01

Dit artikel hoort bij: de Vliegende Hollander 05 | 2018

Jongensdroom of zakelijke keuze

x
Foto boven: Een trio Talons boven Texas. Sheppard AFB ligt op 2 uur rijden Noord Westelijk van Dallas. Met gemiddeld 240 missies per dag is de basis het drukste militaire vliegveld van Noord-Amerika.

Nieuwe route op vliegeropleiding Sheppard AFB

Tientallen jaren was de route voor aspirant-vliegers die naar Sheppard Air Force Base gaan een bekende. Na selectie bij de Elementaire Militaire Vlieger Opleiding (EMVO) op Woensdrecht en het doorlopen van de opleiding in Amerika, werd je jachtvlieger op de F-16. In die zekerheid kwam een paar jaar geleden verandering. Vliegers die nu na de EMVO doorgaan naar Sheppard, worden in de tweede fase van de opleiding geselecteerd voor óf jacht- óf transportvlieger.

De vormen van de Pilatus PC-7 zijn duidelijk herkenbaar in de Beechcraft T-6A Texan II. Die is dan ook afgeleid van PC-9, de grotere broer van de PC-7.
De 80 Flying Training Wing is de gastheer van de ENJJPT waaraan 14 NAVO-landen deelnemen.

De Euro NATO Joint Jet Pilot Training, afgekort ENJJPT, is ondergebracht bij de 80th Flying Training Wing op Sheppard AFB. Deze Amerikaanse eenheid is op zijn beurt onderdeel van het Air Education and Training Command van de USAF. Naast Amerikaanse luchtmachtvliegers, doorlopen hier ook toekomstige NAVO-vliegers het programma. Voor Nederland bestaat het vaste detachement uit gemiddeld 8 vlieginstructeurs, met aan het hoofd een detachementscommandant die tevens Senior National Representative (SNR) is.
De Nederlandse aspirant-vliegers, waarvan er meestal zo’n 10 op Sheppard aanwezig zijn, starten in de eerste fase met de zogeheten academics. Na afronding beginnen ze in fase 2 met de basic pilot training op de Beechcraft T-6 Texan II, waarop de vliegers in spe na 15 vluchten solo gaan.

Waar studenten vroeger wisten dat er bij succesvolle afronding van de opleiding een F-16 plek voor hen wachtte, is dit toekomstbeeld nu geen gegeven meer. Ook transportvlieger behoort tot de opties.

Dollar ride

De Nederlandse vlieger kapitein Jan Huib werkt al 3,5 jaar bij de ENJJPT en is sinds anderhalf jaar flight commander en instructor pilot (IP) op de T-6A bij het 89 Flying Training Squadron, 1 van de 2 Texan-eenheden van de 80th FTW. “Elk squadron bestaat uit 4 flights die elk gemiddeld 12 studenten opleiden. Dit aantal is vanwege het tekort aan vliegers nu wel opgeschroefd naar 14.” In de eerste vlucht, ook wel ‘Dollar ride’ genoemd, vliegt de instructeur en krijgt de student een idee wat vliegen op de T-6A inhoudt. De tweede vlucht doet de IP elk onderdeel één keer voor en dan is het de beurt aan de aspirant-vlieger. De daaropvolgende vluchten staan allemaal in het teken van toewerken naar de eerste solovlucht en wordt elk onderdeel afgesloten met een check ride.
In deze T-6 periode vindt bij hen de selectie plaats voor F-16 of luchttransport, dé grote verandering in het Sheppard-traject. Jachtvliegers vervolgen na fase 3 en de Introduction to Fighter Fundamentals op Sheppard, hun traject op Tucson International Airport (IAP). Geselecteerde luchttransportvliegers gaan naar Naval Air Station Corpus Christi voor hun meermotorige vervolgopleiding.

De 80 FTW beschikt over ongeveer 200 T-6 Texans en T-38 Talons en telt 5 squadrons: 2 met de T-6A en 3 met de T-38C. Daarnaast heeft de wing een reservesquadron dat ervaren instructeurs levert voor het ENJJPT programma.

Team players

De onduidelijkheid over hoe de vervolgopleiding eruit ziet, doet zeker iets met de studenten. “Het creëert voor hen een onzekerheid die gepaard gaat met een gezonde portie stress”, zegt SNR luitenant-kolonel Filip Lindeman. Ze weten dat er competitie is en het is aan hen om die uitdaging positief vorm te geven, door als een team te blijven werken en elkaar tijdens de opleiding te ondersteunen. “Wij kijken bij de selectie jacht- of transportvlieger natuurlijk naar karaktereigenschappen en de capaciteiten van de studenten, al zoeken wij voor beide trajecten team players”, vervolgt Lindeman. “Als jachtvlieger zit je weliswaar alleen in de cockpit, maar je werkt nog steeds in een team: een formatie van 2, 4 of meer fighters, de crewchief met wie je samenwerkt, enzovoort. Daarbij zijn wij als instructeurs erg alert op groepsinteractie; wordt een zwakkere broeder in de steek gelaten, om de eigen ‘voorsprong’ te behouden, of helpt de gehele groep om samen aan de eindstreep zo hoog mogelijk te scoren? Studenten weten dat wij daarop letten.”

Toekomstige jachtvliegers stromen na de 2e fase op de T-6, door naar de fase 3 en daarmee op de Northrop T-38C Talon.

Geen gelopen race

Hoe de individuele studenten naar de verschillende vervolgtrajecten kijken, is sterk afhankelijk van de eigen wens en motivatie. Wilde je altijd al jachtvlieger worden, dan zal je je met minder belangstelling en enthousiasme oriënteren op een traject als transportvlieger, en andersom. Lindeman: “Met name als binnen een klas enkele studenten hun voorkeur voor luchttransport uitspreken, zie je bij de mannen die jachtvlieger willen worden vaak opluchting. Maar ik maak ze direct en overtuigend duidelijk dat de race nog niet gelopen is. Selectie aan het eind van fase 2 is primair gebaseerd op kwaliteiten en geschiktheid. Voorkeur speelt een secundaire rol. Het kan dus gebeuren dat een student met voorkeur voor luchttransport toch voor het fighter-traject geselecteerd wordt.”

De Nederlandse IP’s zien bij hun Amerikaanse collega’s dat hun leerlingvliegers die direct na hun initiële opleiding op de T-38 doorstromen naar de F-35, geen problemen ondervinden.

Jongensdroom of zakelijke beslissing?

Want was vroeger de reden voor aanmelden voor de vliegeropleiding vooral een jongensdroom, vandaag de dag is het regelmatig ook een zakelijke beslissing. Lindeman: “Wij zien een toename van kandidaten die zich al aan het voorbereiden waren op een carrière in de burgerluchtvaart. Vaak zijn dit de studenten met een luchttransportvoorkeur, die de jaren bij de KLu als een opstap zien naar de civiele luchtvaart. Dit is een natuurlijk verloop waar wij als KLu met onze vliegerplanning rekening mee houden. Ook zien we dat steeds meer aspirant-vliegers aan de opleiding beginnen nadat zij al een academische opleiding hebben afgerond. Je zou dus kunnen concluderen dat de jongensdroom nog steeds leeft. Maar dan wel heel zakelijk, met een alternatief achter de hand, mocht men de vliegopleiding niet halen, of voor een andere carrière na het beëindigen van het KLu-contract.”

Vliegen gebeurt grotendeels doordeweeks van zonsopgang tot zonsondergang. In de avond en weekenden vinden kleinere aantallen vluchten plaats.

Aanhouder

Luitenant Bart, net gestart met de derde fase op Sheppard, is zo’n voorbeeld van een aspirant-vlieger die zijn jongensdroom naleeft. Een aantal jaar geleden doorloopt hij de selectieronden, maar krijgt hij te horen dat er geen plekken zijn. Hij begint aan de studie Bedrijfskunde en gaat na afronding ervan aan het werk. Als hij in 2014 hoort dat de KLu op zoek is naar jachtvliegers, aarzelt hij geen moment en zoekt hij opnieuw contact. En met succes, want in maart krijgt hij op Sheppard te horen dat hij is geselecteerd voor het traject voor F-16 vlieger. “Het is voor mij echt een jongensdroom die uitkomt.”

Na afronding van fase 3 krijgen studenten een eerste inleiding in het doen van luchtgevechten, de Introduction to Fighter Fundamentals. Ook daarvoor gebruiken ze de T-38.
Embleem van de 80th Flying Training Wing.

Sneltrein

Net als fase 2 start 3 met academics, gevolgd door het vliegen. Deze fase lijkt op de vorige, maar de aspirant-vliegers ronden het theoretische deel sneller af en gaan al na 9 vluchten solo op de Northrop T-38C. “Hier stap je echt op een sneltrein”, geeft Bart aan. “Het programma staat vast en het is echt rennen.” Het samenspel in de groep is belangrijk en hierop sturen de instructeurs; elkaar helpen, om zo het beste resultaat als klas te behalen, staat voorop. “Planning is belangrijk en dus ook het rekening houden met onvoorziene situaties”, vervolgt Bart. “Het mooie is dat je na afronding van een onderdeel, bijvoorbeeld op de simulator het volgende onderdeel al kunt trainen.”
Haalt Bart deze derde fase, dan rondt hij zijn opleiding op Sheppard af met de Introduction to Fighter Fundamentals van ongeveer 2 maanden. Na dit intensieve programma stroomt hij door naar het ‘Nederlandse’ 148th Fighter Squadron op Tucson International Airport, voor de vervolgopleiding op de F-16.

In alle fases van de opleiding vormt de simulator een onmisbaar leselement waarin niet alleen instructeurs lesgeven, maar ook (Nederlandse) leerlingen elkaar helpen zoals op deze foto’s.

5th Generation Fighter

Met de naderende introductie van de F-35A binnen de KLu, komt er over een paar jaar op Sheppard nog een verandering bij. Dan volgt namelijk de keuze voor F-16 of F-35. “Dat zal vanaf zomer 2020 beginnen,” geeft Lindeman aan, “maar daarvoor hebben we de criteria nog niet vastgelegd. En ook na 2020 zullen vliegers zeker nog 2 jaar doorstromen naar de F-16 opleiding op Tucson.”
Gezien de functie van de 5th Generation Fighters als sensorplatform wordt informatiemanagement wel steeds belangrijker. En je zou kunnen zeggen dat met alle elektronica het pure vliegen makkelijker wordt, maar de benodigde motoriek voor het vliegen blijft. Het DNA en karakter blijft hetzelfde, sterke persoonlijkheden met initiatief en doorzettingsvermogen. Team players met een goed analytisch vermogen en besluitvaardigheid. Die eigenschappen blijven voor een jachtvlieger onontbeerlijk. Ook in de toekomst.

De Koninklijke Luchtmacht ziet graag dat meer jongeren hun droom om militair vlieger te worden najagen. Maar tegelijkertijd leeft ook de indruk dat zij met name jachtvlieger worden zien als iets onbereikbaars. Daarbij laten ze zich mogelijk al bij voorbaat ontmoedigen een poging te doen om deze droom te realiseren. Vandaar dat de nieuwe wervingscampagne duidelijk wil maken dat de vliegers binnen de luchtmacht gewone mannen en vrouwen zijn. Iedereen die solliciteert met de juiste instelling en vooropleiding kan een carrière binnen de KLu starten.

Tekst en foto’s: Frank Visser, Northern Skies Aviation