09

Dit artikel hoort bij: de Vliegende Hollander 02 | 2017

Laatste loodjes voor heli’s in Mali

Duitsland vult ontstane ‘gat’

Scroll naar beneden voor de video

“Als we onze Apaches en Chinooks willen klaarstomen voor toekomstige missies, moeten we opwerken naar combat readiness. Uiteindelijk dienen we opnieuw volledig op de mat te kunnen – met een bredere en goede getraindheid, in wellicht een hoger geweldspectrum. Dát is dus de reden dat andere landen binnen de VN-missie MINUSMA het stokje in Mali moeten overnemen”. 

Commandant helidet De Waard: ‘Het is tijd om bij te leren’.

Luitenant-kolonel Wilko de Waard gooit op Camp Castor de knuppel meteen in het hoenderhok. De laatste commandant van het helidetachement zit in zijn werkcontainer, waar de airconditioning maximaal loeit. Als het moet, staat hij binnen 2 minuten naast de helikopters. Hij hoeft de weg maar over te steken. Buiten is het boven de 40 graden Celsius. Droog, stoffig, heet. Die zware klimatologische omstandigheden zorgen voor enorme slijtage bij de kisten. “En kijk je naar de inzet van het personeel, merk je dat steeds dezelfde mensen terugkeren in Gao. Je krijgt dan uitzendmoeheid. Uiteindelijk is het gewoon op, zowel fysiek als mentaal”, meent De Waard.

De Nederlandse helikopterdetachementen hebben de afgelopen jaren professionaliteit, kennis en expertise ingebracht in MINUSMA, met moderne sensoren en platformen waarmee troepen snel kunnen worden ingezet.

‘De énige zekerheid van het huidige helidet is dat de stekker eruit wordt getrokken’

Duitse samenwerking

“Mijn eenheid kwam hier met veel vragen” geeft de commandant helidet aan. “Worden we ingezet en zo ja, hoe? En hoe lang eigenlijk nog?” De énige zekerheid die het huidige helidet op Camp Castor heeft, is dat de stekker eruit wordt getrokken. Maar wie precies wanneer uitroteert? Inmiddels (dit verhaal werd eind januari geschreven – op 28-2 was de laatste vlucht, red.) staat vast dat de Duitsers het stokje overnemen. De officiële ceremonie staat al gepland op 1 maart. Vanaf dat moment is Duitsland sowieso verantwoordelijk voor de medevac-taak.”

Nu al vliegen de Chinooks vaak met een Duits Air Mobile Protection Team (AMPT). Deze eenheid kan optreden als cordon, om bijvoorbeeld lokale bevolking uit de buurt van de kist te houden als hij op de grond staat. Daarnaast treedt het AMPT bij militaire dreiging op als beschermingselement voor Chinook en bemanning. Het Nederlandse helidet leunt al een beetje op de Duitsers.

Terwijl de eerste transporthelikopter al airborne is, wachten militairen van Task Group Desert Falcon op de tweede kist. Vlak voor de Chinook weer landt op Camp Castor, vliegt de kist over de Niger.

‘Apaches speelde jarenlang een afschrikwekkende rol’

‘Military assistance’

Toch doet de commandant straks met een goed gevoel het licht uit. Ten eerste hebben zijn assets professionaliteit, kennis en expertise ingebracht in MINUSMA, met moderne sensoren en platformen waarmee troepen snel kunnen worden ingezet. “Chinooks brengen Task Group Desert Falcon op plekken waar de ‘white fleet’ van de VN niet kan landen. Ook zorgen ze voor de (her)bevoorrading”, legt De Waard uit. “En de Apaches speelden jarenlang een afschrikwekkende rol bij het escorteren van transporten, zowel over de grond als door de lucht.”

Ten tweede verwierven beide types kisten informatie voor de All Source Information Fusion Unit (ASIFU – zie elders in deze Vliegende Hollander, red.), gevestigd in Bamako. Met behulp van die data kan MINUSMA’s inlichtingeneenheid een duidelijk beeld genereren, wat Force Headquarters in staat stelt zogenoemde game plans in elkaar te draaien. Op de derde plaats staat het helidet nog steeds 12 uur per dag, 7 dagen per week, gereed voor medical evacuation dan wel casualty evacuation voor alle MINUSMA-troepen binnen de Area of Operations. Voor Nederlandse troepen geldt dat zelfs 24/7.

Voor het personeel en materieel van het 298 (foto) en 301 Squadron breekt na MINUSMA de tijd van herstel aan.

En tot slot hebben de helikopterdetachementen andere nationaliteiten – zoals bijvoorbeeld de Nigerianen – getraind in samenwerking met de KLu en communicatie met vliegers. “Denk aan het leren praten met gevechtshelikopters, tips over in- en uitstijgen en het vervoeren van cargo en troepen”, verklaart De Waard. “Het is natuurlijk geweldig te zien dat het niveau van getraindheid bij andere nationaliteiten omhoog gaat. Pure military assistance.”

In een Chinook meevliegen met Desert Falcon? Check de clip!

‘Als eenzijdige inzet standaard wordt, gaat je getraindheid omlaag – het is tijd om bij te leren’

Toekomstvisie

Maar waarom trekt Nederland de Apaches en de Chinooks dan terug, als het zó’n belangrijke capaciteit is voor MINUSMA? De Waard erkent de tweespalt, maar is tegelijkertijd broodnuchter: “Ik ben in Nederland Hoofd Operaties van het 301 Squadron en snap heel goed waarom Defensie deze afweging maakt. Afghanistan en Irak meegerekend, vliegen we al vrij lang missies, terwijl de luchtmacht slechts 1 Apache- en 1 Chinook-squadron heeft.

Doordat we hier zitten, is er minder trainingscapaciteit in Nederland, terwijl de inzet in Mali en eerdergenoemde landen (op uitzonderingen na) vrij eenzijdig is. Als dat de standaard wordt, gaat je getraindheid omlaag. Het is tijd om bij te leren. Denk aan vliegen bij nacht, met meerdere kisten, verschillende types, en dat op een hoger dreigingsniveau. Dat vergt nogal wat van ons krijgsmachtdeel. Dat beseffen we ook. Maar er komt dus een tijd dat die toekomstvisie niet meer met MINUSMA te combineren valt. Dát moment is nu aangebroken.” Tschüss!

Eenheden van Task Group Desert Falcon staan te trappelen om in te stijgen en richting Kidal te vliegen. Onderweg, in de Chinook, doen de luchtmobiele infanteristen een spelletje om de tijd te doden.

Tekst: kapitein Jaap Wolting
Foto’s: sergeant-majoor Gerben van Es
Video en montage: sergeant-majoor Arnoud Schoor