Dit artikel hoort bij: de Vliegende Hollander 02 | 2017
AIR is alles behalve gebakken lucht
Innovatiecentrum CLSK: wat levert het op?
Pionieren, creatief durven zijn, jezelf en anderen de ruimte geven om het beste uit jezelf en de organisatie te halen. En niet bang zijn daarbij te falen: het begon als een gedachtegoed, genaamd CLSK 3.0. Met innovatiecentrum AIR zijn ideeën en ambitie tastbaar geworden door inspireren, mobiliseren en begeleiden. En soms ook niet. “Innoveren gebeurt vaak met vallen en opstaan,” aldus het Hoofd AIR. “Stilstaan is geen optie.” Welke ideeën zijn inmiddels concreet geworden en waaraan wordt nog gewerkt?
Met bevlogenheid staat kolonel-vlieger Geert Ariëns nu zo’n 100 dagen aan het roer van innovatiecentrum AIR (Ambitie, Innovatie, Resultaat). Een centrum dat in drie jaar tijd van zeven vaste krachten naar veertien groeide. Alhoewel, (nog) niet alle plaatsen zijn ingevuld, dat gebeurt op basis van behoefte en ideeën. “Mensen met een innovatieve mindset, goed idee of specifieke kennis van lopende projecten zijn welkom voor een recruitment gesprek,” roept hij enthousiast. Kleur pak, militair of burger, in- of extern Defensie: het is allemaal niet relevant. Dat buiten de lijntjes denken en doen is de basis van innoveren en dus van AIR.
‘Met relatief kleine investeringen is veel mogelijk’
Boze tongen
Zweverig? Wat Ariëns betreft niet, maar hij beseft ook dat niet iedereen er zo over denkt. Binnen de luchtmacht, Defensie en in de burgermaatschappij lopen redelijk wat critici rond. “Geen geld voor kogels, maar wel voor dure sprekers om mensen te inspireren”, roepen boze tongen. “Wat komt er concreet terecht van al dat geïnvesteerde innovatiebudget?” en “hebben we dat allemaal zo hard nodig dan?” De kolonel gaat graag de discussie aan, zo concreet als hij kan.
“We denken vooral na over slimme toepassingen van bestaande technologieën,” begint hij. “Om totaal nieuwe dingen net zo snel te ontwikkelen en produceren als het bedrijfsleven hebben wij niet de capaciteit of het budget. In veel gevallen hoeft dat ook niet. We gebruiken allemaal bestaande technologieën die binnen de luchtmacht geïmplementeerd zijn of onderzocht worden op hun toepassingen,” zegt hij in sneltreinvaart. “Met relatief kleine investeringen is veel mogelijk. Je moet alleen wel willen en durven onderzoeken en proberen. Die creatieve en innovatieve manier van denken, proberen we bij iedere luchtmachter los te maken. En ja, daar huren we soms voorbeeldfiguren uit de maatschappij voor in. Ter inspiratie en om het gesprek tussen mensen in nieuw te vormen netwerken op gang te brengen.”
Eigen kennis, klein budget en bestaande technologie
En dat werpt zijn vruchten af. Ariëns praat verder over de aangehaalde voorbeelden. “Op kleine schaal zijn we bezig met een beveiligde ‘Facetime’-verbinding tussen het uitzendgebied en de technische dienst in Nederland. “Techneuten die ver weg vastliepen konden nu hun collega’s in Nederland live laten meekijken met het probleem en zo samen tot een oplossing komen. Het platform ‘Jong Techniek’ ontwikkelde met ondersteuning van innovatieplatform KIXS van JIVC deze eigen versie van Facetime.” Een simpel en goed voorbeeld van gebundelde kennis uit eigen huis, een klein budget en bestaande technologie, volgens hoofd AIR.
‘Virtuele instructies projecteren op een echte F-16’
“Momenteel bekijken we de mogelijkheden om dergelijk onderhoud te doen met behulp van een ‘augmented reality’-bril. Die projecteert een virtuele wereld op of over de echte buitenwereld. Op de F-16 waaraan je werkt worden dus virtuele instructies geprojecteerd. Dat levert sneller werken, betere ergonomie en minder kans op fouten op.
Go-pro’s op heli
Een andere innovatie die in Mali werd toegepast, is omgevingsbeelden opbouwen met een aantal Go-Pro’s op een helikopter. “Daarmee kunnen we een goede actuele kaart maken. Erg handig aangezien je in Mali niet continu toegang hebt tot satellietfoto’s en je met foto’s nemen vanuit de kist niet alles tegelijkertijd in beeld kunt brengen.
‘Eigen ontwerp met 3D-printer, reproduceerbaar in eigen huis – fantastisch toch?’
De nieuwe tankdop op de F-16 brandstoftanks die in opslag liggen is een voorbeeld van een andere tastbare innovatie. “De originele die door de fabrikant werd geleverd, sprong er bij temperatuurverschillen weleens vanaf,” vertelt de kolonel. “Erg onwenselijk, aangezien je geen regenwater of muizen in je brandstoftank wilt hebben. Techneuten hebben onlangs een nieuwe dop met ontluchtingsgat ontworpen en die met een 3D-printer geproduceerd in het juiste materiaal. Hij werkt. Fantastisch toch? En reproduceerbaar in eigen huis.”
MakAIRsjop
Niet alle innovaties worden op een formele manier op projectbasis aangelopen. Sommige ontstaan op eigen initiatief, bijvoorbeeld in de ‘MakAIRsjop’. “Dit is een eigen versie van de ‘Makershop’ uit de burgermaatschappij,” licht Ariëns toe. “Het is een soort doorontwikkeling van de hobbyclub. Iedereen is welkom en heeft zijn eigen expertise. De luchtmacht stelt een ruimte beschikbaar met facilitaire middelen zoals computers, 3D-printers en lasersnijders. Een kleine investering als je naar de winst kijkt: mensen ontwikkelen zichzelf, werken samen, worden creatiever, maken kennis met nieuwe en bestaande technologieën en leren deze in hun eigen werk toepassen. Ideeën en kennisnetwerken worden daar geboren.”
‘Vooruit blijven lopen op mogelijke tegenstanders is cruciaal’
Radicale innovaties
AIR is ook bezig met een aantal studies waarvan van tevoren het resultaat en de opbrengst niet vast staat. Die trajecten worden ‘radicale innovaties’ genoemd; de impact ervan is namelijk mogelijk een stuk groter dan die van eerdergenoemde concrete vernieuwingen. Zo is een aantal onderzoekers onder de naam ‘Big Data’ bezig om verbanden te vinden binnen de grote hoeveelheid gegevens die beschikbaar is binnen de luchtmacht. Het doel is om logistieke en operationele processen te verbeteren door verbanden te leggen waar dat in het verleden niet kon. Ariëns: “Zo kan het bijvoorbeeld zijn dat we erachter komen dat de soep van de dag in het bedrijfsrestaurant invloed heeft op de reparatieduur van onze vliegtuigen.” Big Data heeft het al mogelijk gemaakt om ‘slimme’ vijanden te genereren in de F-16 simulator. “Deze zijn niet gescript en dus echt onvoorspelbaar. Ze gaan bijvoorbeeld niet standaard naar rechts als jij naar links gaat. We kijken nu of deze software ook in andere simulatoren wenselijk en bruikbaar is.”
‘Leuk hoor, al die innovaties, maar ondertussen is de munitie nog steeds op’ zeggen critici. “Dergelijke operationele tekorten moeten ook direct worden opgelost,” pleit Ariëns. “Liefst op innovatieve wijze. Uiteindelijk kan dat misschien zelfs geld besparen. Ondertussen kunnen we niet stil blijven zitten en moeten we ons ook richten op de toekomst. Vooruit blijven lopen op mogelijke tegenstanders is cruciaal. Meelopen of – erger nog – achter de vijand aanlopen, is niet genoeg. Een sterke en goede krijgsmacht gaat mee met de tijd. Of beter nog: loopt daar op vooruit.”
Tekst: Jopke Rozenberg-van Lisdonk