Dit artikel hoort bij: de Vliegende Hollander 12-01 | 2016-2017
Baltic Air Policing
Nederland na ruim 10 jaar terug in Litouwen
Op het moment dat Nederland begin 2017 zowaar van de winter proeft, zijn 1600 kilometer naar het oosten de omstandigheden ijzig te noemen. In Litouwen waar het Nederlandse F-16 detachement op 2 januari neerstrijkt, zijn de temperaturen dagelijks (ver) onder 0 en ligt er een halve meter sneeuw. Toch vormt dit geen belemmering voor de uitvoering van Baltic Air Policing, de bescherming van het luchtruim van de 3 Baltische staten.
In verwarmde hangars hebben 4 Nederlandse F-16’s de plek ingenomen van de evenzoveel Franse Mirage 2000’s. Bij toerbeurt leveren de NAVO en haar partners zoals Frankrijk, een kwartet jagers voor de Baltic Air Policing (BAP). Estland, Letland en Litouwen beschikken namelijk zelf niet over jachtvliegtuigen voor de Quick Reaction Alert. Na ruim 10 jaar is de Koninklijke Luchtmacht terug op deze plek. Al in 2005 vond namelijk de eerste toerbeurt plaats.
In het najaar van 2014 doet Nederland een ingelaste toerbeurt vanuit Polen. Dit heeft alles te maken met de toegenomen spanning in de Oekraïne door de Russische Federatie. Daardoor ziet de hoogste NAVO-baas SACEUR zich genoodzaakt de oostgrens flink te versterken. Dat resulteert in 4 detachementen in plaats van 1: 2 op Siauliai, 1 op Amari in Estland en dus 1 in Polen. In Litouwen is nu weer 1 detachement actief.
Het grootste deel van het BAP-materiaal vertrekt op 15 december in konvooi vanaf vliegbasis Leeuwarden naar Litouwen. 27 Scania wissellaadsystemen van de landmacht brengen containers, aangevuld met een aantal trekkers met diepladers voor het vervoer van vliegtuigtrekkers, grondapparatuur en kleine voertuigen. “We hebben het transport zoveel mogelijk om de feestdagen heen gepland”, geeft logistiek kwartiermaker kapitein Sytse aan. “In totaal komen er zo’n 50 containers naar Litouwen. Voor het eerst maken we daarbij gebruik van Radio Frequency Identification in combinatie met ‘GPS tags’. Op die manier weten we exact waar het konvooi zich bevindt.”
Een deel van de vracht – vooral de tijdschaarse goederen – gaat door de lucht, met C-130’s, C-160’s en voor het eerst een A400M. Die vliegt via Leeuwarden om vervolgens in Siauliai de Fransen op te halen. Allemaal geregeld via het Europees luchttransportcentrum EATC op Eindhoven.
Bij aankomst van het main detachement en de dagen erna, heerst er gecontroleerde chaos, geeft detco majoor Gert Barend van het 322 Squadron aan. “Maar al heel snel heeft iedereen zijn of haar plek gevonden en doet iedereen zijn eigen werkzaamheden.”
“We zijn wel wat gewend”, gaat Sytse verder. “Kou en sneeuw om je oren. Maar onze grootste uitdaging was vooral dat de Fransen nog ‘fully ops’ bezig waren. Je komt met een lading containers aan, maar mag de Fransen uiteraard niet hinderen. We gebruiken dan een soort staging area waar we ons materiaal tijdelijk neer zetten. Daarbij krijgen we volop hulp van de Litouwers. Ook het pre det heeft alles goed voorbereid en goede afspraken met de Fransen gemaakt.”
Majoor Richard, hoofd communicatie- en informaticasystemen (CIS) was in 2014 in Polen ook betrokken bij het uitrollen van het Nederlandse kampement. “Je bent daarbij afhankelijk van je voorganger. Daarvan hebben we geleerd. Nu gebruiken we een zogenoemde patch distributie container, een gezamenlijk project van CIS, de gronduitrusting en houtbewerking van vliegbasis Leeuwarden. Daarmee kunnen CIS-systemen onafhankelijk van derden worden ingezet. Bij onze aankomst hadden de Fransen de CIS-ruimte nog in gebruik. Wij zetten onze wagen met container tegen het gebouw, trekken een kabel en we kunnen aan het werk. Plug and play.”
Deze verplaatsing is de ook de eerste volgens de standard operating procedures van SAP. “Nu zijn we een half jaar van tevoren al wezen kijken waar we terecht zouden komen”, vervolgt Richard. “Door een goede site survey (verkenning, red.), voorbereiding en planning waren we in 1 dag initial operational capable we alles was tot in de puntjes voorbereid.”
Wisseling van de wacht tussen de Fransen en de Nederlanders is even spannend. “Om 9 uur hebben wij 4 F-16’s klaar staan in de Clamshell Shelters – de Fransen staan dan nog in de QRA-hangars”, zegt technisch officier kapitein Leon. “De taxibaan waarover wij zouden rijden, ligt echter vol met een halve meter sneeuw. De hoofdbaan is wel vrij – prio 1 – dus daar stellen we de 2 ops QRA F-16’s op. De Fransen slepen dan stuk voor stuk hun kisten naar het aankomstplatform. Is er een plek in de hangar vrijgekomen, dan neemt een F-16 die in. De 2 back up F-16’s worden naar hun verwarmde onderkomen gesleept. Verhuizing gelukt.”
Op 4 januari neemt Nederland de taken over van de Armee de l’Air, een dag later gevolgd door de formele overdracht. “In hun periode hadden de Fransen 26 onderscheppingen van Russische vliegtuigen”, zegt Gert Barend. In heel 2016 waren er 110 BAP-onderscheppingen vanaf de 3 vliegbases. “De QRA is een vredestaak, net als in Nederland. Wij gaan op een militair of civiel toestel af als het zich niet aan de communicatieregels houdt, het buiten het internationaal vastgestelde territoriale luchtruim van 12 mijl vliegt, maar binnen het verantwoordingsgebied van de Baltische staten.”
“Een interessante missie, vlakbij Rusland, maar ik ben daardoor niet extreem op m’n kwievieven. Momenteel is het relatief rustig boven de Baltische Zee”, zegt Gert Barend midden januari. Hij kan dan nog niet weten dat een week later de eerste onderscheppingen voor de KLu al een feit zijn: Een Russische Sukhoi Su-24 en Antonov AN-26 Curl op 25 januari.
“Het Combined Air Operating Center in het Duitse Üdem seint ons in als we aan de bak moeten. Hebben we geen echte inzet, dan voeren we in deze 4 maanden trainings-scrambles uit met en op elkaar, de andere BAP-partners of met trainingsvliegtuigen van de Litouwse luchtmacht. Ideaal om internationale samenwerking te beoefenen”
Tekst: Arno Marchand
Foto’s: sergeant-majoor Gerben van Es, KLu Detachement en internet
Video en montage: adjudant Richard Frigge