08

Dit artikel hoort bij: de Vliegende Hollander 10 | 2018

Hogere Defensievorming Down Under

Luitenant-kolonel Vincent Heling student op Australische stafschool

x
Foto boven: Niet in scene gezet – het symbool van Australië kwam spontaan kijken.

De vloer van de werkkamer in de woning in Canberra, Australië ligt bezaaid met papieren over maritieme samenwerking in de omgeving van het werelddeel. Best vreemd voor een Nederlandse luchtmachtofficier. “Het is geweldig leuk om een uitdaging buiten je comfortzone te krijgen”, zegt luitenant-kolonel Vincent Heling, in ‘short final’ voor een presentatie op het Australian Defence College (ADC).

‘Om vooroordelen te voorkomen, lopen we hier in burger’

Op het college heerst een ontspannen sfeer. De Nederlander beweegt zich soepel door de gangen, iedereen groetend. De Maleisische majoor, een vlieger op de MiG-29, en een Australische collega kijken hem echter verbaasd aan, omdat hij voor de fotosessie zijn uniform aanheeft. “Niet iedereen heeft dezelfde rang en om vooroordelen te voorkomen, lopen we hier in burger”, verklaart Heling. De F-16 vlieger is de 4e Nederlander die zijn brevet kan halen op het ADC, vergelijkbaar met de Nederlandse Hogere Defensie Vorming. Hij volgt de opleiding met nog 183 studenten, verdeeld over 15 klassen. Tezamen met zo’n 40 buitenlanders, met name uit de landen van het Gemenebest en Zuidoost-Azië.

‘China wordt hier gezien als de grote wereldleider van de toekomst’

Rol

“Het is een geweldige opleiding die je anders laat kijken naar de veiligheidsvraagstukken in de wereld. Je leert door een andere bril te kijken. Wij in Europa houden onze ogen op het oosten, maar dreiging van Rusland speelt hier minder een rol. In dit deel van de wereld houden ze zich meer bezig met China. Dat land wordt gezien als de grote wereldleider van de toekomst.” Maar de cursisten leren ook van hun Dutchy. “Australië heeft geen bezetting gekend zoals Nederland in de Tweede Wereldoorlog. Zo willen ze graag van mij weten hoe wij daar op terugkijken.”

De contacten met militairen bevallen hem. Het gaat dan vooral om landen waarmee Nederland normaal gesproken weinig van doen heeft. “Ik heb tijdens mijn functie bij de Directie Operatiën in Den Haag al kennis gemaakt met de andere Nederlandse krijgsmachtdelen. Op missies in Afghanistan en Jordanië was er natuurlijk samenwerking met collega’s van andere landen, maar dat is hier wel heel divers. In deze lichting zijn er militairen uit landen als Rwanda, Irak, Saoedi-Arabië, Pakistan, India, Papoea-Nieuw-Guinea, Japan en Zuid-Korea. Er zitten ook 2 heuse prinsen bij; 1 uit Tonga en 1 uit Nigeria”, somt Heling de exoten in het gezelschap op.

‘Studenten uit het Gemenebest en Zuidoost-Azië en 2 heuse prinsen uit Tonga en Nigeria’

Plek

Het is in alles duidelijk dat luitenant-kolonel Vincent Heling (42) zich gelukkig prijst met hoe zijn leven zich ontwikkelt. Ach, toen hij een jaar of 10 was, droomde de kleine Vincent nog van een loopbaan als treinmachinist. Een neef inspireerde hem later om voor de luchtvaart te kiezen en bij een open dag van de Koninklijke Luchtmacht viel alles op zijn plek.
Eenmaal als vlieger van het 315 Squadron, op de voormalige vliegbasis Twenthe, was dat niet anders. De jonge Vincent liep luchtmachtcollega Carla, toen militair bij het 313 Squadron en inmiddels zijn vrouw, tegen het lijf. Zij is met de 2 kinderen Niek (7) en Zoë (4), ook naar de Australische hoofdstad over gekomen.
Een licht Barry Stevens-accent en het gebruik van Engelse woorden verraadt dat ze overdag Engels spreken. “Iedereen heeft zich goed aangepast. De kinderen hadden er eerst wel problemen mee, maar ze hebben hun draai hier wel gevonden. Het heeft me verbaasd hoe snel ze de taal machtig zijn geworden”, vertelt Heling. “Niek heeft straks, als we begin volgend jaar terug zijn in Nederland, ook heel wat te vertellen op zijn school. Hij leert hier Japans en Duits en elke ochtend moeten ze voor het sporten de kangoeroes van het veld jagen. Dan heb je wel een verhaal”, zegt hij lachend.

‘Denk maar niet dat ze hier de diploma’s weggeven – in feite is hier anderhalf jaar in 1 gepropt’

Degree

Eigenlijk valt er geen negatief aspect van de verhuizing naar Australië te bedenken, of het moeten de levensgevaarlijke spinnen en slangen zijn. “We hebben de kinderen gewezen op de gevaarlijke soorten. Daar gaan ze hier heel natuurlijk mee om.” Ze hebben een fijn huis en er zijn voldoende sociale contacten. “Er is een klik tussen Nederlanders en Australiërs”, constateert de student. Niettemin slokt het Australian Command and Staff Course of College (ACSC) een heel groot deel van zijn tijd op. “Deze opleiding is heel intensief. Het valt niet mee om na zoveel jaren vliegen opeens weer in de schoolbanken te zitten. In feite is hier anderhalf jaar in 1 gepropt. Het betekent dat we elke dag van half 9 tot half 3 in de schoolbanken zitten. Daarna ben je niet klaar, want je wordt geacht elke avond minimaal 3 uur te studeren. En dat heb je nodig, ook om je presentaties en papers op orde te hebben. Denk maar niet dat ze hier de diploma’s weggeven. Dit instituut is verbonden aan de universiteit. Het prettige gevolg daarvan is dat ik een masters degree heb als ik ‘m succesvol afrond.”

‘Vliegen blijft voor mij het mooiste dat er is’

Kou

7 December staat de overste dan op het bal voor de geslaagden. Een maand later zal er weer een flinke omslag zijn, als het gezin van de hitte op het zuidelijk halfrond naar de – relatieve – noordelijke kou gaat. “Ik verwacht dan op een functie bij de Staf CLSK te komen in Breda. Maar hopelijk kan ik dan ook spoedig naar Amerika om weer 'current' te worden op de F-16. Want deze studie is prachtig, het is een geweldige kans geweest, maar vliegen blijft voor mij het mooiste dat er is.”

Tekst: Evert Brouwer
Foto's: korporaal Jasper Verolme