06

Dit artikel hoort bij: de Vliegende Hollander 05 | 2019

Korter, intensiever en wat realistischer

KLu gaat voor AMO nieuwe stijl

Voor lieden die later willen brallen dat de verkorte versie van de Algemene Militaire Opleiding CLSK fysiek helemáál niets voorstelt, heeft sergeant 1 Boot een aardige verrassing. Zijn toon, doen en laten veranderen spoorslags op het moment dat de cursisten de brancard-met-pop-van-70-kilo op hun schouders zetten. “En lopen! Die heuvel op”, schreeuwt de instructeur. ‘Wat is dit nu?’, zie je de militairen-in-wording denken.’ Daarnet was-ie nog zo’n schappelijke vent.’

Sergeant 1 instructeur Boot in zijn element: “Voorwaarts! Doorlopen! Denken jullie dat je er al bent!” Man of vrouw: niemand wordt ontzien.

Dat de Algemene Militaire Opleiding (AMO) CLSK niet bepaald tot de zwaarste basisopleidingen behoort, is geen publiek geheim. Helemaal niet nu er vergevorderde plannen zijn de duur ervan terug te brengen: van 18 naar 11 weken voor VEVA-leerlingen en vers geworven ‘spijkerbroeken’. En van 16 naar 11 weken voor het hulpkader. De KLu wil het aantal rekruten volgend jaar verhogen van 250 naar 750. Mocht dat aantal daadwerkelijk geworven worden, dan mag de leiding flink aan de bak. Uitbreiding van het kader bestaat uit slechts 2 instructeurs. De opleidingsduur bekorten, is de enige oplossing om de overdaad aan klassen in goede banen te leiden. Dat heeft consequenties, zowel voor het personeel als de cursisten. Laatstgenoemden konden hierover deze week meepraten tijdens de op en rond oefenterrein De Dellen (nabij Valkenburg) gehouden eerste AMO-eindoefening in verkorte stijl.

Uithijgen na heuveltje op tijgeren, is er absoluut niet bij. Eenmaal boven gaan de cursisten door met opdrukken. De eindoefening bestaat uit grensverleggende activiteiten, waaronder de brancardrace, mountainbiken, hiken in de mergelgrotten, kaartlezen, kamp opbouwen en marsen.

Druk

“Er komt in korte tijd heel veel op je af”, vat aankomend flight nurse soldaat 3 Kayleigh Visser de bijna 11 weken samen. Het tempo bijhouden, is voor haar geen probleem. Heel fijn, want wie qua prestaties teveel achterop raakt, moet de AMO overdoen. “We plaatsen voortaan minder vangnetten”, licht instructeur adjudant Corné Keijl toe. Door de toenemende werklast verdwijnen mogelijkheden tot bijscholing. "Ook dikken we de leerstof meer in. Op zich is het mogelijk om mensen in recordtijd de beginselen van het militair-zijn bij te brengen. Maar ideaal is anders. Voor ons wordt het sowieso lastiger om te beoordelen of iemand de juiste mentaliteit voor dit werk heeft. Wat daarvan qua uitval de consequenties zijn, weet ik niet”, aldus Keijl. Tevens gaat volgens de expert een stuk vorming en opvoeding verloren, zeker bij de onderofficieren-in-opleiding. Dat zal straks op het onderdeel ingehaald moeten worden. Of dat ook gaat gebeuren? Keijl betwijfelt het. “Vroeger namen sergeant-majoors en adjudanten de jonkies wel onder hun hoede. Nu zijn zij vooral heel druk bezig met bedrijfsvoering.”

De brancardrace dwingt de aankomend militairen heel diep te gaan. De AMO nieuwe stijl is bekort in tijdsduur, maar heeft gewonnen aan realisme.

Sommige cursisten zijn gewoon niet klein te krijgen.

De KMSL-kaderleden zijn meesters in het conditioneren van cursisten. Pas dan komt het ware overlevingsinstinct naar boven.

Onhandig en zwaar: ‘trapje’ op met een 70 kilo zware last.

En dan is er dat lang verwachte moment.

E-learning

Vakgroep-coördinator Initiële Opleidingen stafadjudant Toine van Vliet puzzelt momenteel nog met de details van de AMO. De opleiding moet namelijk voor alle categorieën instromers hetzelfde worden. VEVA-Leerlingen, ‘spijkerbroeken’ én kandidaten voor de Groep Luchtmacht Reserve (GLR) krijgen voortaan dezelfde gecomprimeerde leerstof aangeboden. Optanten voor de GLR bestuderen de eerste 8 modules middels e-learning thuis. “Zij doen dat vanachter de computer”, verduidelijk Van Vliet. Met deze leerstof halen ze niet alle doelstellingen van de AMO, maar ze raken wel de kern.”

Samenwerken is een primaire doelstelling tijdens de eindoefening.​

Mentaliteit

Ondanks dat de AMO volgens Van Vliet niet eens in de schaduw staat van zware basisopleidingen voor mariniers of luchtmobiel, wil de stafadjudant wel kwijt dat de KLu-militair ook in crisisgebieden goed tot zeer goed met de troepen van andere krijgsmachtdelen kan meekomen. “Als militair staan we toch ons mannetje. En raken we qua mentaliteit de juiste toon.”

Naast fysieke uitdagingen worden er tijdens de eindoefening ook ‘gewone dingen’ gedaan, zoals het opbouwen van het kamp.

Het is even puzzelen, maar uiteindelijk komen ze er wel uit.

Aankomende sergeanten wagen zich aan het leidinggeven.

De AMO is een realistisch inkijkje in het militaire bedrijf.

Op het bosrijke oefenterrein De Dellen lopen de cursisten rond de klok wacht.

Snuitjes

Terug naar de brancardrace, een van de zwaarste onderdelen van de eindoefening. Natuurlijk is het allemaal spel wat Boot opvoert. De barse toon, het afknijpen en die constante verbale aansporingen... Het toneelstukje heeft weldegelijk een link met de harde hedendaagse realiteit. Ook luchtmachtpersoneel werd in tientallen jaren van crisisoperaties geconfronteerd met situaties waarin zwaar gewonde collega’s als de brandweer afgevoerd moesten worden. “De tijden zijn veranderd dames en heren”, blaft Boot. “Ophouden nu met dat gejank”, volhardt hij in zijn rol. “Dit is pas dag 1!” Wat moet dat morgen worden”, conditioneert hij ze. 
Na een kwartiertje heeft Boot de aspiranten in de gewenste situatie. Met wit vertrokken snuitjes, zwetend, hijgend en puffend ‘dat ze niet meer kunnen’ zeulen ze de pop het mergellandschap in. “Wat we ze willen meegeven, is meer bewustzijn; militair zijn houdt namelijk meer in dan sleutelen of bewaken”, aldus Keijl. “Ook deze lui kunnen fysiek veel meer dan ze denken. Een kilometer verderop dachten sommigen dat ze ‘dood’ gingen. Nu lopen ze dezelfde afstand, alleen heuveltje op. Een mens kan écht veel meer dan-ie denkt.”

.

Tekst: André Twigt
Foto’s: Louis Meulstee