Tekst kapitein Charlotte Snel
Foto sergeant Cristian Schrik

Op missie binnen eigen poort

x
Leestijd: 6 minuten

Ze komen als eerste, gaan als laatste weer weg en doen hun werk grotendeels onzichtbaar. Tenminste, zo lang alles goed gaat. Maar wanneer de verbindingstechniek ons in de steek laat, zijn zíj het die de boel komen redden. Luchtmachters van de eenheid Communicatie en Informatie Systemen (CIS) zetten afgelopen weken alle zeilen bij om collega’s tijdens oefening Werewolf Resilience met elkaar te verbinden.

2 jaar geleden stak er nog een afvaardiging van de lucht- en landmacht met C-130’s de grote plas over om met elkaar in de Verenigde Staten, onder de noemer Desert Bull, te trainen op onder andere cargodrops, paradrops en low level-vluchten. Een gegarandeerd succes: in het uitgestrekte oefengebied in Yuma (Arizona) kan in ideale omstandigheden naar hartelust worden getraind. Dit jaar stonden de tassen van het 336, 940 en 942 Squadron, de collega’s van 11 Luchtmobiele Brigade, het Korps Mariniers en het Korps Commandotroepen ook weer klaar. Maar, corona…

Ze zijn relatief onzichtbaar, maar zonder CIS-personeel draait er geen oefening of missie. Foto’s: 11 Luchtmobiele Brigade

Thermo-ondergoed

De draaiboeken voor Desert Bull konden definitief de prullenbak in. Door het oplaaiende coronavirus zou die reis naar de VS er niet komen. Naarstig werd gezocht naar een mogelijkheid om de deployment-oefening toch te laten doorgaan. Maar toen ook potentiële oefengebieden in Spanje en Portugal meedogenloos rood kleurden op de kaart bleven er slechts 2 opties over: het hele feest afblazen óf de oefening in eigen land organiseren.

2 opties: het hele feest afblazen óf in eigen land

Standvastig werd gekozen voor het laatste. En dus vond Desert Bull dit jaar niet in een Amerikaanse woestijn, maar gewoon op Vliegbasis Eindhoven plaats. Onder een nieuwe naam, Werewolf Resilience, is 3 weken lang het onderste uit de kan gehaald. Zonnebrand werd dapper ingeruild voor thermo-ondergoed en de oefendoestellingen moesten wat worden bijgeschaafd, maar er ís getraind. In deze tijd al een overwinning an sich.

Rai zet met zijn collega’s alle zeilen bij om de systemen in de lucht én met elkaar verbonden te houden.

Radicaal omgegooid

Ook voor CIS’er Rai en zijn collega’s was het even schakelen. De tweede luitenant en hoofd Operationele ICT zat al vol in zijn voorbereidingen voor Desert Bull toen duidelijk werd dat de plannen radicaal omgegooid moesten worden.

Waar dat voor menigeen vooral mentaal wat aanpassingsvermogen vergde, liepen ze bij de CIS vrijwel direct tegen allerlei praktische uitdagingen aan. Rai: “Je moet je voorstellen dat wij voor een oefening als deze al maanden van tevoren onze aanvragen de deur uit doen. We bepalen welke spullen we nodig hebben en waar we ondersteuning bij kunnen gebruiken. Dat de oefening uiteindelijk in Eindhoven plaatsvindt, maakt daarin een wezenlijk verschil.”

Van 23 november tot en met 10 december trainden C-130’s samen met collega’s van onder andere 11 Luchtmobiele Brigade aspecten zoals laagvliegen, avondvliegen en airdrops. Foto’s: 11 Luchtmobiele Brigade

Klinkt makkelijk

Voor de CIS ligt de uitdaging tijdens Werewolf Resilience vooral op het gebied van infra. Simpel gezegd, in Yuma zou de club van Rai een compleet netwerksysteem vanaf de grond moeten opbouwen. In Eindhoven kan er gebruik worden gemaakt van de bestaande infrastructuur. Dat klinkt makkelijker, maar is het niet, benadrukt Rai.

“Het kost veel tijd om uit te zoeken hoe deze structuur in elkaar zit en te bepalen wat we kunnen gebruiken van de bestaande spullen. Normaal gesproken zouden we zelf bijvoorbeeld glasvezelkabels aanleggen, hier liggen ze al. Maar hoe lopen ze? En als er iets fout gaat, hoe bepalen we dan waar het manco zit? Als je zelf alles aanlegt, weet je precies hoe of wat. Dat is nu niet zo.”

Werewolf Resilience draait op Eindhoven niet op 1, maar op 4 verschillende locaties. Foto links: 11 Luchtmobiele Brigade

Nóg een tandje opgeschroefd

Een andere uitdaging: in Yuma speelt de oefening zich af op 1 grote postzegel rondom de hangar en kazerne. De lijntjes zijn kort. Heb je een vraag dan loop je gewoon ‘ouderwets’ even bij elkaar binnen. De uitdagingen rondom infra worden tijdens Werewolf Resilience nóg een tandje opgeschroefd als blijkt dat de oefening op Vliegbasis Eindhoven op maar liefst 4 verschillende locaties draait. Om fysiek een vraag te stellen, is men in het slechtste geval 10 minuten met de auto onderweg. Oh, en ook bij collega’s van het Joint IV Commando (JIVC) in Schaarsbergen draait nog een werkplekserver.

‘We hebben allemaal onze oefendoelstellingen moeten aanpassen’

Brandjes blussen

De CIS zet tijdens de oefening, veelal op de achtergrond, 24/7 alle zeilen bij om de systemen op al deze verschillende locaties in de lucht én met elkaar verbonden te houden. Daarnaast worden ook de dagelijkse brandjes nog ‘gewoon’ geblust. Want naast verbeteringen binnen het netwerk en dagelijks onderhoud, moeten ook die vastgelopen laptop of kapotgereden kabel gefixt worden.

“Je kunt inderdaad wel stellen dat deze oefening voor ons extra lading heeft gekregen, juíst doordat we nu hier trainen”, beaamt de luitenant. “Maar goed. We hebben allemaal onze oefendoelstellingen moeten aanpassen. Het vergt gewoon wat creativiteit. Wij laten ons niet zo snel gek maken.”

Stephan: “Met oog op de voorgenomen uitzending naar Mali volgend jaar is dit een mooie kans.”

Sergeant Stephan | junior netwerkbeheerder CIS | geen uitzendervaring

“Voorafgaand aan Werewolf Resilience heb ik 3 weken met mijn senior Ralf in Stroe gezeten om alle systemen klaar te maken. We nemen lege servers mee, bouwen daar ter plekke alles op en zorgen ervoor dat alle randapparatuur, zoals laptops en radio’s, klaar zijn voor gebruik. Tijdens oefeningen en uitzending gebruiken we een speciaal netwerk waar we niet dagelijks mee te maken hebben, dus ook voor ons is er deze weken genoeg te leren. Ik vind het vooral gaaf om dit mee op te bouwen en ermee aan de slag te gaan. Het totale plaatje. We werken met zoveel verschillende eenheden samen; de manschappen, logistiek, Ops. Zeker met het oog op de voorgenomen uitzending naar Mali volgend jaar is dit een mooie kans; in deze samenstelling werken we ook in uitzendgebied. Je weet niet hoeveel trainingsmomenten er voor die tijd nog gaan komen dus ik ben blij dat deze oefening, al is het in aangepaste vorm, gewoon doorgaat.”

Een CIS’er tijdens een missie in het Midden-Oosten. Foto: adjudant Eva Klijn

Sergeant-majoor Ralf | senior netwerkbeheerder CIS | met uitzendervaring

“Het klinkt een beetje gek, maar tijdens een oefening ervaren wij vaak meer druk dan op uitzending. Hier wordt een hele lading aan oefenwaarden en scenario’s in 3 weken gestopt, alles verandert continue. Dan hebben er plotseling toch meer mensen toegang nodig tot bepaalde mappen in het systeem of is er een tekort aan radio’s. Tijdens een uitzending heb je dat minder. Dat neemt niet weg dat trainen belangrijk blijft, juíst om hiervoor klaar te zijn. Ik probeer collega’s zonder uitzendervaring, zoals Stephan, mee te geven zich vooral niet gek te laten maken. Soms moet je even afstand nemen en met een helikopterview naar een probleem kijken. Al onze klanten willen snel resultaat, maar soms kan dat gewoon niet. Ook onze mogelijkheden zijn niet eindeloos en onze voorraad niet onbeperkt. Niet iedereen weet wat er achter de schermen bij de CIS gebeurt, maar daar komt stiekem echt meer bij kijken dan je denkt.”

Spullen

Er zijn 3 afgeladen zeecontainers nodig om ruim 250 collega’s tijdens oefening Werewolf Resilience op communicatiegebied te ondersteunen. Van laptops, printers en telefoons tot een complete satellietschotel. Om ervoor te zorgen dat het detachement in een gespreid bedje terecht komt, zijn CIS’ers altijd een aantal dagen van tevoren ter plaatse om de netwerken op te tuigen en alles aan te sluiten. Na afloop van de oefening blijven ze gemiddeld 3 à 4 dagen langer om de spullen weer in te pakken en klaar te maken voor transport.

2 Herculessen worden ingezet om de inzetgereedheid van de vliegbemanning, parachutisten en het grondpersoneel op het juiste niveau te houden.