Dit artikel hoort bij: de Vliegende Hollander 09 | 2017
Samen sterk voor het zware werk
Lifeline van Eindhoven naar Sint-Maarten
Als orkaan Irma nog bezig is met haar verwoestende werk op Sint Maarten, rinkelt op woensdag 6 september ‘s avonds de – spreekwoordelijke – alarmbel op vliegbasis Eindhoven. De voorwaarschuwing luidt: houd rekening met 1 of meer vluchten richting Curaçao. Dan gaan op veel Eindhovense afdelingen de raderen draaien. Minder dan 24 uur later vertrekken al een KDC-10 en de eerste C-130 naar het getroffen Caribisch Gebied, zo vol als mogelijk met mens en materieel. Een verslag van de eerste dagen op Eindhoven en Curaçao.
‘onduidelijk hoe alles precies gaat verlopen – we rekenen op 138 zeecontainers met onder andere 250.000 voedselpakketten’
De avondzon spiegelt nog net in de glimmend zilveren tankauto’s van Curoil, de Curaçaose oliemaatschappij. Ze rijden af en aan op de platformen waar de KDC-10 van het 334 en 2 C-130’s van het 336 Squadron staan. Niet voor het eerst of laatst, want de – inmiddels – 2 Herculessen vliegen af en aan naar Sint-Maarten en de KDC-10 heen en terug naar Nederland.
Daar start een paar dagen eerder de grootscheepse noodhulpoperatie voor het zwaar getroffen eiland. Goederen worden uit heel het land aangeleverd per vrachtwagen. Op Eindhoven maakt cargo handling van het 940 Squadron het luchtvracht-gereed. “Op woensdagavond maakten we een assessment: wat kunnen we aanbieden?”, vertelt kapitein Cyriel Poelen, Hoofd Handling. “Je maakt voor het personeel een plan als je grosso modo weet wat er gaat binnenkomen en wanneer. Maar op dit eerste moment is alles nog onduidelijk hoe het gaat verlopen. We rekenen nu op 138 zeecontainers met onder andere water en 250.000 voedselpakketten. Dat verdelen we hier over 1.377 pallets. Mooi om dit te doen. Je creëert het wij-gevoel; dat we als krijgsmacht echt een goede bijdrage kunnen leveren.”
‘toevallig was de KDC-10 meteen beschikbaar, dus het was inladen en gaan’
Belletje
Als de avond valt, vertrekt eerst de C-130, een uur later gevolgd door de KDC-10. Die vliegt in ruim 9 uur rechtstreeks naar Curaçao. De C-130 doet dat in 2 etappes van ruim 9 uur en maakt een tussenstop op de Kaapverdische Eilanden. “Het toestel vliegt met een enkele bemanning en heeft daarom daar een aantal uur crew rest”, legt Hoofd Bureau Current Ops kapitein Rob uit. “De KDC-10 kan niet landen en lossen op Sint-Maarten, dus daarom moet de C-130 mee. Ook een C-17 staat al op de planning, voor zaterdag.”
“Toevallig was de KDC-10 meteen beschikbaar”, zegt copiloot majoor Ralph. “Hij stond op Eindhoven voor Link16-testen, dus het was inladen en gaan. Zelf kreeg ik vandaag pas om 14:00 uur een belletje of ik meekon. De crew werd namelijk verdubbeld in verband met de lange vliegduur en het doorvliegen naar Bonaire, want we kunnen de eerste nacht niet op Hato blijven. Halverwege de vlucht hebben we de bemanning gewisseld.”
José
“Zowel de KDC-10 als de C-130 nemen de standaard zuidelijke route naar Curaçao”, zegt ops-kapitein Rob, tevens copiloot op de KDC-10. “Op die manier ontwijken ze de 2e orkaan José die zich op de Atlantische Oceaan ontwikkelt. Ze hoeven dus niet om te vliegen.” De C-130 passeert het gevaarte 100 mijl ten oosten van Guadeloupe, op 200 mijl afstand. “José beweegt naar het noorden en wij naar het westen”, verduidelijkt Hercules-copiloot tweede luitenant Joost. “De weather briefing gaf aan dat we er geen last van zouden hebben en dat klopte. Het was een rustige vlucht en heel helder met een ¾ maan. Maar we hebben ‘m wel gezien op de radar en gezocht met onze NVG’s. En gevonden!”
Baan
C-130 gezagvoerder majoor Darryl weet op het moment van landen op Hato nog niet exact hoe de baan op Sint-Maarten er bij ligt. “We zijn op alles voorbereid, hebben nachtzichtapparatuur bij ons en we zouden Cargo Drops kunnen doen”. Die blijken niet nodig, want de baan op het zwaar getroffen eiland ligt er op een zandlaag en het ontbreken van vaanverlichting na, goed bij. “Met 6 lampen kun je de baan al goed markeren en zouden we dus ook ’s avonds vluchten kunnen maken.”
Sorry
Medewerkers luchtvracht korporaal 1 Vincent en collega Stan zijn nu op Curaçao, maar waren donderdag in Nederland al druk met het verwerken van luchtvracht. “250.000 voedselpakketten kun je niet zomaar in een vliegtuig schuiven”, geeft Stan aan. “Die moeten eerst op een pallet en vervolgens met 4 pallets op een vliegtuigplaat. Plastic en netten eromheen, zodat het luchtvracht-gereed is.” “We werken hier met 3 ploegen”, legt Vincent uit. “De eerste startte om 10 uur ’s avonds en daarna iedere 8 uur een nieuwe ploeg.” Werk doen ze in de halfopen hangar van de Kustwacht. “Die voldoet prima om ons proces volgens de regels te kunnen doen”, zegt teamleider luchtvracht sergeant-majoor Tom. Maar dan: “Sorry, we moeten gaan, de volgende C-130 komt eraan”, en gedrieën stuiven ze de hangar uit.
‘heel speciale inzet, ad hoc mensen helpen’
‘En we gaan nog niet naar huis’
“Goed te doen hoor. De wind is gelukkig iets terug en dat scheelt”, zegt avionicaspecialist sergeant 1 Peter op de vraag of de 35 graden warmte en 99% luchtvochtigheid hem parten spelen. Er komt heel wat bij kijken om een Hercules hier te krijgen. “De kist staat hier niet 1, 2, 3. En ben je geland, dan moet-ie bijna meteen weer weg. Maar ze houden zich goed.” Het was best lastig om het team rond te krijgen, want divers personeel zat in Spanje voor een oefening met de C-130. Peter: “We hebben vrijwilligers gevraagd en gevonden. Maar dit is dan ook een heel speciale inzet. Ad hoc mensen helpen.” ‘Hulpverlening is een heel ander gevoel’, is doc chief sergeant-majoor Stephan met hem eens. Beiden werkten eerder voor Defensie op Curaçao. “We weten nog niet hoe lang we nu hier blijven. In eerste instantie hebben we ingestoken op een week, maar het kan maar zo langer duren.” Goed gehumeurd loopt hij daarna naar de C-130’s, zingend: “And we are not going home, not yet, not yet.”
Tekst: Arno Marchand
Foto’s: sergeant-majoor Maartje Roos