08

Dit artikel hoort bij: de Vliegende Hollander 11 | 2018

Meer gereedschap dan 1 kist

Brede luchtmachtinzet bij Trident Juncture 2018

Beeld van de fligthline op Ørland met E-3A AWACS’, E-8C Joint Stars en KC-130J, en op de voorgrond het werk van de CIS.

Hoewel de KDC-10 het meest in het oog sprong tijdens Trident Juncture (TJ2018) speelden meer luchtmachteenheden een rol tijdens de oefening. In Noorwegen waren namelijk ook verbindelaars te vinden, net als gevechtsleiders en luchtbeeldopbouwers van het DARS en de AWACS en een boordvliegploeg met de NH90 aan boord van Zr. Ms. De Ruyter.

"... binnen 2 of 3 dagen een veilig netwerk en een veilige radioverbinding (zie foto's, red.) aanleggen..."
Majoor Leo, oefenleider van Final Spark.

‘Veilig werken in onveilige omgeving’

Onderdeel van TJ2018 was het CIS-eindexamen voor deelname aan de Very High Readiness Joint Task Force (VJTF) in 2019. “Tijdens Final Spark hebben onze medewerkers een proeve van bekwaamheid afgelegd”, vertelt majoor Leo die op de Noorse luchtmachtbasis Ørland de scepter zwaait over 4 containers en een truck met CIS-personeel van Eindhoven en Nieuw-Milligen. “Zij kunnen nu binnen 2 tot 3 dagen een veilig communicatienetwerk en een veilige radioverbinding aanleggen, waar dan ook ter wereld.

‘Er zit een beperking op inzetbare middelen; tablets en gewone GSM’s zijn bij de VJTF uit den boze’

Dan heb je de beschikking over radio, een computernetwerk, internet en Mulan – met Titaan Rood en Zwart. Je brengt aan 2 kanten een cryptomodule aan en zo communiceer je veilig over de hele wereld. Daarnaast zetten we een veilig portofoonnetwerk op, zodat je binnen de straal van het vliegveld veilig met elkaar kunt praten. En we kunnen via UHF-radio met vliegtuigen communiceren tot 25 kilometer afstand. Er zit wel een beperking op de inzetbare middelen. Tablets en gewone GSM’s zijn bij de VJTF uit den boze, omdat daarop makkelijk ingebroken kan worden. Wij moeten ervoor zorgen dat je in een onveilig gebied toch veilig werkt. Ik kan je verzekeren: daar zit gigantisch veel techniek achter!”

Links de opgezette datalink, rechts het operationeel centrum van de CIS, in 1 van 4 containers.
Het DARS is deployable: alles in containers en kan zo op vrachtwagen of in het vliegtuig.

‘DARS ideale gapfill om SA op te bouwen’

Ook ontplooid bij TJ2018: de Deployable Air Control Centre Recognized Air Picture Production Centre and Sensor Fusion Post, kortweg: DARS. Bij deze mobiele opstelling op luchtmachtbasis Ørland, voor zowel fighter control als air surveillance, zijn 8 luchtmachters betrokken. “Het systeem staat normaal in het Italiaanse Poggio Renatico, maar wordt tijdens deze oefening in Noorwegen blootgesteld aan kou”, vertelt kapitein Sjoerd Bangma, luchtbeeldopbouwer. “Ook onze deelname aan de oefening is een voorbereiding op inzet binnen de VJTF in 2019. Mijn taak: het luchtruim met behulp van radar in beeld brengen. Primair kijk ik naar elektromagnetische contacten, secondair naar transponders, waarmee civiele toestellen vliegen. Door andere middelen weten we wel wie van de militaire kisten onze vrienden zijn.”

‘Het beeld dat surveillance opbouwt, geeft fighter control de kans om vliegers goed zicht op de omgeving te bieden’

Het beeld dat Bangma en zijn collega’s van surveillanceopbouwen, geeft de medewerkers van fighter control (de gevechtsleiders) de kans om vliegers goed zicht op de omgeving te bieden. 1 van hen is eerste luitenant Carla Luten: “Als gevechtsleiders begeleiden wij tijdens TJ2018 gevechtsvliegtuigen in oefengevechten, maximaal 20 tegelijk. We beschrijven het plaatje dat we in de lucht zien. Het is dan aan de mission commander om eigen keuzes te maken. Ons luchtbeeld gaat trouwens ook naar de KDC-10, de AWACS en grondgebonden systemen, zoals Duitse Patriots, Spaanse HAWK’s en Tsjechische Stingers. Dat is de meerwaarde van het joint-concept van DARS. Wij zijn een ideale gapfill om situational awareness op te bouwen in een gebied met minder sensoren of waar ze zelfs totaal ontbreken, zoals in Mali. Een AWACS kan ergens als eerste zijn, maar wij kunnen het na aankomst, een aantal dagen later, overnemen en het dan lang volhouden.”

Links: eerste luitenant Carla Luten, gevechtsleider. Rechts haar collega luchtbeeldopbouwer kapitein Sjoerd Bangma.
Branchehead Combat and Crisis Response luitenant-kolonel Jos.

‘Juist het oefenen is voor ons belangrijk’

Luchtmachtbasis Ørland vormt niet alleen de oefenlocatie voor tal van (vliegende) eenheden, tijdens TJ2018. Het is ook de vaste Forward Operating Location (FOL) van de NAVO, voor inzet van AWACS-radarvliegtuigen. Branchehead Combat and Crisis Response luitenant-kolonel Jos streek hier met 3 van deze E-3A Sentry’s, vanuit de Duitse thuisbasis Geilenkirchen. “Aan inzetmogelijkheden hebben we geen gebrek, maar juist het oefenen is voor ons belangrijk; ook crosstraining met verschillende bemanningen. Soms zit je met 25 mensen van 14 verschillende nationaliteiten aan boord. Wat er uitspringt tijdens deze oefening? Dat we veel doen in het luchtruim van partnerlanden die geen NAVO-lid zijn: Zweden en Finland. Verder is het mooi dat we te maken hebben met veel toestellen, die ook nog opereren van verschillende vliegvelden. Dat is complexer dan bij kleinere oefeningen en zit veel dichter op de realiteit, waarvoor je oefent.”

‘Wat er uitspringt, is dat we veel doen in het luchtruim van partnerlanden die geen NAVO-lid zijn’

Kapitein Richard, fighter allocator.

Kapitein Richard, fighter allocator op de AWACS, bewerkt beeld en geeft dat door aan de eigen eenheden. “Wij coördineren tijdens TJ 2018 bijvoorbeeld grote gevechten boven Zweden. Zover kijkt de radaropstelling van DARS in Noorwegen logischerwijs niet, vanwege de line of sight. Het mooie is dat we elkaar dan ook aanvullen. Het goede aan deze oefening is verder dat het niet alleen joint is, maar ook combined: samen met amfibische marine-eenheden en grondtroepen. Het hele plaatje.” Jos, ten slotte: “Voor de Noren is het achterliggende scenario the real world; wij komen hier alleen om te oefenen, behalve in geval van nood. We zijn in ieder geval voor alles uitgerust.”

Ørland heeft als FOL voor de NAVO AWACS een vast onderkomen voor de radarobservatievliegtuigen. Rechts: Weapons controller eerste luitenant Michael aan boord van de E-3.

Onder en boven water

Tijdens Trident Juncture vloog een NH90 zijn missies vanaf het luchtverdedigings- en commandofregat Zr. Ms. De Ruyter. De dreiging van vijandelijke onderzeeboten was in het oefenscenario groot. Daarom ging de heli er regelmatig op uit, op zoek naar gevaar zowel onder als boven water.

Personeel van de boordvliegploeg maakt de NH90 los van het dek van Zr. Ms. De Ruyter. Even later stuurt de vliegdekofficier de helikopter de lucht in. Foto’s: Christian Valverde

Tekst: luitenant ter zee 2OC (SD) Joost Margés en ritmeester Arthur van Beveren
Foto's: sergeant-majoor Maartje Roos