02

Dit artikel hoort bij: de Vliegende Hollander 04 | 2017

Voor het zware werk

x
Foto boven: korporaal Jasper Verolme

C-17 brengt laatste Chinook uit Mali thuis

Scroll naar beneden voor de video

Met een harde dreun landt de C-17 Globemaster III op de dirt strip van Gao in Mali. De bagage die stevig aan de vloer is vastgebonden, zwiept naar voren en passagiers worden in hun stoeltjes gedrukt. De motoren doen hoorbaar hun best; anders dan bij ieder ander vliegtuig geeft de C-17 extra gas bij de landing om een luchtkussen onder de vleugels te creëren. Zo laat het reusachtige transportvliegtuig direct zien waarin het goed is: tactisch landen op een extreem korte landingsbaan.

De 53 meter lange C-17 landt op een dirt strip in Mali omdat niet elke asfaltlandingsbaan de zwaargewicht houdt.

De crew die niet betrokken is bij de landing, lijkt het heen en weer geschud niet te deren. De mannen lezen rustig verder in hun boek, kijken met de ogen half open naar hun tablet of dopen nog een stukje brood in hun opgewarmde bakje noodles. Een landing op de stoffige strook aangestampte woestijngrond is niet de meest comfortabele. Ook niet voor het strategisch transportvliegtuig: door steenslag en stofinname kan de schade bij elke landing oplopen tot $10.000. Maar dat is niet voor niets: de C-17 brengt de laatste van 3 Chinook-transporthelikopters na 2,5 jaar inzet in missie Minusma, naar huis.

Op de heenreis mogen Nederlandse militairen plaatsnemen op stoeltjes die nog het meest lijken op hangmatjes. Als zij de C-17 verlaten, heeft de crew binnen no-time de stoeltjes opgeborgen in kleine pakketten die aan de laadklep worden bevestigd.

De crew bestaat deze trip uit 7 Amerikanen, een Noor, een Zweed, een Pool én een Nederlander: squadroncommandant luitenant-kolonel Peer Geelen. De C-17 is afkomstig van de Heavy Airlift Wing op Pápa Airbase in Hongarije, waarin Nederland en 11 andere landen zich hebben verenigd. Jaarlijks kopen zij uren in voor gebruik van de 3 toestellen. Geelen: “Die uren zijn duur en schaars, dus we gebruiken ze tot op de laatste seconde. Zonder lading vliegen zou zonde zijn; afhankelijk van het transport kost het vliegen $15.000 tot $40.000 per uur.” 

Foto onder: korporaal Jasper Verolme

Daarom zet de C-17 op de heenweg 73 Nederlandse militairen af voor rotatie. Terwijl de militairen in Bamako het vliegtuig verlaten, blijven de motoren draaien. Geelen: “Dit vliegtuig zie je van kilometers afstand staan en in een dreigingsgebied wil je niet te lang blijven hangen.” Voor kleiner transport wordt de C-17 niet ingezet. “Je gaat ook niet met je 18-wieler boodschappen doen, dan pak je even je Fiatje”, geeft de commandant aan. “De C-17 is er voor het zware werk. Tenzij je haast hebt. Hij is namelijk wel een stuk sneller dan bijvoorbeeld de Hercules. Wij vliegen in 1 dag op en neer naar Afghanistan.”

Na de landing houden HAWCS’ de omgeving in de gaten. Als de zon onder is, gebruiken ze nightvision goggles.

Binnen 20 seconden staat de zwaargewicht helemaal stil. “These breaks work really well”, grapt de Amerikaanse vlieger over de intercom naar zijn collega’s. 2 HAWCS’ (Heavy Airlift Wing Combat Security) turen naar buiten door de 6 kleine raampjes in het laadruim. Zulke beveiligers gaan alleen mee in risicogebieden. “Voor we in dreigingsgebied landen, geven we iedereen een final force protection briefing en bereiden we ons voor: wapens, uitrusting en communicatiemiddelen moeten in orde zijn”, vertelt Otto, een HAWCS afkomstig uit Noorwegen.

Druk overleg in de cockpit, vlak voor de landing op Gao. Via de intercom houdt iedereen contact met elkaar. Crewleden noemen elkaar bij functie. “Namen kunnen verwarrend zijn omdat we met wisselende crews werken, de functies kent iedereen”, verduidelijkt Geelen.
Speciaal overgekomen uit Nederland; luchtmachtbrandweer ter ondersteuning van de komst van de C-17. Foto: korporaal Jasper Verolme

Als de laadklep zich uitvouwt en de zijdeuren openen, blazen de nog draaiende motoren wat rood woestijnzand de ‘buis’ binnen. 7 brandweermannen met 2 Actros brandweerwagens, de technische dienst van Gilze-Rijen én natuurlijk de Chinook wachten de C-17 in de hitte op. De brandweermannen hoorden pas een week geleden dat hun inzet werd verwacht in Gao. “In een uitzendgebied is er altijd extra risico, vandaar onze verplichte aanwezigheid”, legt bevelvoerder sergeant 1 Henry uit. “Voor ons zijn dit de mooiste klussen. Straks zien we de Chinook in het transportvliegtuig verdwijnen: dat is toch machtig?”

Een Chinook in een C-17 vervoeren. Het past net. Zien hoe dat gaat? Bekijk dan deze clip:

Terwijl de vliegers het vliegtuig langzaam op de juiste plek zetten in Gao gaan de deuren en laadklep open. Zo is het grote temperatuurverschil al gauw voelbaar: na een koude vlucht tikt de thermometer in Mali de 50 graden Celsius aan.

“Hadden jullie ‘m niet even kunnen afstoffen”, vraagt Hans lachend, terwijl de Zweedse technicus van de C-17 zijn vinger langs de zijkant van de Chinook haalt. “Tegen het woestijnstof is niet op te poetsen”, vertelt de Nederlandse technicus sergeant-majoor Jeroen. “De motoren hebben we afgedekt met zakken om ze te beschermen tegen het zand.” De TD’er van de Chinook vliegt mee terug naar Nederland en helpt de loadmasters bij het vastzetten van het luchttransport. “Voor ons is het best een bijzondere klus. De helikopter moet straks exáct passen.”

Terwijl technici de C-17 inspecteren, rijden de loadmasters de Chinook met beleid naar binnen. Onder de laadklep liggen houten planken, zodat de klep niet beschadigt.
Het redeployment element zorgt ervoor dat de Apaches en Chinooks reisklaar voor de C-17 worden afgeleverd. Foto: korporaal Jasper Verolme

Technici gebruiken de tijd op de grond om de C-17 grondig te inspecteren. “Eerst check ik of we geen vogelschade hebben”, vertelt Hans. “We hebben altijd reserve-onderdelen aan boord, maar een vogel in de motor kan zomaar 3 dagen vertraging opleveren. Voor deze landing in Gao hebben we dit keer ook reservebanden bij ons. We zorgen dus heel goed voor haar,” zegt hij met een glimlach, “want het vliegtuig is altijd een vrouw.” Toch is het vaker de software dan de hardware die het af laat weten, weet Geelen. “Het is een digitaal ontworpen toestel; alles is aan elkaar verbonden met databussen. Dat heeft grote voordelen, maar ook nadelen. Als 1 onderdeel niet werkt, kun je het hele vliegtuig niet gebruiken. Soms werkt even aan- en uitzetten al eenvoudigweg. Dan resetten we het toestel.”

Om zo ongezien mogelijk Mali te verlaten, dooft de bemanning de binnenverlichting. In plaats daarvan vliegt de C-17 weg met rode nachtverlichting. Als de C-17 vliegt in een dreigingsgebied, dragen de vliegers standaard een helm.

Met uiterste precisie trekken de loadmasters en het onderhoudsteam van de Chinook de helikopter richting het vrachtruim van de C-17. Bij zonsondergang tikt de thermometer nog zo’n 40 graden aan. Met zweetdruppels op het voorhoofd legt de Amerikaanse loadmaster Chris de houten planken onder de laadklep recht. Om het vliegtuig in balans te houden, moet de Chinook exact op de juiste plek staan. Na 2,5 uur staat elk wiel vastgeketend aan de vloer van het laadruim, maar Chris is niet volledig tevreden. “En dan doen we alles gewoon opnieuw”, stelt hij terwijl hij de kettingen losmaakt en aan andere ogen in de vloer haakt. 1,5 uur later kan de C-17 met de bijzondere vracht aan boord opstijgen.

De loadmasters maken de kettingen los, als de Chinook niet exact op de juiste plek in de C-17 blijkt te staan. Wanneer de klep sluit, neemt de 16 meter lange Chinook bijna het hele vrachtruim in beslag.

Tijdens een tussenstop op Bamako krijgt de Globemaster meer brandstof. “De C-17 kan alleen al aan brandstof het gewicht van anderhalf volledig beladen C-130 meedragen”, vertelt Geelen. Na een stop van een paar uur vliegt de commandant de Chinook terug naar huis: Woensdrecht. Daar krijgt de transporthelikopter een inspectie en een flinke onderhoudsbeurt. “In equipment blinkt de C-17 uit”, stelt Geelen. “Zij heeft oneindig veel configuraties en mogelijkheden en is heel manoeuvreerbaar: ze vliegt heel gemakkelijk en licht. In de cockpit zit ik in mijn eigen bubbel. Ik heb eigenlijk nooit het idee dat er zoveel achter me hangt. Pas als ik na afloop kijk, denk ik: wow, er zit nog 50 meter vliegtuig aan. Ik vind het nog elke keer ontzettend gaaf.”

Als de C-17 vliegt in een dreigingsgebied, dragen de vliegers standaard een helm. Om zo ongezien mogelijk Mali te verlaten, dooft de bemanning de binnenverlichting. In plaats daarvan vliegt de C-17 weg met rode nachtverlichting.

Heavy Airlift Wing en C-17

Nederland neemt samen met elf andere landen deel aan het internationaal samenwerkingsverband Strategic Airlift Capability (SAC). Hierin participeren tien NAVO-landen: Bulgarije, Estland, Hongarije, Litouwen, Nederland, Noorwegen, Polen, Slovenië, Roemenië en de Verenigde Staten. Ook Partnership for Peace-landen Finland en Zweden doen mee. De operationele tak van SAC, de HAW, beschikt over drie C-17 Globemaster III’s. De zware transporttoestellen wegen zo’n 130 ton en kunnen ongeveer 77 ton aan vracht vervoeren. Bemanning uit de 12 naties vliegen de C-17’s. Ieder land bepaalt zelf waarvoor zij de toestellen willen inzetten. Binnen de HAW is Nederland met 500 uur per jaar na Amerika (900) en Zweden (550) de grootste C-17 gebruiker.

Tekst: Djenna Perreijn
Foto’s: sergeant-majoor Maartje Roos
Video en montage: adjudant Arnoud Schoor