Dit artikel hoort bij: de Vliegende Hollander 12 | 2019
Care under fire
OSEG: 10 jaar spoedeisende geneeskunde
Bij de deelnemers aan de cursus Operationele Spoedeisende Geneeskunde KLu (OSEG KLu) zitten geen stresskippen of paniekvogels. Maar wel mannen en vrouwen die alles op alles zetten om zwaar gehavende patiënten onder heel onvriendelijke omstandigheden van het slagveld levend op de operatietafel te krijgen.
‘De patiënt wordt bekeken, bevoeld, beklopt en beademd’
Hieperdepiep! De cursus bestaat precies tien jaar. Tijd voor een feestje? Niet voor de deelnemers. Zij gaan tijdens een oefening begin december meteen vol gas van start op Vliegbasis Gilze-Rijen. Prominent in het driedaagse programma zijn de demonstratiescenario’s. Daarin draait het vooral om de behandeling van gewonden met zogeheten ‘acute problematiek’. In een ver crisisland wordt een genist door een hoogspanningskabel geëlektrocuteerd. Vervolgens tuimelt hij van een zeecontainer. Onder leiding van instructeur-vliegerarts luitenant-kolonel Johan Oele mogen de eerste cursisten meteen aan de slag. Tassen met apparatuur en medicatie vliegen open, kleding wordt kapot geknipt. De patiënt wordt bekeken, bevoeld, beklopt en beademd. Aan de elektrische schok heeft hij slechts lichte eerstegraads brandwonden overgehouden. Zorgwekkend is een bekkenbreuk met een zware interne bloeding tot gevolg. “Stabiliseren en zo snel mogelijk gereedmaken voor transport naar het ziekenhuis”, zet Oele de volgende stap in het behandelplan.
‘Personeel kon met hun kennis en ervaring niet uit de voeten bij amputaties, schot- en scherfverwondingen’
Schieten
“En? Ging het goed”, vraagt de dokter na afloop van het rollenspel. De observerende cursisten mogen ‘schieten’ op Oele en op hun klasgenoten. De samenwerking had volgens een enkeling bij aanvang wat beter gekund. Oele beaamt dat. “Met een nieuw team heb je vrijwel altijd opstartproblemen.” Maar door de bank genomen, was dit een behandeling volgens het boekje. Cursusleider luitenant-kolonel vliegerarts Ralph Vermeltfoort kijkt van een afstandje toe en ziet dat het goed is. Samen met Oele stond hij aan de basis van de cursus. “Uitgezonden personeel gaf in debriefings aan dat ze met hun kennis en ervaring niet uit de voeten konden bij onder meer amputaties, schot- en scherfverwondingen”, vertelt Oele. “Wij kregen toen opdracht iets op te zetten om personeel bij te scholen in het behandelen van acuut levensbedreigend letsel. Dat was in 2008.”
‘In Mali moest een Nederlands team 5 buitenlandse militairen met schotwonden oppikken’
Verplichte kost
Hoewel niet alle deelnemers ermee te maken hebben, vormt Aeromedevac 1 van de 2 pijlers onder de cursus. Het in de buurt van de voorste rand van een weerstandsgebied afvoeren van gewonden naar een verderop gelegen hospitaal, is de specialiteit van de dames en heren luchtmachters. Met vrijwel ieder (transport-)helidetachement op uitzending gaat een Aeromedevac team mee. Bestaande uit een vliegerarts en een flight nurse is deze twee man sterke combinatie heel wat mans. In Mali moest een Nederlands team 5 buitenlandse militairen met schotwonden oppikken. Vermeltfoort: “De letsels varieerden van licht tot levensbedreigend. Om in te schatten welke patiënt de grootste overlevingskansen had, pasten ze een triage toe. Het behoeft geen toelichting dat je daaraan de handen vol hebt. In Nederland loopt bij een schotwond bij wijze van spreken het hele ziekenhuis uit.”
Aparte tak
Vermeltfoort vertelt dat de KLu hoge eisen stelt aan haar medisch personeel. Dat geldt voor de medici werkzaam in de operationele gezondheidszorg en met name voor hen, ingedeeld bij de Aeromedevac. Lang niet iedereen is geschikt om in zo’n team te werken. “Het is een aparte tak van sport waarvoor je moet beschikken over zelfstandigheid, doortastendheid, evenals werken in teamverband en omgevingsbewustzijn. Daarbij is kennis van en ervaring met zware letsels een must. In de scenario’s besteden we overal aandacht aan.”
‘Interne bloedingen, afgerukte ledematen en hersenletsel horen erbij’
In leven
‘Casualty staging’ is de tweede pijler onder de cursus. Drie lange afmattende dagen worden de cursisten ondergedompeld in het toepassen van protocollen en doctrines ‘hoe je een slachtoffer zo lang mogelijk in leven houdt’. Interne bloedingen, afgerukte ledematen en hersenletsel horen erbij. Zo ook pijnstilling, echografie en tracheotomie. Voor de laatste mogen de cursisten bij een rubber oefenpop een sneetje in de luchtweg maken en er vervolgens een ademtube doorheen steken. “Doe je dit verkeerd, dan heeft het slachtoffer een levensgevaarlijk probleem”, waarschuwt instructeur kolonel vliegerarts Harry Gelissen “Op de juiste plek insnijden en vooral niet te diep.”
Geen gelijke
Het mooie van de cursus is dat-ie openstaat voor alle medische niveaus. Doorgewinterde en beginnende artsen, verpleegkundigen en ziekenverzorgers zitten naast elkaar. Vakbroeders voor de klas en in de klas. Care under fire. Skills, drills, tips en trucs vliegen over tafel. Vermeltfoort: “Binnen de krijgsmacht kent ‘OSEG KLu’ geen gelijke. En dat is al 10 jaar zo.”
Tekst: André Twigt
Foto's: Remco Lassche