03

Dit artikel hoort bij: de Vliegende Hollander 10 | 2018

‘Dit is waar de luchtmacht voor is’

70-jarige Cornfield Range eldorado voor vliegers

De atmosfeer in de verkeerstoren van de Cornfield Range op Vlieland is zwanger van radio- en telefoonverkeer. Als op prooien loerende jagers, speuren vuurleiders met verrekijkers de omgeving af. Een F-16 dropt een lasergestuurde GBU-12 bom op een doel, een afgedankte zeecontainer. De verkeerstoren van de 70 jaar oude Cornfield Range trilt. “Je zit hier midden in de dynamiek van de luchtmacht.”

Forward Air Controllers van 11 Luchtmobiele Brigade van de landmacht en een Amerikaan ‘praten’ de F-16’s naar hun doelen. Binnen houdt assistent-vuurleider sergeant 1 René Bijma, laserbril op, tevens de administratie op de verkeerstoren bij.

Een soort ‘skibrillen’ beschermen de ogen van het personeel op de verkeerstoren tegen laserstralen waarmee Forward Air Controllers (FAC’ers) sommige bommen naar het doel gidsen. Sommige, want er worden ook ‘domme’ exemplaren gegooid. Daarbij moet de FAC’er het doel met grote precisie aangeven. Na een ‘positieve identificatie’ mikt de vlieger er een bom op. “Ready for check in. In hot, off hot! 25 seconds to impact”, kraakt het waarschuwend via de communicatieapparatuur. Weer een F-16. Een doffe dreun. Opnieuw een bom. “Mission successful.”

Het is wat tegenstrijdig: een idyllisch gelegen zandplaat van 24 vierkante kilometer, onderdeel van het UNESCO-werelderfgoed en tegelijkertijd schietschijf... Dit is de enige plaats in Nederland waar gevechtsvliegtuigen ‘scherpe’ bommen mogen gooien, maar vogels en zeehonden trekken zich niets aan van vliegtuiggeluid en ontploffingen. “Defensie beseft de waarde maar al te goed en gaat daarom zorgvuldig met dit natuurgebied om”, zegt vuurleider (range controller) in opleiding kapitein Rob Duran. “Dat legt een grote verantwoordelijkheid op onze schouders. Daarom wegen live bommen niet meer dan 500 pound, 225 kilo. Zo wordt de geluidsoverlast bij een ontploffing zoveel mogelijk voorkomen.” 

Bruinink: “Een mooiere plaatsing is volgens mij nauwelijks denkbaar.”

Sterk verweven

Naast de commandant en (assistent)-vuurleiders, bestaat de bemanning van de Cornfield Range uit een range-coördinator, automonteur, CIS-specialist, materieelman, FBD-functionaris (facilitair) en 2 chauffeurs. Om overlast voor ‘eilanders’ en vakantiegangers zoveel mogelijk te voorkomen, wordt alleen tussen 15 september en 1 maart geoefend met scherpe bommen. Volgens Bruinink is de relatie tussen luchtmachters en eilanders goed. “Ze begrijpen het belang van de range, die ook werkgelegenheid biedt. Wij doen boodschappen in hun winkels en op hun beurt kunnen de ‘eilanders’ in geval van nood een beroep doen op ons, zoals bij wateroverlast. De luchtmacht op Vlieland is sterk met de lokale samenleving verweven.”

De F-16 vlieger werpt flares af, zodra hij de ‘Smokey Sams’ (onder) op zich ziet afkomen.

Van koers veranderen

Ook qua veiligheid heeft de range scherpe regels. Vliegers moeten er blindelings op kunnen vertrouwen dat ‘beneden’ alles goed is geregeld. Er mag geen sterveling rondlopen, schietdoelen dienen operationeel te zijn, in het zeegebied bij de range mogen tijdens oefeningen geen schepen ronddobberen. Anders krijgen ze via de marifoon het verzoek om zo snel mogelijk van koers te veranderen. Gebeurt dat niet, wordt de oefening stilgelegd. “Over het algemeen valt het met de gevaren wel mee”, zegt commandant van het detachement Vliehors, majoor Pieter Bruinink.

Het zenuwcentrum van de Cornfield Range, de verkeerstoren, is vooral bij fraai weer misschien wel het kantoor met het mooiste uitzicht van Nederland. Rechts: De aanstaande commandant, kapitein Rob Duran. “Ik kijk uit naar deze job.”

Volgens assistent vuurleider sergeant 1 René Bijma biedt de verkeerstoren ‘het mooiste uitzicht’ van Nederland. “In elk geval mooier dan de CLSK-toren in Breda”, grapt hij. “De Waddeneilanden zitten in mijn genen.” Bijma kent de Cornfield Range – meestal foutief de Vliehors genoemd, want zo heet het gehele natuurgebied – als geen ander. “Mooi is ook om midden in de dynamiek van de luchtmacht te zitten. Op een basis bereid je een vlucht voor; de Cornfield Range is dé plek waar een gevechtsvliegtuig, net als in Irak of Afghanistan, zijn producten aflevert: bommen. Dat is waar de luchtmacht voor is.”

Meer weten over, en acties zien op de range? Kijk dan deze video

Hart van de vliegoperaties

Veel tijd voor bespiegelingen heeft Bijma niet. Met hoge snelheid storten F-16’s van de vliegbasis Leeuwarden zich op de range om doelen dit keer met het boordkanon te bestoken. Duran volgt het schouwspel met grote aandacht. Zoals het er nu uitziet, volgt hij in februari 2019 Bruinink op als commandant. “Na 30 jaar helikoptervliegen op de Alouette III, Bölkow, Agusta Bell 412, Lynx en instructeur op de NH90 is het mooi geweest”, vertelt de kapitein, die popelt om op de Vliehors aan de slag te gaan. “Je zit hier in het hart van alle vliegoperaties.”

Aan doelen geen gebrek op de Cornfield Range, zoals afgedankte tanks. In de slagorde van de Nederlandse krijgsmacht komen deze pantsers niet meer voor. Op de achtergrond de vuurtoren op de noordpunt van Texel. Rechts: Een door een F-16 met kogels doorboord doel.

Stressbestendig

Hoewel nieuwkomer, voelt Duran zich op de Cornfield Range allerminst een kat in een vreemd pakhuis. Aangezien hij er als heli-vlieger regelmatig kwam, weet hij globaal wat het werk van commandant en vuurleider inhoudt. “Die snapt wat een gevechtsvlieger doet en wíl. Hij verdiept zich in de tactieken van de gevechts- en helikoptervlieger, kan met snel veranderende scenario’s omgaan. Net als een verkeersleider op een vliegveld is hij stressbestendig; weet zijn aandacht te spreiden en kan ‘multitasken’. Voor een helikoptervlieger als ik allemaal niet moeilijk. Vliegen is vliegen. Het is hier ook net een kleine vliegbasis. Om het vak van vuurleider te leren, is echter wel een breed verkeersaanbod nodig. Zo maak je je die tactieken van jachtvliegtuigen en helikopters eigen. Er is alleen niet constant verkeer op de range. Een aankomend vuurleider moet zijn leermomenten bijeensprokkelen. Gelukkig is dit een ‘can do’-club. Niet lullen maar poetsen.”

Meer zien van de geschiedenis van de Cornfield Range? Bekijk dan onderstaande fotocarrousel.

Witgekalkte juten zakken en een rolletje plakband, bij elkaar een schietschijf. Zo gaat het in de begindagen van de Cornfield Range, vanaf mei 1948. Het detachement bestaat uit een commandant (sergeant-majoor Fred Kreeftmeijer), radiomonteur, kok en hospik, 2 chauffeurs en schijvenplakkers en 3 brandweerlieden. De toren op deze foto staat er van 1957 tot 1995. Foto: uit archief Nederlands Instituut voor Militaire Historie (NIMH)

Vlieland kent een tijd een eigen vliegstrip in Kroons Polders, grenzend aan de range. Daar kan bijvoorbeeld een DeHavilland Beaver landen en opstijgen. Of gewoon vanaf het strand, zoals op de foto. De landingsstrip is inmiddels opgeheven. Foto: uit archief Nederlands Instituut voor Militaire Historie (NIMH)

Midden jaren 50 stationeert de luchtmacht de eerste reddingshelikopter op Vlieland, de Alouette II (zie de vorige de Vliegende Hollander). Later wordt dit de Alouette III die midden jaren 90 wordt vervangen door de AB412, hier in formatie boven de haven van het eiland. Foto: uit archief Nederlands Instituut voor Militaire Historie (NIMH)

Vrijwel dagelijks trainen Nederlandse, Belgische, Franse en Duitse gevechtsvliegtuigen op de range met oefenmunitie. (Heel) soms komt B-52 (nog in januari 2018), B-1 of de laatste jaren zelfs een B-2 bommenwerper uit Amerika overvliegen om op de Cornfield Range te oefenen. Archieffoto: Frank Crébas

In september 2009 kreeg Defensie van het ministerie van VROM een milieuvergunning om met jachtvliegtuigen en helikopters tot maximaal 70 ‘live’ bommen (500-pounders) per jaar op de Cornfield Range te gooien. Maar de range wordt ook gebruikt voor testen met zelfbeschermingsmiddelen, zoals flares. Foto: uit archief de Vliegende Hollander

Vanaf 1948 is Meivlieger majoor Jan Linzel vuurleider op de range, van 1962 tot en met 1973 ook commandant. Bijzonder is dat Vlieland 33 jaar lang de enige burger-vuurleider van de NAVO heeft: Geert Veenstra. Foto’s: uit archief de Vliegende Hollander

Tot 2004 was ook het Cavalerieschietkamp op Vlieland gevestigd, de enige plek in Nederland waar tanks ‘met scherp’ konden schieten, zoals deze Centurions. Foto: uit archief Nederlands Instituut voor Militaire Historie (NIMH)

Tekst: Jack Oosthoek
Foto’s: Herman Zonderland

Historische foto’s: uit archief Nederlands Instituut voor Militaire Historie
Video en montage: adjudant Richard Frigge