Tekst Arno Marchand
Foto Uit collectie Nederlands Instituut voor Militaire Historie

Beste wapensysteem tegen luchtdoelen op korte afstand

x
Leestijd: 7 minuten

Als vervanger van 2 types luchtafweergeschut, neemt de luchtmacht in december 1985 de Stinger operationeel in gebruik. Geen goedkoop systeem, wel erg goed. Volgens insiders op het Defensie Grondgebonden Luchtverdedigingscommando (DGLC) zelfs nog steeds het beste in de westerse wereld, dat nu nog steeds in gebruik is bij de landmacht. Dat het wapen bij de luchtmacht weg moet, komt door een van de vele bezuinigingsrondes van de afgelopen decennia.

Dik ingepakt houdt een Stinger-team de omgeving van de Noorse vliegbasis Ørland in de gaten tijdens de oefening Strong Resolve.

Hoe effectief dat werkt, ervaart Amerika pijnlijk in de Vietnamoorlog

De Stinger is een vanaf de schouder gelanceerde luchtverdedigingsraket en hoe effectief dat werkt, wordt de Amerikaanse luchtstrijdkrachten pijnlijk duidelijk in de Vietnamoorlog. Vele vliegtuigen en helikopters vallen daar ten prooi aan Russisch en Chinees gebouwde ‘manpads’, wat staat voor ‘man portable air defence systems’. Meestal werkt de lanceerder in een team, maar slechts 1 man kan de raket al lanceren. De hittezoekende kop leidt het projectiel naar het vijandelijke vliegtuig of de helikopter.

De Amerikaanse ervaring leidt in het midden van de jaren 70 tot ontwikkeling van de FIM-92 Stinger van fabrikant General Dynamics en later Raytheon. Nederland zoekt begin jaren 80 een vervanger voor het M55 en M63 luchtafweergechut voor de nabijverdediging en de Stinger is daarvoor perfect. De luchtmacht heeft dan net de peperdure Patriot-luchtverdedigingsraket voor grote afstand en hoogte aangeschaft. De HAWK blijft voor middelbare afstand en hoogte in gebruik. Zo ontstaat de Triad: Triple Air Defence, de gelaagde luchtverdediging.

De buiten- en binnenkant van de ‘bol’ in Ede, wat officieel het Anti Aircraft Target System heet, maar in de volksmond gewoon de Stinger-trainer werd genoemd.
Illustratief voor het glooiende Duitse landschap waar de Stinger laagvliegende Russische toestellen moet tegenhouden.

Russen tegenhouden

Het is midden jaren 80 volop Koude Oorlog en in Noord-Duitsland heeft de luchtmacht dan nog de 3e en 5e Groep Geleide Wapens (GGW) gelegerd. Begin december 1985 nemen beide eenheden de Stinger in operationele dienst. Het vormt de aanvulling op de HAWK die door het heuvelachtige Duitse landschap een aantal blind spots heeft: daar waar de radar niets ziet. Niet alleen loert er gevaar van binnendringende jachtvliegtuigen van het Warchau Pact, maar vooral ook van de Hind-gevechtshelikopters.

‘We waren echt de infanteristen binnen de luchtmacht’

De Stinger opereert in teams van 5 man op zo’n 10 kilometer van HAWK’s. “Ergens in de middle of nowhere”, schetst adjudant Emile Hoenjet. “Wij stonden daar om de Russen tegen te houden. We stonden op de plek waar verwacht werd dat zij hun wapens zouden inzetten, de ‘expected weapons release’-lijn.” Zo had iedere Triad 1 Patriot lanceerinrichting, 2 HAWKS en 7 Stinger-teams. “We waren daar compleet self-supporting, als echte infanteristen binnen de luchtmacht”, zegt adjudant b.d. Peter Kamphuis. “Dat maakte ons werk juist zo leuk. Je bepaalde binnen je team zelf hoe je de dag indeelde: eten, slapen, wachtlopen.”

Zo gaan de Stinger-teams uiteindelijk op pad: commandant met plaatsvervanger en 3 chauffeurs/schutters in een ‘MB’ met aanhanger, zoals hier op de NATO Missile Firing Installation op Kreta.

‘Het was een heel duur wapen, maar ook heel goed’

Bakstenen

De Stinger is met een ‘kill ratio’ van 95% een veel beter wapen dan de machinegeweren die het vervangt. Ook het bereik is stukken groter: van 1,5 tot 2 kilometer van de M55 en M63 naar wel 5 kilometer. “Het was een heel duur wapen, maar ook heel goed”, vertelt Hoenjet die in 1985 als luchtmachter begint en in 2004 overstapt naar de landmacht. Hij werkt nu nog op het Kenniscentrum DGLC. “Maar heel goedkoop ten opzichte van wat je ermee naar beneden haalt”, reageert Kamphuis met een lach.

De introductie verloopt midden jaren 80 echter niet geheel vlekkeloos. Theorie krijgen de toekomstige teams op de Luchtmacht Instructie en Militaire Opleidingen School (LIMOS) in Nijmegen. Praktijktraining is in de ‘bol’ op de landmachtkazerne in Ede. Daar trainen ook de marine en landmacht die eveneens de Stinger aanschaffen. Maar oefenmateriaal voor buiten die bol is er in het begin nog niet. “Voor het gewicht trainden we met houten kisten met bakstenen erin”, vertelt Kamphuis. “Pas rond 1987-’88 kwamen de eerste oefen-Stingers”, vult Hoenjet aan. “We hadden in het begin ook geen eigen voertuigen. Die leenden we van de technische dienst.”

Een Stinger-team in ijzige omstandigheden tijdens de oefening Strong Resolve 1995 op het schiereiland Ørland nabij Trondheim.
Een Stinger-schutter van het 620 Squadron van vliegbasis Twente beschermt de Noorse vliegbasis Bodø tijdens de oefening Battle Griffin in 1999.

Legerdump

Als de GGW’s binnen de luchtmacht al een aparte bloedgroep vormen, geldt dat helemaal voor de ‘Stingers’, geeft Hoenjet aan. “Een commandant kwam ons eens tijdens een oefening opzoeken: per helikopter, anders kon hij ons niet bereiken. We móesten ook wel alles op onze manier doen. Zo waren wij bij een koudweertraining in Bardufoss in Noord-Noorwegen continu buiten met -38 graden, terwijl de rest van het detachement dat niet langer dan een kwartier mocht. Vanuit Defensie waren we destijds niet goed uitgerust, dus kochten we wat we wél nodig hadden in een legerdump. Er was ook geen commandant die daar iets van zei.”

Vergelijkbaar met de situatie van de Starfighter. In dit geval gaat het om 2 Britse Tornado’s die laag over Diyarbakir scheren en de luchtverdedigers de stuipen op het lijf jagen.

‘Als je dat op een afstand ziet, denk je dat je zelf wordt beschoten’

‘Hold fire!’

De Stinger is een veelgebruikt wapen over de hele wereld. Officieel heeft Groot-Brittannië ze nooit gehad, “maar”, stipt Hoenjet aan, “de eerste effectieve kill staat wel op hun naam. Tijdens de Falklandoorlog schoten Britse special forces er een Super Etendard van de Argentijnen mee neer.” De KLu stuurt de Stinger 2 keer op uitzending, maar inzetten hoeft niet, al scheelt het niet veel. In 1991 en 2003 gaan de Stingers als onderdeel van een GGW-eenheid naar Turkije als bescherming tegen Iraakse dreiging.

“Naast de vliegbasis Dyarbakir waar wij stonden, was een schietrange”, vertelt Kamphuis over de situatie in 1991 tijdens de Golfoorlog. “Een Starfighter van de Turkse luchtmacht vuurde daarop. Maar als je dat vanaf een afstand ziet, denk je dat je zelf wordt beschoten. Toen was er ineens ‘Air Raid Warning Red’. Dat betekende voor de Stingers klaar om te vuren. Gelukkig kwam al snel de melding ‘Hold fire!’ toen bleek dat het slechts om een training ging. Die jongens waren wel even gestrest.”

Échte drones – dus doelvliegtuigjes – voor de Stinger. Links het model van de Oksbol range in Denemarken dat met wat fantasie lijkt op een Russische Sukhoi Su-25 Frogfoot. Rechts het type EADS 3 Sigma dat op Kreta wordt gebruikt. Foto rechts: uit collectie DGLC
Oefenen gebeurt ook ver weg, zoals in Canada. De schutter tijdens Maple Flag 1995 is soldaat Pascal Visscher. Foto: uit collectie DGLC

Terugslag

Nadat de GGW’s in Duitsland in 1994 verhuizen naar De Peel, krijgen 2 jaar later ook de F-16-bases Leeuwarden, Twenthe en Volkel de beschikking over de Stinger. Daar vormt het de aanvulling op de 40L70 luchtdoelkanonnen van de Short Range Air Defence. Opperwachtmeester Pascal Visscher zit in 1996 in Stinger-vlucht 1 op Twenthe, dan nog als luchtmachtsoldaat. Nu werkt hij net als Hoenjet op het Kenniscentrum DGLC. Tijdens oefeningen en vooral ‘live firings’ die veelal op Kreta of in Denemarken plaatsvinden is het spannend werk.

‘Je wacht op de klap die je eerst als rookwolk ziet, voordat je ’m hoort’

“Dat begint al met het assembleren van een scherpe raket. Daarna volg je de ‘drill’: zet het wapen op je schouder, wacht op het signaal van je teamcommandant, richt het wapen, hoor het opspinnen van de wapenkop, krijg een signaal en trilling van de ‘lock’ en vuur. Je voelt geen terugslag zoals je wel zou verwachten, maar je merkt zeker dat de raket van 13 kilo plotseling van je schouder weg is. Je ziet het rookspoor en daarna wacht je op de klap die je eerst als een rookwolk in de lucht ziet, voordat je ’m hoort.”

Een van de laatste schoten van een team van het Bravo-peloton van het 650 Squadron van de GGW De Peel op 30 oktober 2007. Foto: uit collectie DGLC
Een moment van bezinning voorafgaand aan het laatste Stinger-schot. Foto: uit collectie DGLC

Stille dood

Met zo’n live firing op Kreta sluit het Stinger-boek bij de luchtmacht in 2007. Dat is jammer, vindt Hoenjet, “want nog steeds is er niet veel beters. De Amerikanen gebruiken ’m nog steeds, in een gemoderniseerde uitvoering. Er is geen flexibeler systeem dan een man op de grond.”

Een groot afscheid volgt er niet en dus sterft de Stinger een wat stille dood. Maar de 3 ervaringsdeskundigen zijn nog steeds lovend over het werken ermee, wat 2 van hen nog doen op het DGLC. Visscher: “We waren een buitenbeentje, een kleine club, maar kregen verantwoordelijkheid en namen die.” Hoenjet besluit: “Fysiek was het zwaar, maar vooral achteraf een geweldige periode met een heel mooie club.”

Groepsfoto van het personeel van het Alpha en Bravo-peloton die de laatste Stinger firing hebben uitgevoerd. Uiterst rechts Peter Kamphuis. Foto: uit collectie DGLC