04

Dit artikel hoort bij: de Vliegende Hollander 05 | 2019

In ‘contact’ met de aanstaande sergeant

Pilot voor nieuwe Basisvorming Onderofficieren

x

Het 130 Squadron van de KMSL verzorgt diverse militaire opleidingen. De Basisvorming Onderofficieren (BVO) is een daarvan. Nieuw, want op dit moment loopt de pilot. De BVO bestaat uit 3 contactweken met steeds 3 weken er tussen op het organieke onderdeel. Daarin doe je op je eigen werkplek opdrachten met de kennis uit de contactweek. Hoe ervaren deelnemers dat? Aan het woord 2 korporaals van het Defensie Grondgebonden Luchtverdedigings Commando (DGLC).

Foto: 802 Squadron

Naam: Danny van Boxtel
Rang: korporaal 1 Hulp-Lanceerder Patriot
Eenheid: 802 Squadron
Leeftijd: 32 jaar
In dienst sinds: 2008

‘Wie ben ik nou echt en hoe denk ik dat mensen om mij heen mij zien?’

“Wat ik kan verwachten van de BVO weet ik van tevoren niet precies, maar ik heb er enorm zin in. Het brengt me namelijk een stukje dichterbij het onderofficier worden.In de eerste contactweek krijg je heel goed inzicht in jezelf: wie ben ik nou echt en hoe denk ik dat mensen om mij heen mij zien? Daarnaast krijg ik een duidelijk beeld van wat de luchtmacht verwacht van zijn onderofficieren qua houding en competenties. Ik vind alle inzichten die ik over mezelf krijg heel interessant en leuk. Wat ik ervan meekrijg, staan mijn medecursisten er ook zo in. Zelfs in de pauzes en ’s avonds blijven we er over doorpraten en zitten we bijna altijd op een lijn. De opdrachten op de werkplek zijn ook echt leuk om te doen. Je kan meteen de kennis uit de contactweek inzetten en daarop krijg je weer feedback. Daardoor krijg je een nog beter inzicht op de leerstof.

Ook bij de BVO begint de opleiding met klassikale les.

‘Wie ben ik nou echt en hoe denk ik dat mensen om mij heen mij zien?’

In de tweede contactweek gaan we meer in op de mens en hoe die kan reageren in bepaalde situaties. Heel interessant en leuk. Grappig om te zien hoe accuraat de testen van onze DISC-profielen zijn die we van te voren hebben gemaakt. Je ziet duidelijk de karaktereigenschappen van medecursisten naar voren komen, exact zoals die al beschreven staan. 
De 3e contactweek moet nog komen, maar ik kan in ieder geval zeggen dat ik me geen seconde verveel. Dat is zeker te danken aan de instructeurs die er elke dag weer met volle bak energie en een hoop kennis staan en zorgen voor een hele leuke interactie met de cursisten. Ik verheug me op die laatste week.”

Amper een maand geleden nam Maria Oorpsprong-Alta het commando over het 130 Squadron over. Foto: Murk Kooistra

Commandant 130 Squadron majoor Maria Oorsprong-Alta is net een aantal weken aan de slag. Haar eerste indruk is dat het opleiden staat. “Met dank aan mijn voorganger. Wij hebben expertise en professionele opleiders in huis bij wie opleiden in het bloed zit.”
130 Squadron staat aan de basis van vele loopbanen, van korporaal en onderofficier maar ook sommige officieren voor hun vakopleiding. “We hebben hier de mogelijkheid mensen inhoudelijk iets te leren en daarnaast ook karaktertechnisch een beetje vormen. Dat vind ik gaaf én ook bijzonder: mensen wat meegeven waardoor zij invloed kunnen uitoefenen op zichzelf en daarmee op de organisatie.
Ons werk is uitdagend: aan de ene kant hebben we een programma waaraan leerlingen moeten voldoen. Aan de andere kant is het mensenwerk en leren we onze leerlingen om  luchtmachtcollega te zijn.  En hoeveel boeken je daar ook op naslaat, dat is volgens mij iets wat je alleen samen kunt ervaren. Want hoezeer we – in de maatschappij – ook digitaal zijn ingericht, we blijven een organisatie waarin mensen samenwerken. En op dat vlak is er altijd wel iets te doen. 

Foto: 802 Squadron

Naam: Mitch Eijfferts
Rang: korporaal 1 transport en logistiek
Eenheid: 802 Squadron
Leeftijd: 26 jaar
In dienst sinds: 2010

‘Wat wil de luchtmacht graag zien bij een onderofficier?’

“Naast een startkwalificatie wil de luchtmacht ook dat je een leidinggevende cursus hebt gedaan voordat je je strepen krijgt. Die BVO volg ik nu ruim 5 weken. Tijdens deze cursus wordt me geleerd wat de luchtmacht graag ziet bij een onderofficier: kernwaarden van de luchtmacht, gedragscodes, communicatieve vaardigheden en leidinggeven. Ook leer je hier om beter naar jezelf te kijken.
Ik volg de BVO tijdens de afstudeerperiode van mijn MBO-opleiding. Met het uitwerken van de opdrachten op de werkplek uit de contactweek, levert dat een aardige studiebelasting op. Maar ik wil doorgroeien binnen de luchtmacht en ben daarom gedreven om beide met succes af te ronden.

Samenwerken is de sleutel naar succes. Dat geldt evenzo tijdens de BVO.

‘Dit is vooral pijnlijk omdat Defensie de keuze heeft gemaakt om MBO als kwalificatie te nemen’

Als toekomstig onderofficier wil ik mijn kennis als korporaal gebruiken om de pijnlijke punten binnen de luchtmacht onder de aandacht te brengen. Ik heb gezien en ervaren dat kostbare kennis van korporaals verloren gaat omdat hun contract afloopt. Ze beschikken niet over de juiste kwalificaties om door te groeien en moeten dus iets anders buiten Defensie zoeken. Dit is vooral pijnlijk omdat Defensie de keuze heeft gemaakt om MBO als kwalificatie te nemen en daaraan zit een wettelijke stagebelasting vast. Om aan 650 stage-uren te komen, is die al snel 2 dagen in de week, maar dat wordt vaak niet geaccepteerd door de organisatie. Doordat een diploma op dit moment zwaarder weegt dan de opgedane kennis en ervaringen, lopen ervaren korporaals doorgroeimogelijkheden mis en moeten ze uiteindelijk de dienst noodgedwongen verlaten. Defensie snijdt zichzelf hiermee in de vingers. Ik vind dit enorm zonde voor de organisatie en het verdient beter aangepakt te worden.”

Tekst: Arno Marchand
Foto’s: Dennis Lindeman