10

Dit artikel hoort bij: de Vliegende Hollander 05 | 2018

Deny Flight: 25 jaar geleden

F-16 operaties vanaf Villafranca - aansturing vanuit Vicenza

x
Foto boven: F-16’s van het 306 en 315 Squadron op de flightline van Villafranca met de kenmerkende witte huisjes met rode daken op de achtergrond.
Scroll naar beneden voor de video

De Koude Oorlog is amper afgelopen of de eerste hete oorlog dient zich in Europa aan. Het kruitvat ‘Joegoslavië’ staat op het punt van ontploffen. De Vliegende Hollander van 1992 geeft al aan dat er amper een vonk voor nodig is. Helaas krijgt de schrijver van destijds gelijk, want de vonk komt. Ter bescherming van de Bosnische bevolking kondigen de VN al in 1992 een vliegverbod af dat met grote regelmaat wordt geschonden. Tijd dus om het af te dwingen, met jachtvliegtuigen, waaronder Nederlandse F-16’s: Deny Flight.

Boven: Het eerste deel van het 300 man grote detachement is net op Villafranca aangekomen. Detco Berlijn spreekt hen toe. Onder: Al snel verrijst er een echt kamp met cedaltos en een binnenplaats, Het Berlijnplein en waar dagelijks de vlag wordt gehesen.
Vogelpoel op kantoor van zijn werkplek in Vicenza bij de 5th Allied Tactial Air Force (ATAF).

Inzet van Nederlandse F-16’s hangt begin 1993 al even in de lucht. Om voorbereid te zijn op wat mogelijk komen gaat, geeft Commandant Vliegbasis Twenthe kolonel Frank Vogelpoel opdracht aan het 315 Squadron te ‘bewegen’. Die eenheid is als ACE Mobile Force al wel gewend om te verhuizen naar Bodø in Noorwegen, maar dat is ook een F-16 basis. Wat heb je echter nodig op een bare base in de opstartfase en daarna? Om daar achter te komen geeft Vogelpoel opdracht voor – eerst – een shelter-oefening: “Zet daarin nou eens alles wat we nodig hebben. Dan weten we wat we moeten vervoeren.” Daarna komt de basis letterlijk in beweging met oefening Bird Lake (vrij vertaald naar Vogelpoel); een verplaatsing materieel per F27 naar Gilze-Rijen.

Blik in de Ops en meteo rooms op Villafranca. Jonge specialisten en vliegers van wie sommigen nu nog de meest ervaren garde van het CLSK vormen, beginnen aan een geheel nieuw hoofdstuk in de luchtmachtgeschiedenis.
Sticker van het 1e detachement van Twenthe op Villafranca.

Benauwd

Ondertussen wordt van alles bedacht voor een deployment, een begrip dat dan nog nadere invulling moet krijgen. “Wel een leuke periode ook, want iedereen was gemotiveerd en dacht na over mogelijkheden, van kledingmagazijn tot keuken. Hartverwarmend om te zien.
Maar op een gegeven moment begin ik het benauwd te krijgen. Ik besef me: áls we moeten, heb ik al mijn materieel in Brabant staan. De weekendtas stond bij iedereen gepakt, klaar om te gaan. We wachtten op het seintje. Het was geen vrijblijvende tijd voor het personeel, dat realiseerde ik me terdege. Maar wat precies boven ons hoofd hing, wist ik ook niet. Dus alles maar weer terug gehaald. En net op tijd, want we gíngen. Zonder ervaring, pionieren, zoeken naar mogelijkheden.”

Links: Bezoek van BDL luitenant-generaal Manderfeld aan Villafranca, in gesprek met Berlijn (aan tafel) met staand rechts Vogelpoel. Rechts: Onder begeleiding van Vogelpoel en Berlijn (linksvoor) bezoekt een delegatie van de Tweede Kamer Villafranca in juni 1993.
Hellhound Air Command was de bijnaam van het Twenthe detachement.

Imago

De Veiligheidsraad van de Verenigde Naties (VN) neemt op 31 maart 1993 resolutie 816 aan waarmee het vliegverbod vanaf 7 april desnoods met geweld mag worden afgedwongen: operatie Deny Flight. “We mochten er van tevoren nog geen ruchtbaarheid aan geven, maar we hadden bepaald dat chef-vliegdienst overste Dick Berlijn als detachementscommandant zou gaan en niet Tiggelman als C-315. Die zou in eerste instantie op Twenthe blijven om de achterblijvers niet helemaal als zodanig te laten voelen.”

En dan komt het telefoontje: ‘bereid je maar voor op het ergste; het wordt Villafranca.’ “Ghedi bijvoorbeeld was veel beter uitgerust. Maar, we gaan.” Een pre party gaat op 4 april per F27 op verkenning en treft een niet al te beste baan aan, geen accommodaties en er is veel gedoe met hotels waar het personeel ondergebracht moet worden. “Het benodigde budget gaf wel irritatie bij de Staf Bevelhebber der Luchtstrijdkrachten net als het imago: de KLu opereert vanuit hotels, de rest van de krijgsmacht uit tenten. Maar het vliegbedrijf gaat dag en nacht door, dus is slapen op de basis er niet bij. Daarbij hád de KLu simpelweg geen legeringstenten. Het budget werd gelukkig bij het 2e detachement wel goed geregeld.”

De Italiaanse toestemming om met F-16’s te landen op ‘Villa’ laat evenwel op zich wachten, terwijl de VN een deadline heeft gesteld dat ze op 14 april operationeel moeten zijn. “Na een paar dagen heb ik de gok genomen: met een handvol F-16’s zijn we vertrokken, via België en Frankrijk, Sidewinders aan de vleugels. Na aandringen komt in de tussentijd de toestemming. ‘Wanneer zijn jullie er?’, luidt de Italiaanse vraag. ‘Over een kwartier!’, is ons antwoord. ‘Wát?!...’”

Links: het ‘Twenthe-detachement’ bestaat voor 1/3 uit personeel en RF-16’s van het 306 Squadron. Rechts: 12 april 1993, tweede paasdag vertrekt een F-16 voor een trainingsvlucht vanaf Villafranca.
CAOC 5 bevindt zich in het gebouw van 5 ATAF in Vicenza.

‘Nee’ zeggen

Vogelpoel zelf vertrekt op 10 april met de auto voor 14 dagen naar Vicenza om als hoofd van het liaisonteam te kijken naar het hoe en wat. “En half jaar later kwam ik terug… Dat was wel bijzonder, ja. Onze vliegtuigen werden ‘gechopped’, wat betekent dat we de zeggenschap erover overdragen aan de directeur van Combined Air Operations Center (CAOC, red) 5. Om te weten wat er dan gebeurd, moet je er bij zijn en blijven, realiseerde ik me daar. Toen kwamen wij als KLu bijvoorbeeld ook voor het eerst met de ‘red card holder’ in aanraking; iemand moet ‘nee’ kunnen zeggen als de opdracht tegen de Nederlandse regels ingaat. Dat was bijvoorbeeld nodig toen we ook ’s nachts moesten gaan vliegen. ‘Doen we nu niet, want daarvoor zijn we nog niet voldoende getraind’, gaf ik aan. En dan moet je tegen Amerikaanse generaals toch wel een beetje gewicht in de schaal kunnen leggen. Den Haag vond dat ik dat moest zijn.”

Werkpaard F27 brengt bijvoorbeeld 2 ALQ-131 storingspods, fungeert even als achtergrond voor een groepsfoto van bewakingspersoneel en onderhoudt simpelweg een life line met Nederland.
Het logo van 5 ATAF in Vicenza.

‘It’s a go!’

Op 12 april zijn de Nederlandse F-16’s de eerste die de het luchtruim van Bosnië binnenvliegen. “De start verliep niet geheel vlekkeloos. Diverse CAP’s hingen klaar voor de grensoversteek en wachtten op het codewoord. Dat werkte echter niet, waarna ineens vanuit het CAOC klonk: ‘It’s a go!’ Dat vergeet ik nooit meer.”

Het pand in Vincenza waar Vogelpoel komt te werken ziet er zogezegd ‘niet uit’. “Overal liepen kabels door gangen en aan het plafond. Het was een bende. Maar ik was er om de boel in gang te zetten en dat deed ik. Je merkte dat alles traag ging, over veel schijven en via een lange route, want uiteindelijk besliste de VN in New York.”

Waar Vogelpoel zich vooral met de bevelvoeringslijn bezighoudt, regelt Berlijn ondertussen alles qua operaties op Villafranca. “Vanuit Vicenza ondersteunde ik hem waar mogelijk bij bijvoorbeeld hotels, financiën, maar ook de mogelijk tot een repatriëring per F27. Dat laatste was zelden nodig, maar het vormde voor het personeel een geruststellende gedachte.” Voor de internationale operaties houdt Vogelpoel zich onder andere bezig met standaardisatie van de procedures maar ook met Search and Rescue. “Je moet toch een flink stuk over zee vliegen.”

Fotoverkenningsmissies zijn volgens de C-306, destijds overste Jaap Willemse, de gevaarlijkste missies. Grootste gevaar is de Servische luchtverdediging. Het werk van 306 lag in het begin van Deny Flight onder een ongunstig gesternte door een niet duidelijke communicatie over de aan te houden vlieghoogte.
De 2 vliegers die als eerste boven Bosnië vlogen, kapiteins Verf en Sieswerda, worden na hun eerste vlucht op 12 april opgevangen door DO generaal-majoor Breeschoten.

Kogel door de kerk

Start van de vliegoperaties is Clear Weather Intercept (CWI), luchtverdediging overdag in Combat Air Patrols boven Bosnië. Voor de 6 meegestuurde fotoverkenners van het 306 Squadron bestaat niet al te veel werk en na 3 maanden worden ze vervangen door evenzoveel ‘interceptors’. “Vanuit het CAOC mochten we niet laag vliegen vanwege de dreiging vanaf de grond en voor de impact op de bevolking. Dat was van tevoren niet duidelijk gesteld. En 306 opereerde met de Orpheus-fotoverkenningspod nu eenmaal vanaf lage hoogte. Dat was best een pijnlijke en lastige kwestie. Toen Directeur Operaties generaal Breeschoten op bezoek kwam, ging uiteindelijk de kogel door de kerk: de fotoverkenners terug naar Nederland en Twenthe levert 6 extra F-16’s. Heel vervelend, voor het personeel van 306 in het bijzonder, maar ook op Villa bleef dat gevoel een tijd hangen.”
Inzet van de vliegers is eenzijdig en al snel wordt duidelijk dat andere vaardigheden achteruit gaan zonder training. “We hadden bedacht het hele detachement 6 maanden in Italië te houden, maar daar kwamen we dus op terug. Tegen de geldende regels in hebben we na 3 maanden de vliegers gerouleerd, zodat ze thuis de training weer konden oppakken. Volkel-vliegers kwamen ter aanvulling en vlogen op Twenthe-kisten. Geen probleem.”

Van Beyond Visual Range-raketten is nog geen sprake. F-16’s zijn standaard voorzien van 4 AIM-9L Sidewinders. En werken op de flightline in de Italiaanse zon kan best vermoeiend zijn.
De Detco heeft het duidelijk op het bord gezet. De prestatie, uitgebeeld in het aantal van op dat moment 3042 vlieguren, is alleen mogelijk door als team te werken. Foto: Arno Marchand

‘Top of the bill’

Vliegen de F-16’s dus eerst alleen overdag CWI, later komt daar Close Air Support (CAS) bij. “In die periode ontstond het inmiddels standaardconcept ‘swing role’; tijdens een missie beide taken kunnen uitvoeren; luchtverdediging en grondaanvallen. En operaties zijn niet ongevaarlijk. In het begin kwamen we nog helikopters tegen, maar amper gevechtsvliegtuigen. Maar al vlieg je op een redelijke hoogte, onderschat nooit het gevaar.”
Mede door het een keer meevliegen van een Amerikaanse CAOC-generaal – zodat hij in de praktijk ervaart hoe Nederland zijn missies uitvoert – is de beeldvorming over de KLu-inzet zeer positief. “‘Top of the bill’ gaf hij aan. Wat niet allemaal even goed verliep, was de verstandhouding tussen diverse generaals onderling aan de CAOC- en de VN-kant. Het heeft me verbaasd dat dat niet anders kon.”

Na in de Golfoorlog tevergeefs F-16’s te hebben aangeboden, doen die nu boven Bosnië goed werk. Uiteindelijk leveren 10 NAVO-lidstaten vliegtuigen en personeel, voor patrouilles boven Bosnië, dat op zo’n 600 kilometer van Villafranca ligt.

2 handen op 1 buik

“Maar het verbaasde me evenzeer dat ons detachement uiteindelijk zo soepel is verlopen. Best trots om zo het spits te mogen afbijten, waarmee we de basis voor het toekomstig luchtmachtoptreden hebben gelegd. Met Berlijn was ik 2 handen op 1 buik. Hij zorgde voor Villa. Ik was daar minimaal 1 keer per week. Dan bespraken we wat er speelde en dat pakte hij of ik op. Het was een dynamische tijd waarin alles in elkaar paste. Het was het startpunt van een andere manier van denken en werken. Door de jaren heen is de luchtmacht in dit soort operaties gigantisch vooruitgegaan. Wat wij toen deden, was pionieren. Maar, we déden het.”

Voor CAS koos de luchtmacht bewust voor ongeleide MK.82’s, waarvan iedere F-16 er 6 bij zich had. Minder nauwkeurig maar de afwijking was bekend. Precisiewapens, zo bleek tijdens de Golfoorlog, wijken soms van hun pad af en hebben dan een veel grotere marge.

Tekst: Arno Marchand
Foto's: uit archief Nederlands Instituut voor Militaire Historie