doorgeven.
Het Obstakel-TMS werkt volgens hetzelfde principe. Niet alleen luchtruimgebruikers, maar iedereen van wandelaar tot automobilist kan een mogelijk (nieuw) obstakel eenvoudig melden. De melder geeft de locatie aan en relevante gegevens, voor zover bekend. Denk aan de hoogte, het type obstakel (zendmast, windturbine, toren, enzovoort) en de aanwezigheid van verlichting. Gegevens die voor laagvliegoperaties uiteraard van groot belang zijn.
Nu de conceptversie is geslaagd is, wordt bekeken of het systeem daadwerkelijk wordt ingevoerd. Het Kadaster kan in ieder geval meldingen na verificatie in een obstakeldatabase verwerken. Vanuit daar worden de aeronautische kaarten gemaakt. Ook de planningssystemen van het Defensie Helikopter Commando (DHC) zijn dus te voeden met actuele informatie. Het NLR weet inmiddels ook hoe de actuele obstakelgegevens bijna ‘real-time’ naar de systemen van de vliegende platforms zijn over te zetten. Luchtverkeersleiding Nederland (LVNL) toonde al interesse. LVNL is verplicht om obstakels van honderd meter en hoger bij te houden en beschikbaar te stellen. Het DHC, de politie en ANWB traumaheli’s gaan de komende periode in een testomgeving ervaring opdoen met het Obstakel-TMS. Mogelijk wordt nog dit jaar een echte versie in gebruik genomen. Foto: sergeant Jasper Verolme
Nieuw Datalink Management Systeem
Het Joint Informatievoorziening Commando (JIVC) tekende op 7 april een contract met Thales voor de aanschaf van een nieuw Tactisch Datalink Management Systeem voor de luchtmacht. Daarmee worden onder andere tactische datalinks gemonitord en gemanaged. Defensie maakt gebruik van tactische datalinks voor het digitaal uitwisselen van real-time tactische informatie op het gebied van sensorinformatie, wapencoördinatie, inlichtingen, commandovoering en elektronische oorlogsvoering.
Het datalink-managementsysteem zal worden gevestigd op het Air Operations Control Station Nieuw Milligen. Daarnaast zal ondersteunende apparatuur op een aantal andere locaties in Nederland worden geplaatst.
De rol van JIVC is om het systeem op de juiste wijze op te leveren. Daarna komt het in beheer bij systeemmanagement JIVC. Het systeem moet over een half jaar in gebruik zijn en het contract loopt voor minimaal vijf jaar.
Vastgoedproblemen Defensie
Dat stond in het Interdepartementaal Beleidsonderzoek (IBO) Vastgoed Defensie dat op 16 april is aangeboden aan de Kamer. Met name de kosten van achterstallig onderhoud drukken zwaar op de begroting. Staatssecretaris Barbara Visser: “Defensie heeft al vaker aangegeven problemen te hebben met een groot deel van het vastgoed. We bevinden ons in een vicieuze cirkel: het vastgoed is slecht onderhouden, maar er is onvoldoende budget om het achterstallig onderhoud aan te pakken. Daardoor lopen de achterstanden nog meer op en is er nog meer geld nodig. En dan heb ik het niet eens over de noodzakelijke verduurzaming en vernieuwing van het vastgoed.”
De afgelopen jaren is er daarom al gestart met het op orde brengen van een deel van het vastgoed. Vanuit het Strategisch Vastgoedplan is er begonnen met het sloopprogramma, waarbij zo’n 700 gebouwen tegen de grond gaan. De werkzaamheden van bestaande vastgoedprogramma’s gaan de komende periode gewoon door. Maar deze maatregelen zijn niet voldoende om de enorme kosten van de vastgoedportefeuille van Defensie terug te brengen.
Planvorming op dit vlak gaat natuurlijk niet over een nacht ijs. Er wordt op verschillende plekken en op verschillende niveaus binnen de organisatie nagedacht over mogelijkheden, consequenties en oplossingen. Rond de zomer wordt de uitkomst van de verkenning verwacht. De besluitvorming hierover is niet aan dit demissionaire kabinet, maar aan het nieuwe.