05

Dit artikel hoort bij: de Vliegende Hollander 02 | 2017

Stoffige Apaches volledig uit elkaar

Grondige beurt voor Mali-veteranen op Woensdrecht

Ontleden, afstoffen, repareren, vernieuwen en overspuiten. Techneuten van het Logistiek Centrum Woensdrecht (LCW) zijn er de eerste helft van 2017 flink druk mee. Twee van de vier teruggekomen Apaches uit Mali krijgen daar momenteel een grondige beurt. De redeployment, 500-uurs inspectie én de midlife update worden uit tijd- en kostenefficiëntie gecombineerd in één grote onderhoudsklus van 25 weken. De Vliegende Hollander kijkt over de schouders van enkele vakmannen mee.

Los vuil

Voordat de heli’s de onderhoudshangaar in mogen, spuiten LCW-medewerkers met een hogedrukreiniger het meest ‘losse’ vuil van de kisten af. Daarna halen ze de toestellen bijna volledig uit elkaar. Het echte onderhoud kan nu beginnen. “We vervangen alle reguliere zaken en inspecteren alle andere op slijtage, die repareren we waar nodig”, zegt Hoofd Bureau Productie Engineering Geert Maas die het hele karwei coördineert. “Apparatuur die aan een update toe is, vervangen we ook.” 

Onderhoud in Mali

De toestellen kregen in Mali ook al een 500-uurs inspectie. Maas: “Logistiek was het niet haalbaar de kisten te vervangen door andere, daarom hebben we het onderhoud ter plekke laten doen door een commercieel bedrijf uit Duitsland dat normaal het onderhoud uitvoert aan de Amerikaanse Apaches en Chinooks. Kleine inspecties, line maintenance, en reparaties deed het onderhoudssquadron van Gilze-Rijen in samenwerking met het LCW.”

Alle apparatuur eruit

Bij een ‘normale’ inspectie haalt het LCW-personeel ongeveer de helft van de 40 computers eruit. “Maar nu moet alle apparatuur eruit”, vertelt avionica-specialist sergeant Milco Jager. “Na 2,5 jaar inzet in Mali zit het fijnstof werkelijk overal. De apparatuur moet grondig worden schoongemaakt. Bovendien vernieuwen we van een deel de software en soms ook de hardware. Deze Apaches krijgen bijvoorbeeld nieuwe displays en panels. We leggen daarvoor ook nieuwe bekabeling aan, anders werken de nieuwe systemen straks niet.”

Dikke laag fijnstof

Zand is niet overal op aarde hetzelfde. In Mali is de korrel bijvoorbeeld veel fijner dan in Afghanistan. En in Spanje zijn er zelfs gebieden waar de luchtmacht niet wil vliegen in verband met steentjes in het zand die beschadigingen kunnen aanrichten. De dikke laag fijnstof waarin de Apaches uit Mali gehuld zijn, tast met name de verflaag aan de buitenkant aan, maar de elektronica heeft er niet onder te lijden. Schilders werken de kale plekken aan het einde van het onderhoudsproces bij en spuiten daarna de hele kist opnieuw.

Rondslingerend stof

Het fijnstof kruipt in alle denkbare kieren, zelfs tussen de bij elkaar gebonden kabels achter het plaatwerk. Onderhoudspersoneel haalt daarom alle kabelbomen los en reinigt ze grondig. Ook de motoren en transmissie gaan eruit, worden geïnspecteerd en waar nodig gerepareerd. De motoren komen relatief goed terug uit Mali. “De Apache blaast het meeste zand zelf weer uit de motor”, legt mechanicamonteur sergeant 1 Roel van der Slot uit. “De lucht die er aan de voorkant inkomt, wordt als het ware rondgeslingerd.”

Lauwwarm water

Technici spuiten behalve de buitenkant ook de binnenkant met een hoge drukreiniger schoon. Zo dwarrelt het stof niet verder rond. Ze doen dit met lauwwarm water; met koud water gaat het zand namelijk klonteren. Helaas verwijdert de stevige waterstraal niet al het vuil uit de kist. Met een doekje verwijdert het personeel het hardnekkige stof uit de kleine kiertjes.

High Frequency-antenne 

1 van de upgrades van de Apache is de plaatsing van een High Frequency-antenne die radiocontact over een langere afstand mogelijk maakt. Als voorbereiding hierop verwijdert een technisch medewerker de verf, waarna hij de verstevigingsplaten bevestigt. Daarop komt later de antenne.

Ouderwets

Niet alle beschadigingen zijn direct zichtbaar. De rotorbladen worden minutieus onderzocht. “Met röntgenstraling kom je hier niet doorheen”, zegt de specialist kunststof plaatwerk sergeant August van Gijsel. Hij tikt ‘ouderwets’ met een klein metalen staafje op een rotorblad. “Een klankverschil kan duiden op interne beschadigingen door bijvoorbeeld een ‘bird hit’ of steenslag.” Bij een zwakke plek schuurt hij de lak eraf en beoordeelt de schade. “Helaas kunnen we niet alles repareren. Soms zit er niets anders op dan het hele rotorblad vervangen.”

Tailframe vervangen

Van de 2 Apaches krijgt 1 ook een staartmodificatie waarbij het zogenaamde ‘tailframe’ (op de foto is dit de lichtgrijze ring zonder perforaties) wordt vervangen. Dit frame zou 10.000 vlieguren moeten meegaan, maar de fabrikant ontdekte dat dit niet het geval is. Uit voorzorg vervangt het LCW daarom op korte termijn, tijdens gepland onderhoud, alle tailframes van de betreffende modellen. De staart van de Apache gaat er dan helemaal af, maar niet uit elkaar. De techneut moet de krappe ruimte inkruipen om de klus te klaren.

Meer technici dan normaal

Normaal werken gemiddeld 2 avionica- en 6 mechanicaspecialisten fulltime aan de 500-uurs inspectie van de Apache. Tijdens deze combiklus zijn dat er respectievelijk 6 en 5, aangevuld met onder meer plaatwerkers en schilders. Op de foto (v.l.n.r.): Van der Slot, Jager en Maas. Circa de helft van het onderhoudspersoneel op LCW bestaat uit burgermedewerkers. Kennis en ervaring blijft daardoor langer behouden.

Tekst: Jopke Rozenberg-van Lisdonk
Foto’s: sergeant 1 Joyce Rutjes