Dit artikel hoort bij: de Vliegende Hollander 02 | 2017
Stille kracht in strijd tegen ISIS
Nederlands detachement draagt met KDC-10 steentje bij aan luchtcampagne
Een vliegend pompstation, maar dan zonder airmiles of spaarpunten; dat is het werk van de KDC-10 boven Irak en Oost-Syrië. De Koninklijke Luchtmacht levert momenteel één tankertoestel om vliegtuigen van de coalitie tegen ISIS in de lucht ‘op te toppen’.
Met de neus tegen het raampje gedrukt, is in de verte een donker stipje te zien dat snel dichterbij komt. Niet veel later een tweede stipje aan de horizon. Schijnbaar moeiteloos hangen ze in de thermiek en geven gas om dichterbij de boom van de KDC-10 te komen. Terwijl de eerste uit het zicht verdwijnt en direct achter het Nederlandse tankvliegtuig kruipt, komt de tweede links naast de vleugel hangen. Vanuit de cockpit van de F-15E Strike Eagle kijken de vlieger en weapon systems officer naar het Nederlandse toestel van het 334 Squadron uit Eindhoven en wachten op hun beurt om 23.000 pond (zo’n 10.500 liter) kerosine te ontvangen.
Zwaar bewapend
Dit is geen oefening weet majoor Jon, de Amerikaanse gezagvoerder die via een uitwisselingsprogramma voor 3 jaar achter de yoke van de Nederlandse tanker zit. De Strike Eagles hangen vol Sidewinders, AMRAAM’s en slimme 500 pounds bommen. 1 draagt een 2000 pound midden onder de romp, daar waar de ander een lading Small Diameter Bombs meetorst. Wanneer de call komt, gooien ze de bommen op stellingen van de terreurorganisatie ISIS. Dat kan in Irak zijn, met name rond de stad Mosul waar momenteel felle gevechten gaande zijn. Of Raqqa, de hoofdstad van het zelfverklaarde kalifaat.
Boven vijandelijk gebied
“Dat zijn echte bommen, het is een echte oorlog daar beneden”, zegt Jon. “Een oefening als Frisian Flag is prima; die bereidt je zo goed mogelijk voor op een oorlog. Maar dit is anders, hier heerst een reëel gevaar. We vliegen boven vijandelijk gebied en ISIS is een meer capabele tegenstander dan bijvoorbeeld de Taliban.” Maar meteen een kanttekening, stelt Jon: “Het is niet zo dat vliegtuigen van de coalitie uit de lucht worden geschoten. Rijden op de snelwegen van Koeweit is doorgaans gevaarlijker, is een veelgehoorde grap.”
Vaste klanten
De mannen vliegen elke dag – als de weergoden en technologie meewerken – een missie van ongeveer 6 uur boven Irak en Oost-Syrië. Na take-off van luchtmachtbasis Al Mubarak in Koeweit vliegen ze naar vastgestelde ‘boxes’ in het luchtruim waar ze de F-15’s van de Amerikaanse luchtmacht ontmoeten. “Dat zijn onze vaste klanten, hoe mooi is dat”, zegt detachementscommandant Marcel de Pee. “Ze zien ons als betrouwbaar, omdat we kwaliteit leveren. We zijn een stille kracht op de achtergrond; een vliegend tankstation dat met ze meedenkt en plant. Dankzij ons kunnen gevechtsvliegtuigen langer boven het operatiegebied blijven hangen. In de eerste 16 missies hebben we een offload van 1,4 miljoen pond bereikt. Zelfs Jon (de gezagvoerder, red.) had niet verwacht in zo’n korte tijd zoveel brandstof af te geven. Dat is een flinke plas.”
Benieuwd hoe bijtanken in de lucht gaat? Bekijk de clip van boom operator adjudant René
Hectische start
Zo soepel als de missie in het kader van Operatie Inherent Resolve nu verloopt, zo hectisch was het eind januari toen de missie begon. Er waren onvoldoende werk- en slaapplekken, de voorbereidingstijd was kort en de diplomatieke toestemming om vanuit Koeweit te mogen vliegen liet op zich wachten. “Vervolgens stonden we na één dag vliegen weer aan de grond omdat een tankwagen tegen de vleugel was aangereden”, zegt De Pee. “Maar gelukkig kregen we veel hulp van onze coalitiepartners in die begintijd. De Amerikaanse plaatwerkers hebben in hun werkplaats wonderen verricht om die schade te repareren.”
Lessons learned
De huidige missie duurt nog tot half maart, wat neerkomt op een totaal van 6 weken operationele inzet. Daarna moet de T-235 Jan Scheffer terug naar Nederland voor het broodnodige onderhoud. Maar deze korte periode is een mooie exercitie voor mogelijk een nieuwe, langere missie later dit jaar. “Zo hebben we nu de logistieke lijnen uitgekristalliseerd, want het werkt hier natuurlijk wel anders dan in Eindhoven”, zegt De Pee, die zelf een logistiekeling is. “We zijn er lean ingegaan en hebben ontdekt dat zo’n operatie ook met een groot en relatief oud toestel best eenvoudig kan. Als de logistiek maar klopt en de technische dienst kan werken. Dat is het minimum om te kunnen vliegen.”
Scherp zijn en blijven
De vluchten gaan vlekkeloos, net als veruit de meeste contacten met de receivers. Het spook van de routine ligt op loer. “Wat dat betreft is een oefening drukker. Dan heb ik al snel 16 contacten achter elkaar”, schetst boom operator adjudant René. “Hier 6 contacten in 6 uur tijd.”
Maar de bemanning houdt elkaar wel scherp, onderstreept gezagvoerder Jon. “Het risico van onoplettendheid is te groot”, zegt Jon. “We vliegen boven vijandelijk gebied, pompen veel kerosine over in de lucht en doen dat met zwaarbewapende toestellen die dichtbij ons vliegen. Dan zoomen we even uit om te realiseren dat dit werk nóóit normaal is.”
Interessante weetjes:
- Het detachement bestaat uit ruim 30 personen. Het gaat dan om 2 vliegende crews van ieder 4 personen (2 vliegers, een boordwerktuigkundige en boom operator). Plus 2 ploegen van de Technische Dienst, militairen verantwoordelijk voor verbindingen en communicatiesystemen, een inlichtingenofficier en logistiek personeel.
- Op het Combined Air Operations Centre (CAOC) in Qatar zit 1 Nederlandse liaisonofficier.
- Als de tanker en receiver koppelen, vliegen ze met zo’n 750 km/u.
- Per dag vliegen tot 40 tankers boven het inzetgebied. Onder andere de VS, Canada, Frankrijk, Italië en het Verenigd Koninkrijk leveren ook tankercapaciteit.
- In 2016 vloog de coalitie iets meer dan 13.600 tankersorties.
Tekst: kapitein Arjen de Boer
Foto’s: sergeant-1 Joyce Rutjes
Video: sergeant-majoor Dave de Vaal