“Onze heroprichting voelt als een overwinning.” De bevlogenheid straalt af van het gezicht van luitenant-kolonel Boudewijn Roddenhof. Hij is de eerste commandant van het medio deze maand uit zijn as herrezen 306 Squadron. Met Leeuwarden als thuisbasis gaat de nieuweling aan de slag met de Reaper, het nieuwe onbemande, of liever gezegd op afstand bestuurbare verkenningsvliegtuig van Defensie. Ze komen over circa anderhalf jaar.
Dat de met geld uit het verbeterde defensiebudget aangeschafte MQ-9 Reapers, 4 in totaal, met uitrusting en al een plek krijgen bij 306 Squadron, is niet verwonderlijk. Na zijn oprichting in 1953 deed de in 2010 gedeactiveerde eenheid decennia lang dienst als fotoverkenningssquadron. “We hoefden niet lang te discussiëren. Er was geen enkele reden om een ander squadron te kiezen”, vertelt Roddenhof, vanaf het eerste uur (2013) betrokken bij het project. De voormalige Apache-vlieger staat te trappelen om het squadron operationeel te maken. “De Reaper gaat ons dingen brengen die ik als vlieger miste.”
Op de vliegbasis Volkel wordt het 306 Tactisch Verkenningssquadron (Fotoverkenningssquadron) opgericht. De camera’s voor de vliegtuigen, F-84G Thunderjets, komen in juni 1954.
Nieuwe thuisbases voor 306 liggen niet in Nederland maar in Duitsland: eerst Bückeburg en daarna Laarbruch. Daar wordt ook de RT-33A aan de sterkte toegevoegd.
De eerste van in totaal 24 Republic RF-84F Thunderflashes rollen binnen. Voor trainingsdoelen krijgt het squadron tijdelijk de beschikking over 2 en later 3 RT-33A fotoverkenner-trainers.
Na een verblijf van 3 jaar in Duitsland verplaatst het squadron eind 1957 naar de vliegbasis Deelen. In de loop van de jaren krijgt het squadron de bijnaam ‘ogen van de luchtmacht’.
Tussen eind 1962 en begin 1963 schoolt een deel van de vliegers al om op de F-104 Starfighter. In afwachting van de overdracht van deze toestellen aan Turkije, houden de overige vliegers de laatste 9 Thunderflashes in de lucht.
Sensoren
Het Medium Altitude Long Endurance Unmanned Aerial Vehicle (MALE UAV) verzamelt in crisisgebieden vanuit de lucht ‘live’ – en niet te vergeten in kleur – informatie over onder meer terrein en vijand. Dag en nacht, overal ter wereld. Wat spookt de tegenstander uit? Waar zijn schuilplaatsen? Waar en hoe traint de vijand? Waar is materieel gestald? Waar rijden colonnes? Waar liggen verkeersknooppunten? Roddenhof noemt de sensoren van de Reaper, waaronder High Definition-kleurencamera’s, baanberekend. Hetzelfde geldt voor de Synthetic Aperture Radar. “Beter kun je niet hebben.”
Roddenhof neem de vlag van 306 in ontvangst. Op de achtergrond een zichtbaar tevreden C-LSK: eindelijk een squadron erbij in plaats van eraf.
Nieuwe manier
Onder het motto van 306, Videre Vincere Est (‘zien is overwinnen’), vinden de missies plaats vanaf grondstations. Een Reaper kan 18 tot 24 uur in de lucht blijven. Die aanpak betekent dat er weinig mensen hoeven worden uitgezonden waardoor de persoonlijke risico’s en de logistieke ‘voetafdruk’ beperkt blijven, legt Roddenhof uit. “We dragen op afstand bij, maar zitten er tegelijkertijd met de neus bovenop. Een nieuwe manier van werken waarvan we de effecten, positief en negatief, nog niet compleet kunnen overzien. Behalve dat we na een werkdag gewoon naar huis gaan.”
Tijdens een operatie analyseren en interpreteren analisten de Reaper-beelden en maken inlichtingenproducten voor de opdrachtgever. Naast (buitenlandse) krijgsmachtonderdelen, kunnen dat civiele organisaties als Justitie en Veiligheid en politie zijn. Want met de Reaper is het ook mogelijk om smokkelroutes of vluchtelingenstromen in kaart te brengen. Roddenhof: “Door de inzet van dit vliegtuig kunnen troepen of organisaties veiliger en beter geïnformeerd werken en op het juiste moment in actie komen. Eigenlijk hadden we dit 20 jaar geleden al moeten hebben.”
Op 1 juli 1963 vliegt het intussen op Twenthe gestationeerde 306 Squadron als eerste een parade met 12 Starfighters. 4 kisten zijn geleend van Duitsland. Luftwaffe-kruizen zijn afgeplakt, Nederlandse registraties en luchtmachtrozetten aangebracht. Luchtfoto’s maken kan nog niet omdat de fotoverkenningsversie van de Starfighter, de RF-104G, nog ontbreekt.
Toch voeren Troost en Luijsterburg ook deze aanvallen uit en maken na een 3e succesvolle aanval het vliegveld onbruikbaar. Luijsterburg vliegt in totaal 30 gevechtsmissies. Troost 22. De vluchten zijn meestal ’s nachts, boven vijandelijk gebied.
Vanwege de komst van de F-16 worden de vliegers omgeschoold. De Starfighters verdwijnen naar Turkije. Op 9 februari 1984 is de eerste operationele fotomissie met een F-16. Juli 1984 arriveert de laatste van in totaal 22 F-16 A’s op Volkel. Op 1 oktober krijgt 306 Squadron de operationele status terug.
Whizzkids
In dit prille stadium heeft 306 Squadron 38 man in de gelederen. In 2022 moet het met 130 man volledig gevuld zijn. De meesten zijn inlichtingenspecialist of beeldanalist, anderen weer vlieger of en sensoroperator. “Hoewel het een onbemand vliegtuig is, zijn voor het Reaper-systeem vliegers nodig om de missie achter de knoppen in een grondstation in goede banen leiden”, legt Roddenhof uit. Verder herbergt het squadron inlichtingenspecialisten en whizzkids voor communicatie- en informatiesystemen en beeldtechniek. Roddenhof toont zich tevreden over de ‘mix’ aan personeel. “Als het goed is hoeft ons squadron in de toekomst geen ‘nee’ te verkopen.”
Volgende belangrijke stap is de opleiding van de eerste vliegers en sensoroperators. Die begint in december op Holloman Air Force Base in de Verenigde Staten en duurt circa 5 maanden. Volgens Roddenhof, zelf ook Amerika-ganger, is 306 in de tussentijd allerminst vleugellam. “Met de huidige bezetting houden we de boel draaiend tot het moment dat de Reaperskomen. Dat is hard nodig omdat de Amerikanen ons via de satelliet door onbemande vliegtuigen gemaakte beelden uit het Midden-Oosten sturen. Logisch, Nederland maakt deel uit van de internationale coalitie tegen terreurgroep ISIS.”
Luitenant-kolonel Boudewijn Roddenhof, de eerste commandant van 306 Squadron ‘nieuwe stijl’. Hoewel het squadron nog in de kinderschoenen staat, is er voldoende personeel om de boel draaiend te houden tot de eerste Reapers komen.
Belangrijk moment
In de ogen van de Commandant Luchtstrijdkrachten luitenant-generaal Dennis Luyt is de wederopstanding van 306 Squadron een mooi resultaat van het project ‘5e Generatie Luchtmacht’. “Deze heroprichting markeert een belangrijk moment. We hanteren nieuwe werkwijzen en een sensorcapaciteit die next level is.” 306 Squadron ‘nieuwe stijl’: onbemand maakt bemind.
Donkere wolken pakken zich samen boven 306 Squadron. De Orpheus-verkenningspod bereikt in 1993 het einde van zijn levensduur en wordt niet vervangen. Vanaf dat moment vliegt 306 alleen defensieve en offensieve operaties. Het tekort aan vliegers is groot.
Volgens de Defensienota behoudt de luchtmacht zijn verkenningstaak. De Orpheus-verkenningspod wordt wel vervangen (1996). 306 Squadron hoopt op het Amerikaanse Advanced Tactical Air Reconnaissance System. Maar daarvoor moet de F-16 eerst een Midlife Update ondergaan, wat gebeurt.
In de jaren 90 vliegt 306 honderden verkenningsmissies boven het in oorlog verkerende voormalige Joegoslavië. Voor 1 van de missie, boven Kosovo, krijgt oud-vlieger luitenant-kolonel Rien Keij in juni dit jaar het Vliegerkruis. (Bron: Squadrons van de Koninklijke Luchtmacht).
Na bijna 50 jaar verliest 306 Squadron zijn fototaak en wordt (op Volkel) opleidingssquadron voor F-16 vliegers, ofwel een Tactical Fighter Training Squadron. Er worden vliegers opgeleid voor de MLU-versie van de F-16. Amerikanen trainen onder hoede van het squadron voor operaties in het luchtruim van Europa.
306 Squadron verruilt Volkel voor Springfield Air National Guard Base in de Verenigde Staten. Daar worden vliegers een half jaar lang opgeleid en omgeschoold voor de F-16. Om vervolgens naar Nederland terug te keren voor de Mission Qualification Training.
Eind 2010 wordt 306 Squadron vanwege de bezuinigingen gedeactiveerd, maar de conversietaak verhuist naar Tucson International Airport in Arizona. Daar gaat het verder als 148th Fighter Squadron als onderdeel van de 162 Fighter Wing, dé F-16 opleidingseenheid van de Tucson Air National Guard.
Tekst: Jack Oosthoek Foto’s: sergeant Jan Dijkstra