01

Dit artikel hoort bij: de Vliegende Hollander 06 | 2018

Vliegerkruizen voor Allied Force

F-16 vliegers geroemd voor moedig optreden

Ze deden naar eigen zeggen allemaal ‘gewoon hun werk’. Niks bijzonders. Maar voor iedereen behalve zij is het duidelijk: deze militairen zijn helden. Met gevaar voor eigen leven hebben zij het belang van de missie en anderen voorop gesteld. Hun verhalen vertellen en daden opnieuw laten leven, dat was het voornaamste doel op deze tropische zomermiddag in Apeldoorn.

In de aanwezigheid van onder andere de minister van Defensie en de Commandant der Strijdkrachten worden 14 helden met militair ceremonieel individueel geroemd en geëerd. Want zóveel dapperheid mag best beloond worden. Behalve 6 keer het Vliegerkruis reikt minister Ank Bijleveld-Schouten de Bronzen Leeuw (Koninklijke Landmacht), 2 keer het Bronzen Kruis (Korps Mariniers, Koninklijke Landmacht) en 5 keer het Kruis van Verdienste (Koninklijke Marechaussee, Koninklijke Landmacht, Korps Mariniers) uit.

De Koninklijke Luchtmacht is goed vertegenwoordigd op de Koning Willem III Kazerne. Maar liefst 6 F-16 vliegers nemen het Vliegerkruis in ontvangst voor hun inzet tijdens operatie Allied Force, de Kosovo-oorlog in 1999. Goed, bijna 20 jaar geleden, maar dat maakt het niet minder bijzonder. “Onze vliegers waren in die periode mentaal en fysiek zwaar belast”, memoreert de minister. “Ze vlogen dag en nacht, bijna altijd onder zeer gevaarlijke omstandigheden. Tijdens de missies, op grote afstand van de thuisbasis, waren de vliegers geheel op zichzelf aangewezen. Hun verantwoordelijkheid was groot, de risico’s nog groter. Dat maakt hun successen des te meer indrukwekkend.”

Vliegerkruis

Het Vliegerkruis is in 1941 ingesteld en is bedoeld voor Nederlandse militairen die - gedurende 1 of meerdere vluchten ten behoeve van de Nederlandse Staat in een vliegtuig - zich door daden van initiatief, moed en volharding, tegenover de vijand of in verband met vijandelijke actie, hebben onderscheiden. Ook niet-militairen en buitenlanders kunnen, onder dezelfde voorwaarden, in aanmerking komen voor decoratie met het Vliegerkruis. De onderscheiding is uitgevoerd met een vierarmig zilveren kruis, bevestigd aan een diagonaal gestreept oranje-wit lint. Het lint is 27 millimeter breed, de strepen 2,7 millimeter. Daarbij lopen de strepen onder een hoek van 45 graden van links naar rechts, beginnend met een oranje streep.

6 F-16 vliegers krijgen het Vliegerkruis voor hun inzet tijdens NAVO-luchtacties tegen het voormalig Joegoslavië in 1999. Hun acties verschillen, maar allemaal kregen zij te maken met een grote mentale en fysieke belasting door zeer gevaarlijke en zware omstandigheden.

Ze krijgen allen het Vliegerkruis voor ‘Daden van initiatief, moed en volharding tegenover de vijand.’ De foto’s uit de periode van Allied Force zijn illustratief en geven niet de beschreven missies weer.

In de nacht van 24 maart 1999 vindt de eerste luchtaanval van operatie ‘Allied Force’ (tegen het voormalige Joegoslavië) plaats. De vijandelijke Servische luchtverdediging zal zich met volle kracht laten gelden, zo waarschuwen de inlichtingendiensten.

Destijds kapitein-vlieger Erik Rab krijgt de leiding over een formatie van 4 F-16’s ter bescherming van coalitievliegtuigen boven het vijandelijke gebied.

Destijds majoor-vlieger Peter Tankink is tweede leidinggevende. In het gebied bevinden zich 3 Servische MiG-29’s, zo krijgen de F-16-vliegers te horen als zij het operatiegebied binnenvliegen. Rab vliegt in de richting van een vermoedelijk vijandelijk radarcontact en kan vuren.

Maar omdat het contact nog niet als vijandelijk is geïdentificeerd, mag Rab niets doen. De formatie loopt een toenemend risico om te worden beschoten door een van de MiG’s of een grond-luchtdoelraket.

Rab komt intussen steeds dichterbij het mogelijke vijandelijke contact. Nu is het tijd om zijn vooraf ontwikkelde tactiek toe te passen. 

Hij draait weg van het radarcontact en draagt de aanval en tactische leiding over aan Tankink, die nu in een betere positie is om te vuren. Door weg te draaien komt Rab in een zeer kwetsbare positie met zijn rug in de richting van de dreiging. Het radarcontact wordt in de tussentijd als een vijandelijke MiG-29 geïdentificeerd en Tankink schiet met succes het toestel neer.

De missie wordt vervolgd, maar nu beschieten grond-luchtdoelrakketten de formatie. Reden genoeg om terug te keren, maar er wordt besloten de luchtverdedigingsmissie te vervolgen. Daarmee maakten Rab en Tankink groot persoonlijk risico ondergeschikt aan het belang van de missie.

Tankink onthulde op 15 september 2017 een gravure op Sheppard Air Force Base. Als 30ste Europese vlieger kreeg hij de ENJJPT-ster voor buitengewone luchtvaartmomenten, zijn ‘first shoot-first kill’ op de Servische MiG-29. Foto: USAF, Jelani Gibson

Risico

Neem het optreden van luitenant-kolonel vlieger Rien Keij. 19 jaar geleden, op 11 mei 1999, stelt hij zijn leven in de waagschaal in het belang van Allied Force. Tijdens zijn opdracht, het maken van luchtfoto’s van gebombardeerde doelen, raakte een tweede vlieger in technische problemen. Rien besluit om alle te fotograferen doelen voor zijn rekening te nemen. Een vijandelijke luchtdoelraket weet hij van zich af te schudden en zijn missie te vervolgen. Uiteindelijk fotografeert hij alle geplande doelen, waardoor de NAVO precies kan zien wat het effect is van hun bombardementen. In het belang van de missie neemt hij dus een groot persoonlijk risico.

Op 29 april 1999 krijgen destijds kapitein-vlieger Joost Luijsterburg en majoor-vlieger Pleun Troost de opdracht de startbaan van het militaire vliegveld Ponikve in Servië onbruikbaar te maken. Het weer boven het doelgebied is slecht en conform de geldende operationele instructies kunnen zij de missie afbreken.

Toch wordt de aanval doorgezet met het uitvoeren van precisiegeleiding op lage hoogte onder de wolken. Daarmee maken Troost en Luijsterburg groot persoonlijk risico ondergeschikt aan het belang van de missie. Beide vliegers worden tijdens de aanval intensief en gericht beschoten door vijandelijk luchtafweer.

Het lukt ze uiteindelijk wel om het vliegveld te raken, maar de vijand weet de schade te herstellen. Later in de week zijn daarom meer aanvallen nodig. Het verrassingseffect is nu echter weg, de aanvliegroute voorspelbaar en de dreiging daardoor zeer hoog.

Toch voeren Troost en Luijsterburg ook deze aanvallen uit en maken na een derde succesvolle aanval het vliegveld onbruikbaar. Luijsterburg vliegt in totaal 30 gevechtsmissies. Troost 22. De vluchten zijn meestal ’s nachts, boven vijandelijk gebied.

Beide vliegers hebben veelal de tactische leiding over het verloop van de luchtaanvallen. Zowel Troost als Luijsterburg verblijven daardoor langere tijd boven het doelgebied, binnen schootsafstand van de vijand en lopen dus regelmatig verhoogd risico te worden neergeschoten.

Boegbeeld

“En daarom is Keij, net als zijn collega-decorandi, een boegbeeld voor de luchtmacht.” Commandant Luchtstrijdkrachten luitenant-generaal Dennis Luyt spreekt de woorden stralend uit. Hij is, terecht, trots op ‘zijn jongens’. “Mensen die meer doen dan je van ze verwacht, ja, dat vind ik mooi. Deze vliegers hebben het team voor zichzelf geplaatst en daarmee hun club naar een hoger niveau getild.”
Volgens de C-LSK is het dan ook hoog tijd dat het dappere optreden van de vliegers wordt her- en erkend. “Deze mannen mogen absoluut op een voetstuk worden geplaatst. Zij zijn levensechte voorbeelden van de luchtmacht die wij vandaag de dag willen zijn. De organisatie is gebouwd op hun schouders. Een spiegel, inspiratiebron en voorbeeld voor velen; dat zijn ze.”

Toenmalig majoor-vlieger Jack Goense heeft 31 gevechtsmissies tijdens operatie Allied Force op zijn naam staan. Hij heeft daarbij regelmatig de tactische leiding over het verloop van de luchtaanvallen.

Tijdens een van zijn missies verkeert hij in groot gevaar. Enkele essentiële systemen van zijn F-16 vallen uit. In plaats van de missie af te breken, wat conform de operationele richtlijnen gerechtvaardigd is, zet hij de aanval door.

Hij laat een andere vlieger uit zijn formatie de precisiegeleiding uitvoeren en weet zo zijn wapens alsnog in te zetten. Goense maakt groot persoonlijk risico ondergeschikt aan het belang van de missie. Hierdoor wordt de missie alsnog succesvol voltooid.

Op 11 mei 1999 krijgt toenmalig kapitein-vlieger Rien Keij opdracht om schade te fotograferen die kort ervoor door NAVO-aanvalsvliegtuigen op doelen in de omgeving van Belgrado is aangebracht. Het doelgebied is zwaar verdedigd en de vijand is door de eerdere aanval op de hoogte van de alarmfase.

Een bijzonder gevaarlijke situatie. Ook een tweede vlieger gaat mee, maar door een technisch mankement kan deze niet fotograferen. Keij neemt daarom alle te fotograferen doelen voor zijn rekening.

In het belang van de missie neemt hij groot persoonlijk risico. Hij wordt door een vijandelijke luchtdoelraket gericht beschoten, maar weet deze van zich af te schudden. Uiteindelijk fotografeert hij alle geplande doelen.

Bescheiden

Keij blijft zelf redelijk nuchter onder alle aandacht. Met zijn vers opgespelde Vliegerskruis neemt hij gelaten alle felicitaties in ontvangst. Hij vindt het leuk hoor zo’n ceremonie, maar die onderscheiding, tsja. Geheel in lijn der verwachting klinkt een bescheiden commentaar: “Zelf vind ik eigenlijk niet echt dat ik iets bijzonders heb gedaan…”

.

Tekst: Charlotte Snel

Foto’s: Martijn Beekman en Valerie Kuypers

Foto’s Allied Force: uit archief Nederlands Instituut voor Militaire Historie