Dit artikel hoort bij: de Vliegende Hollander 12-01 | 2016-2017
Een-tweetje met de Belgen
QRA nu samen met de zuiderburen
Een civiel vliegtuig koerst richting Nederland. Alle communicatie is verloren. Mogelijk door een technische fout, maar het kan ook om een kaping gaan. Waar voorheen 2 Nederlandse F-16’s zouden opstijgen om te zien welke intenties het toestel heeft, is dat sinds begin dit jaar niet meer automatisch het geval. Nederland en België bewaken nu afwisselend het luchtruim van de Benelux. En dat betekent dat F-16’s van onze zuiderburen bij een dreiging boven Nederland mogen ingrijpen.
Tot een kleine maand geleden stonden er in Nederland permanent 2 F-16’s klaar, de zogenoemde Quick Reaction Alert (QRA). Binnen 15 minuten zijn deze vliegtuigen in de lucht om ons luchtruim te beschermen tegen indringers. Ook België had continu 2 jachtvliegtuigen klaarstaan om het Belgische en Luxemburgse luchtruim te beschermen. Dat kan efficiënter, zo werd in 2013 gezegd bij het ondertekenen van een intentieverklaring om afwisselend met de Belgen het hele Benelux-luchtruim te verdedigen. En nu is het zover.
Efficiënt
Om de 4 maanden staan 2 Nederlandse F-16’s paraat op afwisselend Volkel en Leeuwarden om de QRA voor zowel Nederland als België en Luxemburg uit te voeren. De andere 4 maanden ronken de motoren van Belgische F-16’s op afwisselend Florennes en Kleine Brogel. Klaar om, in het uiterste geval, geweld te gebruiken tegen een vliegtuig boven ons gebied. “1 QRA staat dus tijdelijk uit”, vat majoor Jan samen. Vanaf het begin is hij betrokken bij het QRA-rotatieproject. “Het grote voordeel: er is 1 QRA over, dat zijn 2 F-16’s die ergens anders kunnen worden ingezet. Tijdens trainingen of bij missies. Een efficiëntieslag.”
Jan: ‘Bij een QRA gaat het 9 van de 10 keer om een civiel vliegtuig dat de communicatie heeft verloren – bijvoorbeeld door een technisch probleem of een fout van de piloot’
Tactisch trainen
Jan wijst daarnaast op de vervanging van de F-16 door de F-35. “Het F-35-tijdperk vraagt om nog meer efficiëntie. We hebben straks 37 F-35’s in plaats van 68 F-16’s nu. Middelen doelmatiger inzetten, daar gaat het om. Het is zonde om hier 2 vliegtuigen klaar te hebben staan voor iets wat je ook gezamenlijk kan doen.”
Nationale veiligheid uit handen?
De nieuwe en unieke samenwerking tussen de Benelux-landen geldt als er een dreiging vanuit een civiel vliegtuig komt. “Denk aan een 9/11-scenario”, zegt Jan. “Bij een dreiging vanuit een militair vliegtuig mochten jachtvliegtuigen van andere NAVO-landen al ingrijpen met geweld en dit blijft zo.” Bij militaire dreiging komt de opdracht om een vliegtuig te onderscheppen vanuit de NAVO. Gaat het om een verdacht civiel vliegtuig, dan is en blijft het aan de nationale autoriteit van het land om de call te geven over te gaan tot geweld. Het gaat dan namelijk om de nationale veiligheid.
In Nederland ligt dit besluit in handen van de minister van Veiligheid en Justitie. In België is dat de minister van Defensie. Luxemburg heeft het gebruik van dodelijk geweld boven het eigen grondgebied uitgesloten. “We geven onze nationale veiligheid niet uit handen”, benadrukt Jan. “Zodra Belgische F-16’s boven ons land moeten ingrijpen dan is dat nog steeds een beslissing van onze minister. We gebruiken nu alleen om de 4 maanden een ander militair middel. Het zijn nog steeds F-16’s, maar met een Belgische sticker erop.”
Luchtruimcoördinatie
Gevechtsleiders van het Air Operations Control Station Nieuw Milligen (AOCS NM) bewaken permanent het Nederlandse en toegewezen NAVO-luchtruim en sturen de F-16’s aan. Voor het Belgische luchtruim gebeurt dit vanuit het Control and Reporting Centre te Glons (CRC). Ook dit blijft ongewijzigd.
Bas: ‘In een splitsecond denk ik een vluchtplan uit’
Zodra Belgische F-16’s ons luchtruim binnenvliegen, neemt een Nederlandse fighter controller vanuit Nieuw Milligen het contact met de Belgische vliegers over. Aan hem de taak om de F-16’s zo snel mogelijk tussen het andere luchtverkeer door te manoeuvreren naar het verdachte vliegtuig. “Veiligheidsvluchten hebben de hoogste prioriteit in het luchtruim”, zegt flighter controller eerste luitenant Bas. “In een splitsecond denk ik een vluchtplan uit. Ondertussen bel ik met luchtverkeersleiders van bijvoorbeeld Schiphol. Zij staan in contact met piloten van lijnvluchten. Deze moeten zakken of stijgen zodat de F-16’s er langs kunnen. In mijn andere oor heb ik de vliegers van de F-16’s die ik de route doorgeef.”
Er is bewust gekozen om bij de gezamenlijke bewaking van het Benelux-luchtruim de luchtruimcoördinatie in handen te laten van het land waar de F-16 vliegt. “Binnen het Nederlandse luchtruim weet ik precies wat ik kan verwachten als het gaat om opstijgroutes en afspraken met verkeersleiding en betrokken autoriteiten”, zegt Bas. “En de Belgen kennen hun luchtruim het beste, dus zodra een Nederlandse F-16 de grens naar België overgaat, geef ik het contact over aan Glons.”
Tijd
Het te beschermen luchtruim is met deze samenwerking groter geworden. Maar zorgen over dat een F-16 vanuit België meer tijd nodig heeft om in het noorden van Nederland te komen, zijn volgens Jan ongegrond. “Dat is een zaak van minuten. En vergeet niet dat we in de meeste gevallen het verdachte vliegtuig niet pas bij onze grens opmerken, die zien we al aankomen op de radar. We hebben dan genoeg tijd om deze bij de grens op te wachten met F-16’s vanuit België.”
Tekst: Bianca Brasser
Foto’s: sergeant-majoor Eva Klijn, Paul Tolenaar