04

Dit artikel hoort bij: de Vliegende Hollander 09 | 2017

Eerste hulp vanuit de lucht

Luchtmacht brengt ‘hurricane relief’ op getroffen Sint-Maarten 

x
Foto boven: Van het onder vliegtuigliefhebbers zeer bekende strand Maho Beach, ooit zo’n 15 meter breed, is niet veel meer over. Zie het verschil tussen de foto’s van 2013 en 2017.

Hals over kop vertrokken uit Nederland of Curaçao, verlenen diverse luchtmachters direct na orkaan Irma hulp op Sint-Maarten. De NH90 is met marineschip Zeeland op woensdag als eerste ter plaatse. Na 2 dagen vliegen komt vrijdagavond de 1e C-130 aan op Curaçao en start de volgende ochtend meteen met pendelen naar het getroffen eiland. Diezelfde dag arriveert Hercules nummer 2. Hieronder de ervaringen vanuit de NH90, C-130 en geïmproviseerde verkeerstoren tijdens de eerste week van de noodhulpverlening.

De NH90 in actie boven en op Sint Maarten en Saba. Inmiddels is Zr. Ms. Zeeland met de boordhelikopter geretasked naar Dominica, waar na Irma en José, Maria als volgende zware orkaan huishield. Ook hier komen alle capaciteiten optimaal tot hun recht.

‘je focust vooral rationeel op de haven, luchthaven en toegangswegen er naartoe’

NH90 goud waard

De orkaan Irma trok een verwoestend spoor over Sint-Maarten. Marineschip Zr. Ms. Zeeland stoomde al voor de orkaan op vanuit Curaçao om alle mogelijke hulp te bieden, met aan dek een NH90. De kist blijkt goud waard tijdens de eerste verkenningen en hulpverlening aan het gekneusde eiland. ‘Waar moet je beginnen?’, is het eerste wat mensen zich afvragen. Zo ook aan boord van de NH90, als de kist een halve dag na de orkaan als eerste boven Sint-Maarten hangt.
Luitenant ter zee 2OC Wouter, tactical coördinator van de NH90, zit eerste rang. “We vlogen 3 uur rond over de Bovenwindse Eilanden. De schade op Saba en Sint-Eustatius viel mee. Sint-Maarten was een grote ravage. Erg om te zien, maar je focust je vooral rationeel op locaties als de haven en luchthaven en de toegangswegen er naartoe. Voor onszelf zochten we alvast een landingzone om de mariniers een dag later te kunnen bevoorraden. Dat werd een sportstadion waarvan nog maar 1 van de 4 lichtmasten overeind stond.”
In de dagen die volgen vliegt de NH90 met watervoorraden naar Sint-Maarten, maar ook Saba. Verder krijgt koning Willem-Alexander een lift om hem een goed beeld te geven van bovenaf. Als een Defensiegezin op Sint-Maarten last krijgt van plunderaars, zorgt show of force van de NH90 dat de schelmen er vandoor gaan. Een dag later vangt de heli 4 inbrekers in het zoeklicht en kan de politie een aantal van hen inrekenen.
Tacco Wouter is al met al dik tevreden over de bijdrage die de flight crew met de helikopter kon leveren. “De NH90 is dan ook een supercapabel platform. En alle lof voor de technici én onze collega’s op de Zeeland; je doet het sámen. In zo’n situatie loopt iedereen nog iets harder. Je wilt echt zoveel mogelijk doen voor de getroffenen.”

C-130 copiloot 2e luitenant Niels: “Tijdens de landing zagen we bij Maho Beach mensen met koffers vlak voor de baan langs rennen. Op het vliegveld liep alles redelijk gecontroleerd. KMar, mariniers en luchtmobiel leiden samen alles in goede banen. Als je bij het vertrek om je heen kijkt, zie je echt hoeveel er verwoest is. Bij de haven ligt alles op z’n kant, auto’s op 1 hoop geslingerd.”
Foto: KLu

‘Sint-Maarten is er nu een erger aan toe dan na Luis in 1995 – het héle eiland ligt in puin’

Straalmotor

Met de C-130 goederen shuttelen die de KDC-10 en andere toestellen vanuit Nederland invliegen. Hercules-instructeur majoor Hans-Albert noemt het uitdagend werk. “Hulpverlening is een dimensie hoger dan ander werk. Je hebt nóg meer het gevoel dat dit er écht toe doet.”
Hij maakt ook de eerste landing met de C-130 op Sint-Maarten. “Ik wist wat ik kon verwachten door eerdere hurricane relief-vluchten. Maar wat ik nu zag was dubbel zo erg. Het is net alsof daar een grote bom is ontploft. Best wel indrukwekkend om te zien. Van tevoren zijn we goed geïnformeerd over status vliegveld. De Dash 8 van de kustwacht was er al geweest. Die vliegers vertelden ons hoe de situatie was.”
Hij kent Sint-Maarten heel goed. “Ik was ruim 3 jaar op Curaçao geplaatst bij het oude 336 Squadron en kwam er geregeld met de Fokker F-27 Maritime. En als je het dan nu ziet als je komt aanvliegen. Je schrikt. Ik ken ook de ravage na de orkaan Luis van 1995, maar nu is het eiland er een heel stuk erger aan toe. Alle huizen kapot, vliegtuigen op hun rug. Het héle eiland ligt in puin.
Evacuees aan boord zijn heel erg opgelucht dat ze het eiland kunnen verlaten. Een oudere man vertelde dat het was alsof er buiten een straalmotor tegen zijn betonnen huis stond te brullen. En ineens was het stil. Het oog van de orkaan. Dat duurde een uur. En daarna moet je het weer doorstaan. Ik ben blij dat we mensen hebben kunnen helpen.”

Op de heenweg naar Sint-Maarten vliegt de korte C-130 als vrachtkist, de verlengde in de combi uitvoering dus ook met passagiers. Op de terugweg zitten beide kisten vol met passagiers, hun bagage en dieren. Indien zonder bench, dan dieren tussen benen passagiers. Dit is een noodsituatie.

‘sommigen zijn echt alles kwijt – tegelijkertijd zijn ze opgelucht dat ze eindelijk weg kunnen’

Eindelijk weg!

Senior loadmaster sergeant-majoor Mike vangt op Sint-Maarten de passagiers op die met de C-130 naar Curaçao mogen vliegen. “Mensen zijn zó dankbaar dat ze daar weg mogen. Realiseer je dat je geen water, elektra en communicatie met de buitenwereld hebt. En mondjesmaat voedsel kunt verzamelen. Ze hebben er echt genoeg van om 5 dagen niet eens gewoon naar een toilet te kunnen. Het normale levenis totaal ingeklapt en op straat is het niet veilig. Het is daar gewoon overleven geweest.
Evacuees hebben misschien al dagen moeten wachten bij het vliegveld. Wij begeleiden hen naar het vliegtuig. Én hun huisdieren. In een bench of aan de lijn, maar zónder hen gaan ze níet van het eiland. Mensen houden hun koffer of tas krampachtig vast. Het is het laatste wat ze hebben. Als die toch niet mee kan in de C-130, kost het ze letterlijk veel moeite om los te laten. Maar gelukkig nemen we het dan op een volgende vlucht toch mee naar Curaçao. Je ziet de blik in hun ogen van ‘ik wil hier weg’, of heel afwezig. Verdoofd. Bij hen moet de klap misschien nog wel komen. Sommigen zijn echt alles kwijt. Tegelijkertijd zijn ze opgelucht dat ze eindelijk weg kunnen. We gaan! Zo blij!
Ik heb in de 9 jaar dat ik bij 336 zit al heel wat gezien. Ik ben gewoon blij dat ik iets voor ze kan beteken. Daar haal je waardering uit, al maak je dagen van 15 uur. Zonder probleem. Het is goed dat we hier zijn en met onze training kunnen we dit.”

De verkeerstoren is ook onbruikbaar, daarom opereren de luchtverkeersleiders tijdelijk vanuit het operator center, een lagere toren aan de andere kant van het vliegveld. Foto’s midden en rechts: KLu

‘overdag ondersteunen wij lokale luchtverkeersleiders – ‘s avonds nemen we hun werk over’

Slapen op bagageband, douchen in zee

Luchtverkeersleider kapitein Joost werd na Irma ingezet op het vliegveld van Sint Maarten. De eerste dagen bestonden voor hem en zijn collega Wielko vooral uit improviseren. “Er waren geen vrije veldbedjes op de luchthaven, alles lag vol met militairen”, zegt de luchtverkeersleider die normaliter op vliegbasis Leeuwarden werkt. “We zijn op de bagageband gaan liggen. Slaapzakje uitrollen en klaar. Voor een douche liepen we de landingsbaan over en namen we een duik in zee.” Inmiddels slapen de luchtverkeersleiders in een door de storm onbruikbaar geworden hotel.
De luchthaven ging een paar dagen na de orkaan open voor militaire vliegtuigen die evacuees van het eiland haalden en hulpgoederen afleverden. “In eerste instantie kreeg ik te horen dat er helemaal niemand was in de toren”, zegt de kapitein. “Maar toen wij hier maandag na de storm aankwamen waren ook de lokale luchtverkeersleiders weer aan het werk. Wij ondersteunen hen overdag. Hun radio's werken bijvoorbeeld niet, dus gebruiken we die van ons. 's Avonds nemen wij hun werk over. Verder zorgen we voor baanlampen voor als er na zonsondergang vliegtuigen landen, want de originele baanverlichting is verwoest.”

Alles wat in de buurt van Sint-Maarten kan komen, vliegt met hulpgoederen naar het eiland. Franse en Duitse A400’s, Franse Puma en civiele toestellen als Antonov An-12’s en een KLM Boeing 747.

Hoe ziet het vliegveld eruit?

Twee keer per dag landt een Nederlandse Hercules op het internationale vliegveld van Sint-Maarten. De landingsbaan is inmiddels brandschoon, maar daarmee is ook alles gezegd. Vertrekhallen zijn zwaar beschadigd en worden nog niet gebruikt. Buiten wachten mensen uren in de snikhete zon op hun verlossende vlucht het eiland af. Sommige vakantiegangers en bewoners zijn zelf naar het vliegveld gelopen, anderen met bussen of door mariniers vervoerd. Marechaussee, mariniers en luchtmobiel leiden alles aan de rand van het vliegveld in goede banen, doen veiligheidscontroles en maken volgens de richtlijnen die ze hebben afwegingen wie wel en (nog) niet mee mag. Gewonden, ouderen, vrouwen, kinderen en baby’s eerst. Luchtmachters werken hard om alle hulpgoederen uit de vliegtuigen naar de opslag te brengen. Hier nemen militairen van de Luchtmobiele Brigade het over; zij helpen bij de distributie van de spullen.

Tekst: Arno Marchand, luitenant ter zee 2OC (SD) Joost Margés, ritmeester Bianca Brasser
Foto’s: sergeant-majoor Gerben van Es